Spelling en grammatica 2F

Spelling en grammatica
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Spelling en grammatica

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zij werkt harder....
A
als hem
B
dan hem
C
dan hij
D
als hij

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als of Dan
  • Het is even leuk als gisteren.
  • Het is leuker dan ik had verwacht







als       dan

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak de zin langer.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De studenten van klas 2C ... gisteren hard om zijn grappen.
A
lachte
B
lachtte
C
lachtten
D
lachten

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als opa een goede grap ..., ..... zijn buik hard op en neer.
A
vertelt, schud
B
vertelt, schudt
C
verteld, schud
D
verteld, schudt

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De .... (meten)afstand was hoger dan ik had verwacht

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De kleuter huilde wel 5 keer zo hard ... zijn vriendje.
A
dan
B
ook
C
als
D
net zoals

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De ........ mail kwam net te laat.
A
beantwoorde
B
beantwoordde
C
beantwoorden
D
beantwoordden

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De ceremonie begon met een ........ van de voorzitter.
A
welkomswoord
B
welkomstwoord

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als ik op 20 januari 18 ....., dan ga ik direct beginnen met autorijles
A
word
B
wordt

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Door vuurwerkongevallen ..... het afgelopen jaar 3 mensen dood.
A
bloede
B
bloeden
C
bloedde
D
bloedden

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het is ... beslissing: je moet zelf kiezen.
A
jou
B
jouw

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dat is .... jas.
A
u
B
uw

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kom ... naar benenden.
A
onmidelijk
B
ommiddellijk
C
onmiddelijk
D
onmiddellijk

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hij wijst naar .......
A
jou
B
jouw

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb net .... gezicht gewassen.
A
me
B
mijn

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je schrijft in het Nederlands ... op deze manier.
A
sex
B
seks
C
kan beiden

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hé, steek jij even de ... aan?
A
barbeque
B
barbecue

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

....vroeg ga ik in mijn vakantie altijd naar de bakker voor vers brood.
A
S ' morgensvroeg
B
's morgensvroeg
C
s 'Morgensvroeg
D
's Morgensvroeg

Slide 20 - Quizvraag


Schrijf het tweede woord van een zin met een hoofdletter als het eerste woord van de zin met een apostrof begint.
De 65-plusser wil per se een €-teken laten tatoeëren op zijn arm.

is deze zin juist geschreven?
A
ja
B
nee

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul jij het ... in?
A
aangifteformulier
B
aangifte-formulier

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zullen er in de toekomst nog meer ..... komen?
A
bacteriën
B
bacterieën

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een pandemie, twee ..

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Plaats de leestekens op de juiste manier.

De ober zei in dit café mag u geen eigen drank nuttigen


Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

"Als alles goed is," vroeg Joris, "mag ik dan eerder weg?"

Is deze zin juist geschreven?
A
ja
B
nee

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hij ..... met de ex-vriendin van zijn broer.
A
date
B
datet

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat er ook .... , ik sta achter je.
A
gebeurt
B
gebeurd

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De eerstejaars worden verwacht om 10:00 uur voor de introductie. Dit .... ook als je het jaar overdoet.
A
geld
B
geldt

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer hij heeft ....., dan kan hij er weer een tijdje tegenaan.
A
gerelaxt
B
gerelaxd
C
gerelaxed

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vergeet het maar, ... gaan echt niet mee!
A
hun
B
hen
C
zij

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik zou graag met ... op vakantie willen gaan.
A
hun
B
hen

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik geef ... een bos bloemen.
A
hun
B
hen
C
zij

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het allermooiste ... ik gedaan heb is .... ???
A
dat
B
wat

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het enige ... ik weet is dat zij hier nu niet zijn.
A
dat
B
wat

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik zag laatst een klein kindje .... helemaal alleen aan zijn lot was overgelaten.
A
die
B
dat

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

..... wil ik jullie nog vertellen wat je mee moet nemen naar je stage.
A
Tenslotte
B
Ten slotte

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Alle medewerkers zijn in gesprek.
..... u rekening met een wachttijd van meer dan 3 minuten.
A
Houd
B
Houdt

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies