Brood - les 6 - Rijzen en bakken

Brood 2 - Les 3
Brood 2 - Les 6
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Brood 2 - Les 3
Brood 2 - Les 6

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weekplanning
Wk 1: Inleiding brood + grond- en hulpstoffen
Wk 2: Grond- en hulpstoffen en hun functie
Wk 3: Deegbereiding
Wk 4: Deegbereiding
Wk 5: Deegbereiding
Wk 6: Rijzen en bakken
Wk 7: Uitloop + herhaling
Wk 8: Toets


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesplanning
Deel 1: gezamenlijk
- Leerdoelen bekijken
- Het rijsproces

Deel 2: Zelfstandig
- Start bakproces
- Opdracht voor na de vakantie

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Jij:
• kunt het rijsproces beschrijven en factoren benoemen die hierbij van belang zijn.
• kunt beschrijven van welke factoren de baktijd en baktemperatuur afhankelijk zijn
• kunt beschrijven welke veranderingen er in het brood plaatsvinden tijdens het bakken


 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Brood - Rijzen
De rijzen kan je indelen in het voorproces (voorrijs) en de narijs.

Voorrijs
  • De kruim van het brood veerkrachtiger
  • Het brood blijft langer mals. 
  • Het deeg kan makkelijker worden gevormd 
  • Brood krijgt een sterkere geur.

De narijs geeft het brood een beter volume.

Slide 5 - Tekstslide

Het kruim wordt veerkrachtiger als een voorrijs wordt gegeven, en het brood blijft
langer mals. Deeg kan gemakkelijker worden gevormd en het brood krijgt een sterkere geur. De narijs geeft het brood een beter volume.
Brood - Rijzen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen een bolrijs en een busrijs?

Slide 7 - Open vraag

Rijzen in opgebolde vorm
Waarom moet een brooddeeg meerdere keren rijzen?

Slide 8 - Open vraag

Niets moet, je kan na één keer rijzen ook een brood bakken, maar dat levert niet een mooi (hoog) en lekker brood op. De redenen dat je het deeg meerdere keren laat rijzen zijn:
Het gashoudend vermogen van het deeg is pas na zo'n 120 à 240 minuten na de start van het mengen optimaal en dat is het moment dat je het brood wilt bakken omdat dan je het grootste volume brood kan bereiken zonder dat dit scheurt.
Door het deeg na iedere rijs door te slaan of te bewerken worden grote kooldioxidebelletjes in meerdere kleine belletjes verdeeld of ontsnappen uit het deeg. Hierdoor krijg je nog meer kleine en meer uniforme cellen in je broodkruim.
Tijdens het rijzen maakt gist ook geur en smaakstoffen aan, hoe langer je het laat rijzen, hoe meer smaak (maar je moet wel op het gashoudend vermogen letten, dus niet te lang wachten).
Brood - Rijzen
Invloeden op het rijsproces hebben:
  • de werking van enzymen;
  • de deegtemperatuur;
  • de gisthoeveelheid;
  • de toevoegingen.


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Brood - Rijzen
Enzymwerking
  • Bloem en meel bevatten proteolytische enzymen. (eiwit afbraak)
  • Bij 'harde' bloemsoorten is de afbraak van gluten gunstig --> soepeler deeg
  • Lang proces? Langere enzymwerking

Slide 10 - Tekstslide

amylolytische enzymen (alfa amylase) werkt dextrinerend (zet zetmeel om in vergistbare suikers). bij een te hoge temperatuur of een te hoog gehalte aan a-amylase breekt het te veel zetmeel af wat een nadelige invloed heeft op de broodstructuur.
Brood - Rijzen
Deegtemperatuur
De deegtemperatuur is een 
belangrijke factor bij het rijzen. 
Het beste rijst het deeg bij 
een temperatuur van 28°C.

28°C
25°C

Slide 11 - Tekstslide

De deegtemperatuur kun je beïnvloeden door:
– de temperatuur van de grondstoffen;
– werken met een open of een gesloten kneder;
– de wrijvingswarmte;
– de gistwerking.
Brood - Rijzen
Gisthoeveelheid
Als er meer gist toegevoegd wordt 
verloopt de vergisting veel sneller.

