Examentraining Economie 2024

Dingen om te onthouden
  • Vraag over internationale concurrentiepositie? Altijd export/import  noemen
  • Vraag over averechtse selectie? Altijd goede en slechte risico’s noemen en premiestijging
  • Vraag over externe effecten?  Altijd iets noemen over maatschappelijk kosten/opbrengsten en dat het niet wordt doorberekend in de prijs
  • Vraag over de lopende rekening? Altijd export/import noemen
  • Verschuiving van de lijn? Altijd in je antwoord noemen ‘bij dezelfde prijs’

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Dingen om te onthouden
  • Vraag over internationale concurrentiepositie? Altijd export/import  noemen
  • Vraag over averechtse selectie? Altijd goede en slechte risico’s noemen en premiestijging
  • Vraag over externe effecten?  Altijd iets noemen over maatschappelijk kosten/opbrengsten en dat het niet wordt doorberekend in de prijs
  • Vraag over de lopende rekening? Altijd export/import noemen
  • Verschuiving van de lijn? Altijd in je antwoord noemen ‘bij dezelfde prijs’

Slide 1 - Tekstslide

Dingen om te onthouden
  • Moreel wangedrag is geen expres dingen kapot maken.Dat is fraude
  • Bij vergelijkingen als MO=MK/TO=TK/GO=GTK/MO=0 altijd de prijs aflezen op de prijsafzetlijn
  • Ruilen over de tijd? Noem in je antwoord: ‘consumptie naar voren halen of uitstellen’
  • Vraag over saldo?  Noem zowel de inkomsten als uitgavenkant in je antwoord
  • Vraag over gevangendilemma/dominantie strategie? Noem de getallen uit de matrix!
  • Conjunctuur = bestedingen ; Structuur = productie

Slide 2 - Tekstslide

Dingen om te onthouden
  • Berekening staat nooit op zich, maar is onderdeel van een uitleg. Daarom is het trekken van een conclusie bij een rekenvraag ook heel belangrijk!

 

Slide 3 - Tekstslide

Dingen om te onthouden
Zo zorg je dat je maximale punten haalt bij rekenvragen:
  1. Lees de vraag goed, (vooral de laatste zin).
  2. Bepaal wat de vraag precies van je wil. Een getal? Een uitleg? Een getal als onderdeel van een uitleg? (beschrijf bijvoorbeeld de vraag in je eigen woorden)
  3. Maak voor jezelf duidelijk wat je gaat uitrekenen.
  4. Bepaal welke getallen uit de opgave je hiervoor nodig hebt (want opgaven geven ook altijd getallen die je helemaal niet nodig hebt). Schrijf deze getallen voor jezelf op een rijtje.
  5. Maak de berekening.
  6. Formuleer je antwoord met eventuele uitleg + berekening + eind-antwoord.
  7. Lees de vraag nog 1x goed. Heb je met jouw antwoord voldaan aan de vraag van het examen/toets?

Slide 4 - Tekstslide

Dingen om te onthouden
Bekijk de eventuele bronnen goed.
  1. Eerst de titel bekijken
  2. Daarna de legenda bekijken
  3. Daarna goed kijken wat in de tabel/grafiek/tekst staat
  4. Kijk ook goed in welke eenheid de informatie staat. (moet je het nog vermenigvuldigen met 1.000??)

Slide 5 - Tekstslide

Dingen om te onthouden

Slide 6 - Tekstslide

Domein D
Winstmaximalisatie

Slide 7 - Open vraag

Domein E
Pensioenopbouw

Slide 8 - Open vraag

Domein F
Gevangenendilemma

Slide 9 - Open vraag

Domein G
Verzekeren

Slide 10 - Open vraag

Domein H
Structuur en conjunctuur

Slide 11 - Open vraag

Domein I
Internationale concurrentiepositie

Slide 12 - Open vraag

Tips 
Leer de begrippen! 
Ken je formules! 
Kijk het examen rustig door.
Gebruik een markeerstift, onderstreep de begrippen en laat deze terugkomen in je antwoord.
Markeer getallen in de inleidende tekst.
Maak gebruik van de gedachtenstreepjes. 


Slide 13 - Tekstslide

Wat moet je doen als je een antwoord niet weet?  
Tip 1: Bedenk wat je nodig hebt om deze vraag te beantwoorden.
Tip 2: Wordt een bepaald begrip genoemd in de vraag? Bedenk dat eerst wat dat begrip betekent en de formule die er eventueel bij hoort.
Tip 3: Kijk welke informatie er allemaal gegeven is. Welke informatie denk je nodig te hebben om de vraag te kunnen beantwoorden?
Tip 4: Wellicht weet je wel een deel van het antwoord, schrijf dit dan eerst op. Al schrijvende kom je waarschijnlijk wel tot de rest van het antwoord.
Tip 5: Weet je het echt even niet? Sla de vraag even over. Zet een sterretje voor de opgave zodat je weet dat je daar nog even naar moet kijken.

Slide 14 - Tekstslide

Meest gemaakte fouten (deel 1)
  • Geen berekening. 
Schrijf alles op wat je ook intypt in je rekenmachine.
Voor alleen je berekening kan je ook al punten krijgen!
  • Zorg ervoor dat je alle opgaven hebt gemaakt.
Op het voorblad staat altijd hoeveel opgaven er zijn. Check of je dan ook alles hebt gemaakt.
  • Lees de bronnen goed!
Er wordt vaak iets gevraagd over de sterretjes/voetnoten uit een bron.
Kijk goed hoe de gegevens zijn weergegeven.
  • Schrijf altijd een eenheid achter je eindantwoord!
Kijk goed wat je hebt uitgerekend. Zijn het euro’s, kippen of stuks?

Slide 15 - Tekstslide

Meest gemaakte fouten (deel 2) 
  • Als in de vraag wordt verwezen naar een bron, noem dit dan ook in je antwoord
In bron 1 zie ik dat …
  • Wel een berekening maar geen eindconclusie
Check of wat je hebt berekend ook echt antwoord is op de vraag!
  • Meer doen dan is gevraagd
Komt je antwoord overeen met de vraag?

Slide 16 - Tekstslide