Deel 8b, thema 1, week 3 Taak 9.3 EN 10.3 de juiste volgorde

lesdoel 1

Ik ken de juiste volgorde van bewerkingen.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

lesdoel 1

Ik ken de juiste volgorde van bewerkingen.

Slide 1 - Tekstslide

Klopt dit?

2 x 4 + 6 =
A
eerst vermenigvuldigen
B
eerst optellen

Slide 2 - Quizvraag

Klopt dit?

2 x 20: 5 =
A
eerst vermenigvuldigen
B
eerst delen

Slide 3 - Quizvraag

Klopt dit?

2 x 4 + 8 : 4 =
A
eerst vermenigvuldigen en delen
B
eerst eerst optellen

Slide 4 - Quizvraag

Klopt dit?

(3 x 5) : 5 =
A
eerst tussen haakjes
B
eerst delen

Slide 5 - Quizvraag

stappenplan: 8 x 12 + 4 x 8.
* Je rekent  eerst de keersommen 8 x 12 en 4 x 8 uit.
* daarna tel je het op

Eerst vermenigvuldigen en delen daarna optellen en aftrekken


Slide 6 - Tekstslide

stappenplan: 30 : 6 x 2
Eerst delen daarna vermenigvuldigen


vermenigvuldigen heeft alleen voorrang boven optellen en aftrekken.

Slide 7 - Tekstslide

25 x (8 - 4)
Stappenplan:
Je rekent eerst uit wat tussen de haakjes staat. Dat is 4. Dat vermenigvuldig je met 25.

Slide 8 - Tekstslide

Reken uit! Wat doe je eerst?
4 x 25 : 5 =

Slide 9 - Open vraag

Reken uit! Wat doe je eerst?
( 25 + 25) x 4 =

Slide 10 - Open vraag

Reken uit!
40 - 10 : 2 - 1 =

Slide 11 - Open vraag

Reken uit!
15 : 3 - 2 x 1 =

Slide 12 - Open vraag

Reken uit!
(33 x 3) - (33 : 3) =

Slide 13 - Open vraag

Reken uit?
(45 - 10): 5 + 4 : 2 =

Slide 14 - Open vraag

Welke som klopt niet?
A
24 : 3 + 5 = 13
B
24 : 3 + 5 = 3
C
24 : (3 + 5) = 13

Slide 15 - Quizvraag

Welke som is juist?
A
35 : 5 + 2 x 6 - 3 = 27
B
35 : 5 + 2 x (6 - 3) = 27
C
35 : (5 + 2) x 6 - 3 = 27

Slide 16 - Quizvraag

aan het werk
 Deel 8b, thema 1, week 3
Taak 9.3 en 10.3

Klaar: plussen

3 fouten achter elkaar
roep de juf
Regels

20 : 4 +  3 x 10 =
Eerst delen en vermenigvuldigen dan optellen of aftrekken.

30 : 5 x 4 =
Eerst delen dan vermenigvuldigen

(30 + 10) : 2 + 20 =
Eerst tussen haakjes uitrekenen ndan delen of vermenigvuldigen dan optellen of aftrekken

Slide 17 - Tekstslide