De verwerkingstijd heeft ook 
invloed, het eerste deegstuk zou
meer rijstijd hebben dan het laatste.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Brood - Rijzen
Toevoegingen
Deeg zonder zout rijst beter, zout remt immers de gistwerking.

Als suiker toegevoegd wordt aan het deeg, bij bijv. suikerbrood, worden soms ander giststammen gebruikt.
Suikers vormen het basisvoedsel voor gisten. De toevoeging van suiker geeft geen snellere rijs.

Slide 13 - Tekstslide

maar een teveel aan suiker is ook ongunstig aangezien het net als zout hygroscopisch is.
Brood - Rijzen

Slide 14 - Tekstslide

Bij rijsonderbreking is een lang voorproces niet geschikt, een kort voorproces wel. Dat
heeft te maken met verschillen in oplosbaarheid van koolzuurgas en stikstof in het  deegvocht tijdens het koelen of vriezen.
Brood - Rijzen
Rijsonderbreking
  • Gevormde deegstukken te koelen of in te vriezen. In bakkerijen zie je daarom soms rem-rijskasten.
  • Rijsonderbreking, de bewaartemperaturen zijn dan van 0°C tot -10°C.
  • Minder werken in de nachtelijke uren is kostenbesparend en prettiger voor de werknemers. 

Slide 15 - Tekstslide

Voordelen rijsonderbreking of rijsstop:
- spreiding van productie. broodsoorten die veel aandacht vragen kunnen overdag worden gemaakt.
- betere arbeidsplanning. men hoeft niet te wachten tot al het brood is afgebakken
- beperking van het nachtarbeid
- meer verkoopkansen aangezien je de gehele dag het deeg kunt afbakken en dus een groter assortiment aan kunt bieden.
- Gedurende de gehele dag versgebakken brood kunnen aanbieden
Brood - Rijzen
Bake off
Bij het invriezen en bewaren van deeg bij een temperatuur van -15°C tot -20°C spreken we over bake off.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Brood - Rijzen
Voorgebakken producten
  • Deeg geproduceerd en gebakken maar de laatse fase van het bakken wordt aangepast.
  • Mild bakproces waardoor het wel gaar is maar nog geen kleur heeft. Het wordt dan ingevroren of gasverpakt.

Slide 17 - Tekstslide

Bij voorgebakken producten wordt het deeg geproduceerd en gebakken, maar de  laatste fase van het bakken wordt aangepast. Het product krijgt een mild bakproces, waardoor het wel gaar is maar nog geen kleur heeft. Het wordt dan ingevroren of gasverpakt en uitgeleverd.
Het ingevroren product is meestal bestemd voor de horeca of een bake off-bakkerij. Het verpakte product gaat direct naar de consument.
Jullie zijn klaar met deel 1 toppers!


Aan de slag met deel 2
DEEL 2

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Factoren die baktijd beïnvloeden
  • Oventemperatuur 
  • Grootte van het te bakken product.
  • Gevuld zijn van het product
  • Gebruikte hulpgrondstoffen. 
  • Het vetpercentage en de stijfte van het deeg hebben invloed.
  • Harde of zachte broodsoorten

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Brood - Bakken gevuld brood
Gevuld brood
  • Heeft een vulling 
  •  De vulling vertraagt het binnendringen van
 de warmte tot in de kern van het brood. 
  • Het duurt langer voor een product gaar is.

Ook hier is de baktijd langer en de oventemperatuur lager.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Brood - Bakken - Hulpstoffen
Hulpstoffen
  • Extra suiker of melkpoeder  heeft invloed op de kleuring van de broodkorst tijdens het bakken.
  • Toevoegingen mogen niet leiden tot te donkere broden. 

Om te donkere broden te voorkomen wordt de oventemperatuur lager ingesteld.

