Dictee H3, spelling hoofdstuk 4

Dictee
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Dictee

Slide 1 - Tekstslide

Welk woord is goed gespeld?
A
opligter
B
oplicher
C
oplichter
D
opliggter

Slide 2 - Quizvraag

Welk woord is goed gespeld?
A
carnavalsoptocht
B
carnavalsoptogt

Slide 3 - Quizvraag

Vul het werkwoord in de juiste spelling in.
Het nieuwe wetsvoorstel werd door de pers ...(bejubelen).

Slide 4 - Open vraag

De docent (herhalen) de werkwoordspelling regelmatig.

Slide 5 - Open vraag

werkwoordspelling
A
Zij begeleiden de vrouw naar huis gisteren
B
Zij begeleidden de vrouw naar huis gisteren.

Slide 6 - Quizvraag

Mijn broertje (beheersen) de werkwoordspelling vroeger nog niet zo goed.

Slide 7 - Open vraag

Zij heeft haar vriendin vaak...(beledigen)

Slide 8 - Open vraag

Schrijf de volgende afkorting voluit.
dj

Slide 9 - Open vraag

Wat is de juiste afkorting van bladzijde

Slide 10 - Open vraag