4 december

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica?
  • Bespreken Ergon 9
  • Nieuwe grammatica 
  • Erga 12 en 14
  • Bespreken opdr. 14 en 16
  • Vervolg H. 7: Held
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica?
  • Bespreken Ergon 9
  • Nieuwe grammatica 
  • Erga 12 en 14
  • Bespreken opdr. 14 en 16
  • Vervolg H. 7: Held

Slide 1 - Tekstslide

Vragen Grammatica?

Slide 2 - Open vraag

Geen vragen (meer)?
  • Maak maar twee rijtjes.... 

Slide 3 - Tekstslide


Slide 4 - Open vraag

HELD



Hulpboek blz. 34.
Opdracht 11 en 13

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 11
  • a Iemand die een bijzondere band heeft met de goden en een bovennatuurlijke kracht bezit.
  • b Iemand met een goddelijke en een sterfelijke ouder.
  • c Halfgoden hebben altijd een goddelijke vader of moeder, helden niet.
  • d Herakles, Theseus en Perseus.

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 13
  • a Eigen verwerking. Bijvoorbeeld: Superman of Spiderman (strip & film), Lady Gaga ofPink (muziek), Lionel Messi (voetbal), Rafael Nadal (tennis).
  • b Eigen verwerking. Bijvoorbeeld: de sporthelden halen veel overwinningen, zijn buitengewoon goed in hun sport; de strip/filmhelden hebben bovenmenselijke kracht of kunnen bijvoorbeeld vliegen; muziekhelden zijn buitengewoon getalenteerd en schrijven/spelen muziek die tijdloos is. Samengevat: zij kunnen dingen die normale mensen niet kunnen.
  • c De Griekse helden hebben een plek in de Griekse religie en dat is bij ‘moderne’ helden niet zo.

Slide 7 - Tekstslide

Hulpboek blz. 102



Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Hulpboek blz. 103
Ergon 9.


Slide 16 - Tekstslide

1 Ὁ Ἀπόλλων τοῖς ἀνθρώποις παρέχει τὸ φῶς.
  • onderwerp 
  • Ὁ Ἀπόλλων
  • lijdend voorwerp 
  • τὸ φῶς
  • meewerkend voorwerp 
  • τοῖς ἀνθρώποις
  • Apollo geeft de mensen het licht.

Slide 17 - Tekstslide

2. Ταῖς θεαῖς θηρία θύουσιν αἱ γυναῖκες.
  • onderwerp
  • αἱ γυναῖκες
  • lijdend voorwerp
  • θηρία
  • meewerkend voorwerp
  • Ταῖς θεαῖς
  • De vrouwen offeren dieren aan de godinnen.

Slide 18 - Tekstslide

3 Τὸ δεῖπνον ἡ μήτηρ παρασκευάζει τῷ τέκνῳ.
  • onderwerp
  • ἡ μήτηρ
  • lijdend voorwerp
  • Τὸ δεῖπνον
  • meewerkend voorwerp
  • τῷ τέκνῳ 
  • De moeder maakt de maaltijd klaar voor het kind.

Slide 19 - Tekstslide

4 Μετὰ τὴν μάχην τὰ ὅπλα τοῖς υἱοῖς καθαίρει ὁ πατήρ.
  • onderwerp
  • ὁ πατήρ
  • lijdend voorwerp
  • τὰ ὅπλα
  • meewerkend voorwerp
  • τοῖς υἱοῖς
  • De vader maakt na het gevecht de wapens schoon voor zijn zoons.

Slide 20 - Tekstslide

5 Τὴν ἀσπίδα καὶ τὸ δόρυ παρέχει ὁ Ζεὺς τῇ Ἀθηνᾷ.
  • onderwerp
  • ὁ Ζεὺς
  • lijdend voorwerp
  • Τὴν ἀσπίδα καὶ τὸ δόρυ
  • meewerkend voorwerp
  • τῇ Ἀθηνᾷ
  • Zeus geeft het schild en de lans aan Athena.

Slide 21 - Tekstslide

Hulpboek blz. 104



Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide



Hulpboek blz. 105.
Maak Erga 12, 14.


timer
10:00

Slide 32 - Tekstslide

Ergon 12 
  • 6 εἰσιν 

Slide 33 - Tekstslide

Ergon 14

Slide 34 - Tekstslide

HELD



Hulpboek blz. 34.
Opdracht 14, 16

Slide 35 - Tekstslide

Opdracht 14
  • a + b eigen verwerking.
  • c Ἡ Μέδουσα Γοργών/ Περσεύς (Medusa en Perseus)
  • d Medusa is (een Gorgo,) een vreselijk monster: Γοργών ἐστιν, δεινὸν τέρας;
  • Perseus is (een held en) zoon van Zeus: ὁ ἥρως ὁ τοῦ Διὸς υἱός
  • e Bijvoorbeeld de woorden: vreselijk monster, doden, angst, dapperheid, gevleugelde, afhakken en zwaard.

Slide 36 - Tekstslide

Opdracht 16
  • a δεινὸν τέρας
  • b Zij doodt met haar ogen en heeft slangen in plaats van haren. Ze ziet er dus uit als een monster en is gevaarlijk.
  • c Medusa heeft ook slagtanden, bronzen handen en gif in het slangenhaar, waarmee zij ook kan doden.

Slide 37 - Tekstslide

Opdracht 18
  • a De godin Athena is afgebeeld. Op haar borstharnas is de medusakop afgebeeld die zij van Perseus cadeau kreeg. r.24-25 Ἀντὶ δὲ τῆς τῶν θεῶν βοηθείας ὁ Περσεὺς τὴν τῆς Μεδούσης κεφαλὴν παρέχει τῇ Ἀθηνᾷ.
  • b De tegenstanders van Athena zullen in een gevecht naar haar kijken en zien tegelijk het borstharnas met de kop van Medusa. Zij zullen schrikken en verstijven van angst als zij Medusa in de ogen kijken. Athena gebruikt de kop van Medusa om haar tegenstanders af te schrikken.

Slide 38 - Tekstslide

Opdracht 19
  • a De man staat in aanvalspositie met een zwaard in zijn hand en heeft het dier onderworpen. Hij ziet er fysiek sterk uit, goed gespierd en is niet bang. Het dier is een samengesteld beeld met een mannenlichaam en een stierenkop, duidelijk een monster.
  • b Beide monsters zien er afschrikwekkend uit maar de Minotauros is vooral groot, sterk en agressief. Medusa werkt met gif en een dodelijke blik.

Slide 39 - Tekstslide

Aan het werk.
  • Leer de vetgedrukte woorden op Taalboek blz. 27,  29, 31, 41 en 43.
  • Leer de grammatica t/m H. 7 (blz. 140 t/m 144).
  • Lees Taalboek blz. 42-44
  • Maak Hulpboek blz. 34, opdracht 18, 19 en blz. 36, opr. 22 en 23. 
Dit is ook huiswerk. 

Slide 40 - Tekstslide

Opdracht
  • Ieder krijgt (ongeveer) 2 zinnen toegewezen.
  • Benoem ieder woord in de zin.
  • Bij naamwoorden: geef naamval, geslacht, getal
  • Bij werkwoorden: geef modus, tijd, these, aspect, persoon.
  • Geef bij naamwoorden de (vermoedelijke) functie in de zin, of geef aan of dit een vaste aanvulling is (waarbij?)

Slide 41 - Tekstslide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 42 - Open vraag

Wat is nog onduidelijk?
Waar wil je meer over weten?

Slide 43 - Open vraag