Slide 21 - Tekstslide

Om dit te voorkomen wordt de oventemperatuur lager ingesteld
Brood - Bakken - Vetstoffen
Percentage vetstoffen
  • Diverse gevulde luxe broden (kerstbrood e.d.) bevatten een extra hoog percentage broodverbeteraar. 
  • Broodverbeteraars bevatten een hoog percentage vet. 
  • Broodverbeteraars worden toegevoegd om de smaak van het product te verhogen en de houdbaarheid te verlengen.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Brood - Bakken - Vetstoffen
Percentage vetstof
  • Tijdens het deegdraaien intensief door het deeg verdeeld. 
  • De verstijfseling van zetmeel wordt geremd door de grote hoeveelheid vetstof in het deeg. 
  • De oventemperatuur is lager en de baktijd langer.

Slide 23 - Tekstslide

door de grote hoeveelheid vetstof in het deeg. De vetstof ligt rond de zetmeelkorrels.
De zetmeelkorrel moet onder invloed van de temperatuurverhoging vocht opnemen om te kunnen verstijfselen. Met een laagje vet om de zetmeelkorrrel verloopt dit proces trager.
De oventemperatuur zal dan lager zijn en de baktijd langer.
Brood - Bakken - Stijfte deeg
Stijfte van het deeg
De stijfte van het deeg en de hoeveelheid vocht die is toegevoegd hebben met elkaar te maken.

Degen met veel vocht moeten langer bakken om het zetmeel tijd te geven volledig en goed te verstijfselen.

Slide 24 - Tekstslide

Wanneer een deeg veel vocht bevat zal het zetmeel moeite hebben om dit vocht te binden en goed gaar te worden.
Degen met veel vocht moeten langer bakken om het zetmeel tijd te geven volledig en goed te verstijfselen.
Brood - Bakken 
Warmte (of energie) heeft invloed op de meeste deegbestanddelen:
  •  eiwit;
  • zetmeel;
  • water;
  • gist;
  • enzymen.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
1. Zoek van de volgende onderdelen uit wat de invloed van warmte is, gebruik hiervoor het theorieboekje. 
  •  eiwit, zetmeel, water; gist; enzymen.
2. Bedenk per 2tal 5 vragen over dit onderwerp
3. Zoek de juiste antwoorden erbij en schrijf dit overzichtelijk op
4. Per 2tal wordt je aan de tand gevoeld
5. Per goed antwoord 2 punten
6. Is het antwoord fout, dan verdienen de vraagstellers 1 punt
7. Bedenk reële  vragen

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Jij:
• kunt het rijsproces beschrijven en factoren benoemen die hierbij van belang zijn.
• kunt beschrijven van welke factoren de baktijd en baktemperatuur afhankelijk zijn
• kunt beschrijven welke veranderingen er in het brood plaatsvinden tijdens het bakken


 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Brood - Bakken - Invloed op eiwit
Eiwit
  • Bij temperatuursverhoging vocht loslaten
  • Gaan coaguleren bij een hoge temperatuur
  • Door het coaguleren krijgt het brood zijn vaste vorm.

Slide 28 - Tekstslide

In het deeg is een groot deel van het water opgenomen door de onoplosbare
bloemeiwitten, een klein deel door de zetmeelkorrels. Een ander gedeelte van het water is vrij in het deeg aanwezig. Dit is het vrije water. Eiwitten zullen bij temperatuurverhoging vocht loslaten; ze kunnen het niet vasthouden. Eiwitten zullen bij temperatuurverhoging, nadat ze het vocht losgelaten hebben, gaan coaguleren. Ze worden, net als het eiwit uit een kippe-ei, bij verwarming vast. Ze vormen nu een stevig geraamte van het brood. Door het coaguleren krijgt
het brood zijn vaste vorm.
Brood - Bakken - Invloed op zetmeel 
Zetmeel
  • Tijdens temperatuurverhoging gedwongen om vocht op te nemen. Deze verstijfseling is van belang voor de broodstructuur, dit gebeurt bij 60°C. 
  • Het vocht komt voor een deel uit het eiwit, dat bij temperatuursverhoging juist vocht los laat.
  • Deeg is gaar wanneer al het zetmeel is verstijfseld

Slide 29 - Tekstslide

De zetmeelkorrels worden tijdens temperatuurverhoging gedwongen om vocht op te
nemen. Deze verstijfseling is van belang voor de broodstructuur. Dit gebeurt bij 60 °C. Het vocht komt voor een deel uit het eiwit, dat bij temperatuurverhoging juist 
vocht loslaat.
Bij de verhitting wordt het eiwit droger en worden de zetmeelkorrels zachter.
Wanneer al het vocht door het verstijfselde zetmeel is opgenomen, is het brood gaar.
Of dat inderdaad zo is, kun je waarnemen door het aan de onderkant te bekloppen.
Wanneer de klank ‘hol’ is, weet je dat het zetmeel verstijfseld is en het brood gaar.
In brooddegen is de hoeveelheid water beperkt. Hierdoor kun je onder de microscoop
de gezwollen zetmeelkorrels in de kern van een gebakken brood duidelijk zien.
Brood - Bakken - Invloed water
Water
 


Slide 30 - Tekstslide

De korrels zwellen, maar vallen niet uiteen, doordat er geen overmaat water aanwezig  is. Ze krijgen door de verstijfseling meer plastische eigenschappen en verliezen hun 
bolle vorm. In de kruim vind je ze terug in meer langgerekte vorm.  Het bij verstijfseling opgenomen water is oorspronkelijk in het deeg door het eiwit 
opgenomen. De glutenfilm staat dus bij verhitting water af en wordt star: de structuur  wordt gefixeerd, waarbij de celwanden scheuren en gasdoorlatend worden. (Als dat  niet het geval was, zou brood bij afkoeling in elkaar klappen)
Brood - Bakken - Invloed gist
Gist
  • Boven een temperatuur van 40°C neemt de gistactiviteit af.
  • Aan het begin van het bakproces is de gist nog actief in de kern van het brood. 
  • Bij een temperatuur van 60°C of hoger gaat het gist volledig kapot.  (halverwege het bakproces)

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Brood - Bakken - Enzymen
  • De amylase-enzymen kunnen zetmeel afbreken.
  • Enzymen hebben de eigenschap bij hogere temperaturen sneller te werken. 
  • Enzymen kunnen effectiever werken als het zetmeel verstijfseld is.
  • Tijdens het bakken vindt nog veel enzymactiviteit plaats en zetmeel wordt gesplitst.
  • Boven een temperatuur van 80°C stopt de enzymactiviteit.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Brood - Bakken - Broodtemperatuur
Temperatuursstijging
in het hart van het
brood tijdens bakken.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Brood - Bakken - Broodtemperatuur

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Brood - Bakken - Broodtemperatuur
Bij de start van het bakproces vindt de ovenrijs plaats.
Dit is de volumetoename van het deegstuk in de oven aan het begin van het bakproces. 

Bij grootbrood is dit in de 
eerste10 minuten van 
het bakproces.


Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Brood - Bakken - Broodtemperatuur
Volumevergroting komt door:
  • Toename van koolzuurgasproductie;
  • Uitzetten van de gassen;
  • Verdampen van het water.
 



Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Brood - Bakken - Stomen
  • Volumevergroting tijdens het bakken ontstaat alleen als het deeg scheurt.
  • Als de deeghuid van een broodproduct niet willen laten scheuren maar willen laten meerekken moet de deeghuid bevochtigd worden. 
  • Deze blijft dan langer zacht en rekbaar, waardoor volumetoename zonder scheuren mogelijk is.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Brood - Bakken - Korstkleur
Korstkleur

De korstkleur wordt bijna uitsluitend gevormd door de koppeling van enkelvoudige suikers (zoals glucose en maltose) aan eiwitten, dit is Maillard-reactie.
Bij de Maillard-reactie ontstaan ook verbindingen met sterke geur, deze bepalen mede het broodaroma.

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies