Les 1 betoog schrijven,

Feiten, meningen en argumenten
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Feiten, meningen en argumenten

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

                     Open:    www.lessonup.app 
         Bekijk het plaatje hierboven, hoe je moet inloggen
                                         Welkom!
              Voordat de les is begonnen, heb jij:
Plattegrond 2B1
Hier log je in:
Met jouw Schoolaccount

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

                                         Welkom!
              Voordat de les is begonnen, heb jij:
Hier log je in:
Met jouw Schoolaccount
                     Open:    www.lessonup.app 
         Bekijk het plaatje hierboven, hoe je moet inloggen

Slide 3 - Tekstslide

Klas 2b1 vearo
                                         Welkom!
              Voordat de les is begonnen, heb jij:
Hier log je in:
Met jouw Schoolaccount
                     Open:    www.lessonup.app 
         Bekijk het plaatje hierboven, hoe je moet inloggen

Slide 4 - Tekstslide

Klas 2m2: ZDRUS
Afspraken
1) Goed gedrag wordt beloond: alles mee voor een week.                                                                                       Krijg je wat lekkers. Neem je alles mee voor 2 weken: krijg je 2x wat lekkers van me.  
2) We praten met respect tegen elkaar qua toon en helpen elkaar. 
3) Spullen heb je voordat de begint op orde (pen, laptop, oplader laptop, schriftje Nederlands)
4) Ben je te laat, wacht je op de gang
5) Ik waarschuw op het bord. Bij 2 waarschuwingen: nablijven. 
    Je kunt het wel terug verdienen. 
6) Discussie aangaan doen we na de les en niet tijdens de les. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afspraken
1) We praten met respect tegen elkaar qua toon en helpen elkaar. 
2) Spullen heb je voordat de les begint op orde (pen, laptop, oplader laptop, schriftje Nederlands)
3) Ben je te laat, wacht je even op de gang, totdat ik bij je kom.
4) Ik waarschuw op het bord. Bij 2 waarschuwingen: nablijven. 
     Je kunt het wel terug verdienen. 
5) Discussie aangaan doen we aan het einde van de lesdag en niet tijdens de les.


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we afspreken voor goed gedrag? 
Als je alles 2 weken op orde hebt: huiswerk, spullen.
Iets

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jij kan aan het einde van de les:
  • Ik kan het verschil uitleggen tussen  feiten, meningen en argumenten.
  • Heb jij een stelling bedacht waarover jij jouw betoog wil houden. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

          Open
  Lessonup.app
                                         Welkom!
              Voordat de les is begonnen, heb jij:
 Ga naar Teams Nederlands en dan naar ALGEMEEN 
Plattegrond 2B1

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als jij de baas zou zijn van het land. Wat zou je dan veranderen?

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen een feit mening en argument?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Feiten, meningen en argumenten
Feit: Controleerbaar: waar of niet waar. 
Te bewijzen met cijfers / percentages

MeningPersoonlijk: je bent het ermee eens of oneens. Niet te controleren
Signaalwoorden ik vind, naar mijn mening, mijn standpunt is

Argument: de reden waarom je iets vindt
Signaalwoorden als omdat, want, namelijk, immers

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Link

Deze slide heeft geen instructies

timer
7:00

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ga naar de volgende website:
www. jongerenkieswijzer.nl



Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Link

Deze slide heeft geen instructies

                Ga naar TEAMS NEDERLANDS > Algemeen
Klik op een betoog schrijven

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Jij kan aan het einde van de les:
  • Ik kan het verschil uitleggen tussen  feiten, meningen en argumenten.
  • Ik weet hoe ik een goede stelling moet bedenken
  • Ik heb een stelling bedacht waarover ik mijn betoog wil houden. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

    Eindopdracht: betoog schrijven

Betoog Basis: 
350 woorden, titel, inleiding, 2 argumenten + voorbeelden, slot            (4 alinea's).

Kader/mavo: 
450 woorden schrijven, titel, inleiding, 3 argumenten, slot + 3 bronnen gebruiken (5 alinea's).


Inleveren voor een cijfer:
Maandag 4 december in de les

Waar inleveren?
Teams opdrachten portfolio betoog.



Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betoog = overtuigen
Standpunt - mening van de schrijver
  • Je wilt dat de lezer na het lezen van jouw artikel het met jou eens is.
  • Dus je wilt de lezer overtuigen van jouw mening.

Argumenten - standpunt onderbouwen
  • Om de lezer te overtuigen onderbouw je jouw standpunt met argumenten.
  • Er zijn verschillende soorten argumenten.
  • Let op! Gebruik geen drogredenen (valse argumenten).

A - argument
U - uitleg
B - bijvoorbeeld




Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gebruik in je betoog: A-U-B

Geef elke keer bij je mening:
1.   Argument (na mening): want/ omdat..... ( en dan je/de reden)
2.  Uitleg: Je licht je mening/argument toe
3.  Bijvoorbeeld: Je geeft een voorbeeld  

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is de stelling waar?

Een feit kun je controleren.
A
waar
B
niet waar

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen
een feit en een mening?

Slide 28 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Feit, mening of argument?
Feit: een feit kun je controleren.

Mening: een mening is iets wat iemand vindt.

Argument: een reden waarom je een bepaalde mening hebt. 
Je herkent een argument aan signaalwoorden, zoals: want, omdat, daarom, namelijk. 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is de stelling waar?

Een mening is wat iemand vindt.
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is de stelling waar?

Met een mening kun je het alleen oneens zijn.
A
waar
B
niet waar

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is de stelling waar?

Met een mening kun je het een en oneens zijn.
A
waar
B
niet waar

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verzin 5 zinnen waarbij:
In elke zin wordt er een mening EN een argument gegeven.

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stellingen:
 Wat vind jij?

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jij hebt vandaag een stelling gekozen en bedacht waarover jij jouw betoog wilt schrijven. Dit moet je doorgeven aan jouw docent. 
Stellingen

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sporters moeten weigeren deel te nemen aan wedstrijden in landen waar mensenrechten geschonden worden.
voor
tegen

Slide 36 - Poll

Iedereen schrijft voor zichzelf op waarom
Sporters moeten weigeren deel te nemen aan wedstrijden in landen waar mensenrechten geschonden worden.
Waarom ben je voor of tegen deze stelling?

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Alleen orgaandonoren mogen donororganen ontvangen.
voor
tegen

Slide 38 - Poll

Iedereen schrijft voor zichzelf op waarom
Alleen orgaandonoren mogen donororganen ontvangen.
Waarom ben je voor of tegen deze stelling?

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De overheid moet de prijs van fastfood verhogen.
voor
tegen

Slide 40 - Poll

Iedereen schrijft voor zichzelf op waarom
De overheid moet de prijs van fastfood verhogen.
Waarom ben je voor of tegen deze stelling?

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Onze pauze moet minimaal 30 minuten duren
voor
tegen

Slide 42 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Onze pauze moet minimaal 30 minuten duren
Waarom ben je voor of tegen deze stelling? (jouw argument, jouw reden)

Slide 43 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stap 1: Stelling bij een onderwerp
* Je wil anderen overtuigen.
* Jouw mening heet een stelling.

Mijn stelling is...... moet(en).....
Ik vind dat .... verplicht/verboden moet(en) worden.

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit is jouw voorbereiding voor jouw eindbetoog (voor een cijfer). Verzin een stelling waarover jij jouw betoog gaat schrijven. De stelling schrjf je hieronder op. Denk hier goed over na, want je moet hierover in les 3 al 350 woorden schrijven en 2 argumenten over kunnen schrijven. Je moet de lezer overtuigen van jouw stuk.

Slide 45 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tip voor het maken van een stelling:
Begin met een vraag, en maak van het antwoord je stelling.
Hoe ingewikkeld het onderwerp ook is, bijna elke stelling kan gevormd worden door het beantwoorden van een vraag.

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Structuur van een betoog
Inleiding
Noem het onderwerp en geef jouw stelling.
Middenstuk
Onderbouw jouw stelling met argumenten.
Slot
Geef een korte samenvatting en jouw conclusie (herhaal je stelling).

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies