Par 5.4 Contante waarde van een rente_2526

Par 5.4 Contante waarde van een rente
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Par 5.4 Contante waarde van een rente

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 5 Enkelvoudige en samengestelde rente
  • 5.1 Enkelvoudige en samengestelde rente
  • 5.2 Eindwaarde en contante waarde van één bedrag
  • 5.3 Eindwaarde van een rente
  • 5.4 Contante waarde van een rente
  • 5.5 Nominale en effectieve interest
  • 5.6 Aflossingen op leningen 

Slide 2 - Tekstslide

Agenda les
  • Uitleg par 5.4
  • Zelf aan de slag
  • Huiswerk

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen par 5.4
  • Je kunt de contante waarde van een rente (met de formule) berekenen.

Slide 4 - Tekstslide

Welk bedrag moet ik nu op een spaarrekening zetten?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Dus a= 7.500 x 1,007^-5 (zie ook tijdlijn)

Slide 12 - Tekstslide

Dus a= 
7.500 x 1,007^-5

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

= aantal stortingen

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

CW verplichting op 31 december 2025?
a= 4.000 x 1
r=1,065^-1
n=5

Slide 17 - Tekstslide

CW verplichting op 1 januari 2025?

Slide 18 - Tekstslide

CW verplichting op 1 januari 2023?

Slide 19 - Tekstslide

NB eigenlijk klopt uitleg a bij methode Vlimmeren niet helemaal
- Bij EW en CW omschrijven ze in somformule a= eerste term x Kapitaal
Eigenlijk reken je eerst S uit waarbij a= eerste term in rekenkundige rij
Dan EW= K x S en CW= K x S

Slide 20 - Tekstslide

NB eigenlijk klopt uitleg a bij methode Vlimmeren niet helemaal
- Bij EW en CW omschrijven ze in somformule a= eerste term x Kapitaal

Eigenlijk reken je eerst S uit waarbij a= eerste term in rekenkundige rij
Dan EW= K x S en CW= K x S

Slide 21 - Tekstslide

Maak opdracht 5.16
  • Maak opdracht 5.16 fluisterend overleg tweetal naast elkaar toegestaan.
  • Teken eerst de tijdlijn.
  • Bereken de Contante waarde zowel handmatig als met de somformule.
  • Tijdsduur: 15 minuten
  • Klaar: maak opdracht 5.17
timer
15:00

Slide 22 - Tekstslide

Maak opdracht 5.17
  • Maak opdracht 5.17 fluisterend overleg tweetal naast elkaar toegestaan.
  • Teken eerst de tijdlijn.
  • Bereken de Contante waarde zowel handmatig als met de somformule.
  • Tijdsduur: 10 minuten
  • Klaar: maak opdracht 5.18
timer
10:00

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk
  • Lees paragraaf 5.4 en bekijk de voorbeelden
  • Maak opdracht 5.16 t/m 5.20 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide