Ethiek les 1

BULO Week 6
Ethiek
1 / 54
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 3

In deze les zitten 54 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

BULO Week 6
Ethiek

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ethiek

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen van de Les 
Aan het einde van de les kun je:
  1. Uitleggen wat de begrippen moreel handelen, moraal en ethiek betekenen. 
  2. Een voorbeeld geven van een ethisch dilemma;
  3. Uiteenzetten (op basis van argumenten) wat jij vindt van een toegewezen ethisch dilemma;
  4. Demonstreren met welke argumenten een ander ‘anders’ kan denken dan jij over een ethisch dilemma

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Moraal: waarden + normen
  • Iedereen heeft dingen die hij of zij belangrijk en waardevol vindt: je waarden. Voorbeelden van waarden zijn vriendschap, vrijheid, gezondheid, eerlijkheid enz.
  • Bij je waarden maak je normen: regels die je waarden ondersteunen (bijvoorbeeld bij de waarde eerlijkheid kan de norm horen: nooit liegen)
  • Samen vormen je waarden en normen je moraal: hoe jij vindt dat mensen zich moeten gedragen


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ethische (morele)dilemma's
  • Botsing tussen waarden (alle keuzes hebben nadelen)
  • Keuzes sluiten elkaar uit.
  • Binnen de ethiek onderzoeken we dergelijke dilemma's. Wat is nou de juiste keuze om te maken? Wat is goed? Wat is het goede leven? etc. 
  • Waarom zijn morele/ethische dilemma's relevant: Ze dwingen je tot een keuze en dat maakt inzichtelijk wat je écht belangrijk vindt. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ETHIEK
Ethiek gaat over het gedrag en handelen van mensen. Er zijn vele handelingen waar meningsverschillen over ontstaan, of die zelfs omstreden zijn. Je kan hierbij denken aan dierproeven, euthanasie en abortus. Veel mensen hebben op dit soort handelingen een moreel oordeel en gaan daarover in gesprek. Vaak lukt het niet om tot een moraal te komen, en is het niet helemaal duidelijk of zo'n handeling dan wel uitgevoerd moet worden of niet. Op zo'n moment spreek je van een ethisch dilemma. Je zal dan een keuze moeten maken voor een bepaalde manier van handelen. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zijn er omstandigheden denkbaar waarbij het te rechtvaardigen valt dat je een mens opeet?
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wil je wonen in een stad die alles van je weet maar waar het (hierdoor) wel veilig is?
A
ja
B
nee

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Moet het verboden zijn kleren te verkopen als die mogelijk zijn gefabriceerd in onveilige buitenlandse fabrieken?
A
ja
B
nee

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Basisbegrippen

Waarden: 
  • Nastrevenswaardige kwaliteiten. VB: vrijheid, eerlijkheid, rechtvaardigheid, gelijkheid etc.
Normen: 
  • Waarden worden concreet in normen. Normen zijn gedragsregels over hoe je je behoort te gedragen in bepaalde situaties.
Voorbeeld
  • Norm: Als iemand je de weg vraagt, help je die persoon door het uit te leggen. Waarde: behulpzaamheid

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Herhalen Basis 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ethiek
''Nadenken over wat goed en fout handelen is''

Ethiek is onderdeel van filosoferen. Grondlegger: Socrates, Athene (469 v.Chr.)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Respect voor ouderen is een...
A
Norm
B
Waarde

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ouderen aanspreken met 'u'
is een...
A
Norm
B
Waarde

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Norm is stoppen bij rood stoplicht
Waarde  is ....veiligheid

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Moraal
''Het totaal van waarden en normen dat in de samenleving als vanzelfsprekend aanvaardbaar gedrag wordt gezien.''

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Optiek --> Standpunt --> Zienswijze 


Een optiek is een benaderingswijze: een manier van kijken naar de werkelijkheid.

Iedereen heeft een eigen optiek.



Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Ethische optiek
Wanneer je ethisch naar iets gaat kijken dan kijk je naar  de menswaardigheid van ons handelen:
menswaardig betekent met respect voor onze menselijkheid

Wat is het juiste handelen; welke keuze(s) 
moet ik maken?

De vraag naar het juiste (menswaardige) handelen kun je heel verschillend beantwoorden. Want wat is eigenlijk menswaardig te noemen?







Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drie opties: Niets doen (kind gaat dood), oude man aanrijden, chauffeur opofferen. Wat zou jij doen en waarom?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht Classroom
Ga naar Classroom daar staat de Opdracht Ethische dilemma's klaar. 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ethisch dilemma
  • Een ethisch dilemma ontstaat wanneer je een keuze moet maken tussen twee waarden.
  • Beide waarden vind je belangrijk en wil je dus bereiken, maar dat gaat niet: soms ontstaan er situaties waarin je een keuze moet maken omdat beide waarden elkaar tegenspreken of met elkaar botsen. 
  • Nadenken over de beste optie noemen we ethisch denken.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieuwe les

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ethische dilemma's
We gaan oefenen met een aantal vragen.
Denk goed na voor je antwoord geeft; 
er kan gevraagd worden naar een 
toelichting.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Biologisch of 'gewoon'? 

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Euthanasie of niet?

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dierproeven of niet? 

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geld of Milieu? 

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen behaald? 
Aan het einde van de les kun je:
  1. Uitleggen wat de begrippen moreel handelen, moraal en ethiek betekenen. 
  2. Een voorbeeld geven van een ethisch dilemma;
  3. Uiteenzetten (op basis van argumenten) wat jij vindt van een toegewezen ethisch dilemma;
  4. Demonstreren met welke argumenten een ander ‘anders’ kan denken dan jij over een ethisch dilemma

Slide 38 - Tekstslide

woorden voor woordenboekje? 
Opdracht Classroom
Ga naar Classroom daar staat de Opdracht Ethische dilemma's klaar. 

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 2 ethische theorieën
Het utilisme + hedonisme = gevolgethiek
De plichtethiek = Beginselethiek


Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Utilisme
Een handeling is moreel juist als als ze bijdraagt aan het vergroten van het geluk van zoveel mogelijk mensen.
Het gaat dus om het gevolg van de handeling.

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plicht ethiek
Hier gaat het om je innelijke plicht om iets goeds te doen.
bv je geweten verplicht je om iets te doen.
Het gaat hier niet om de gevolgen van de handeling , maar om de poging/handeling zelf.
Je handelt als een autonoom mens

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgethiek - Hedonisme
Epicurus:

  • Volgens deze oud-Griekse filosoof gaat het in het leven om geluk.
  • Gelukkig zijn bereik je volgens hem door te proberen pijn te vermijden en het genot na te streven
  • Hoe sneller je tevreden bent, hoe sneller je gelukkig bent.
  • Soms moet je wat ellende accepteren als je weet dat er daarna iets goeds komt, maar ook: soms moet je iets leuks niet doen als je weet dat er daarna ellende van komt. 

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Utilisme
  • Je handeling is ethisch juist (menswaardig) te noemen wanneer deze voor zoveel mogelijk mensen zoveel mogelijk geluk/voordeel oplevert.
  • Je maakt achteraf een balans op van de gevolgen die jouw keuze heeft gehad. 
  • Een handeling is goed als het voor zoveel mogelijk geluk voor zoveel mogelijk mensen zorgt.
  • Een leugentje om bestwil zou dan niet erg zijn
  • Maar waar ligt dan de grens? Wie bepaalt welk soort geluk er moet gelden? Bepaalt de meerderheid altijd wat er dan gebeurt? 



Liegen? goed of fout?

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent (denk je) het woord "utilisme"?
A
zingeving
B
doel
C
moreel handelen
D
nuttig

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk begrip hoort niet bij utilisme
A
meerderheid
B
geluk / genot
C
eigenbelang
D
gevolg

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kan volgens het utilisme een 'leugentje om bestwil' toegestaan zijn?
A
Ja, zolang je door te liegen het totale nut in de wereld vergroot.
B
Nee, liegen is altijd verkeerd ook al is je motief juist.

Slide 48 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is volgens het utilisme een ongelijke verdeling van welvaart toegestaan?
A
Nee, de welvaart moet altijd evenredig worden verdeeld.
B
Ja, zolang daardoor het totale nut in de wereld toeneemt.

Slide 49 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Utilisme heeft oog voor...
A
het individu
B
de vrijheid
C
geluk voor iedereen
D
belang van de meerderheid

Slide 50 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

kritische vragen: 

Een minderheid kan dus ongelukkiger worden want
het doel heiligt de middelen. 
( soms moeten er doden vallen om iets goeds te bereiken)

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 53 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Uitgangspunten ethische theorieën
Genot: hedonisme
Nut: utilitarisme

Plicht: handelen vanuit plichtsbesef.
Verantwoordelijkheid: handelen vanuit verantwoordelijkheid
Gevolgethiek
Plichtethiek

Slide 54 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies