Les 10 kookpunt en smeltpunt VWO2

Kookpunt en smeltpunt 
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Kookpunt en smeltpunt 

Slide 1 - Tekstslide

Vorige week...

Slide 2 - Tekstslide

fase-overgangen
  • vervluchtigen
  • rijpen
  • verdampen
  • condenseren
  • bevriezen
  • smelten 

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kan beschrijven wat er gebeurt als water kookt.
  • Je kan uitleggen wat het kookpunt en smeltpunt van een stof zijn en waarom dit stofeigenschappen zijn.
  • Je kan het verschil tussen kookpunt en kooktraject uitleggen via een kookgrafiek
  • Je kan uitleggen hoe je het vriespunt of smeltpunt van water kunt verlagen.

Slide 4 - Tekstslide

Aantekening: Kelvinschaal
Van graden Celsius naar graden Kelvin --> +273
Van graden Kelvin naar graden Celsius --> -273

Slide 5 - Tekstslide

Kelvin en oC
Omrekenen

- Graden Celsius 
- Kelvin
- Graden Fahrenheit

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld opdrachten
  1. Hoeveel graden Celsius is 272 Kelvin?
  2. Hoeveel graden Celsius is 150 Kelvin?
  3. Hoeveel Kelvin is 32 graden Celsius?
  4. Hoeveel Kelvin is -15 graden Celsius?
 T (in Celcius) + 273 = T (in Kelvin) =
 T (in Kelvin) - 273 = T (in Celcius)

Slide 7 - Tekstslide

Smelt en kookpunt
ijs smelt altijd bij 0 °C. Dit is het smeltpunt van ijs.
Water kookt altijd bij 100 °C. Dit is het kookpunt van water.

Iedere stof heeft een eigen smelt en kookpunt.

Slide 8 - Tekstslide

Onder het smeltpunt is de fase vast.
Tussen het smelt-en kookpunt vloeibaar.
Boven het kookpunt gasvormig.

Stofeigenschappen van zuivere stoffen

Slide 9 - Tekstslide

Het kookpunt
Tijdens het koken van water is de temperatuur 100 °C. De waterdampbellen ontstaan door de hele vloeistof. Tijdens het koken blijft de temperatuur constant. Het kookpunt is een stofeigenschap.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

De overeenkomst tussen verdampen en koken.
Bij allebei is er de
fase-overgang
van vloeibaar
naar gasvormig.

Slide 12 - Tekstslide

Verschillen
Verdampen gebeurt alleen aan het oppervlak en kan tussen het smelt-en kookpunt  plaatsvinden. Water kan dus verdampen tussen 0 en 100 °C

Koken kan alleen bij het kookpunt.

Slide 13 - Tekstslide

Smeltpunt en vriespunt
Smeltpunt en vriespunt of
stolpunt is hetzelfde.

Ijs bevriest en smelt bij 0 oC.
Tijdens het smelten blijft de 
temperatuur constant. 

Slide 14 - Tekstslide

Kookpunt & smeltpunt

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Het vries-of smeltpunt verlagen
Met zout of antivries kun je het vriespunt van 
water verlagen.

Slide 17 - Tekstslide

Het smeltdiagram van stearinezuur.

Slide 18 - Tekstslide

Zuivere stof: smeltPUNT en kookPUNT.




Mengsels: smeltTRAJECT en kookTRAJECT

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Bij hoeveel graden gaat water koken
A
90 °C
B
100 m
C
101 °C
D
100 °C

Slide 22 - Quizvraag

Het koken van water op microniveau geef ik zo aan:
A
dampmoleculen zijn lichter en stijgen daarom op
B
moleculen bewegen zo snel dat ze overgaan naar de gasfase
C
Ik zie bubbeltjes en daarom ontstaat er waterdamp
D
moleculen gaan elkaar afstoten zodat ze overgaan in de gasfase

Slide 23 - Quizvraag

In de tabel staan twaalf stoffen. Peter heeft één van deze stoffen in een fles. De stof komt vloeibaar uit de vriezer (−18 °C). Als de vloeistof een poosje bij kamertemperatuur (20 °C) staat, begint hij te koken.
Welke van de stoffen in de tabel zou dit kunnen zijn?
A
alcohol
B
butaan
C
kwik
D
propaan

Slide 24 - Quizvraag


Welke diagram laat een smeltpunt zien?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 25 - Quizvraag

Het smeltpunt van ijzer is 1559 graden Celsius en het kookpunt is 2800 graden Celsius. Welke fase heeft ijzer bij 1600 graden Celsius?
A
vast
B
vloeibaar
C
gasvormig

Slide 26 - Quizvraag

In de winter wordt zout op de wegen gestrooid. Dit wordt gedaan om ervoor te zorgen dat er geen ijslaag op de wegen komt.
Wat is het effect van strooizout?
A
het verlaagt het stolpunt van water
B
het verlaagt het smeltpunt van water
C
het verlaagt het kookpunt van water
D
het verlaagt het vriespunt van water

Slide 27 - Quizvraag

Afsluiting
  • Je kan beschrijven wat er gebeurt als water kookt.
  • Je kan uitleggen wat het kookpunt en smeltpunt van een stof zijn en waarom dit stofeigenschappen zijn.
  • Je kan het verschil tussen kookpunt en kooktraject uitleggen via een kookgrafiek
  • Je kan uitleggen hoe je het vriespunt of smeltpunt van water kunt verlagen.

Slide 28 - Tekstslide