9.2 schuifsymmetrie en draaisymmetrie


Hoofdstuk 9 Symmetrie
9.2. Schuifsymmetrie
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les


Hoofdstuk 9 Symmetrie
9.2. Schuifsymmetrie

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
-Leerdoelen bespreken
-Uitleg 9.2 Schuifsymmetrie
-Aan de slag: opdrachten 

-Uitleg 9.3 draaisymmetrie
-Aan de slag:opdrachten

Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen deze les:
Je kunt een schuifsymmetriesch figuur uitbereiden.

Je kunt in een draaisymmetrisch figuur de kleinste draaihoek berekenen.

Slide 3 - Tekstslide

Schuifsymmetrie

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Motief en Patroon
met schuifsymmetrie kan je een patroon maken
het kleinste stukje dat je telkens herhaald
noem je het motief. 

bij deze tegelvloer is één tegel het motief
door die tegel te herhalen ontstaat een 
patroon

het motief

Slide 6 - Tekstslide

1
2
3
4
Schuifsymmetrie

Slide 7 - Tekstslide

Schuifsymmetrie

Slide 8 - Tekstslide

Draaisymmetrie

Slide 9 - Tekstslide

9.3 draaisymmetrie

Slide 10 - Tekstslide

Hoe bepaal je nou de kleinste draaihoek?
Stap 1: Kijk hoe vaak je een figuur kan draaien zonder dat de figuur veranderd.
Stap 2: 360 : 4 =90 dus kleinste draaihoek = 90 graden!
         beginstand        1                   2                   3                   4
.
.
.
.
.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide



                                      Kleinste draaihoek
                                     360 :2 = 180 graden

Slide 14 - Tekstslide

Heeft deze afbeelding
een draaisymmetrie
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quizvraag

Is hier sprake van
lijn- of draaisymmetrie ?

A
alleen lijnsymmetrie
B
beide
C
alleen draaisymmetrie

Slide 16 - Quizvraag


Van welke symmetrie is er sprake in dit figuur?
A
Lijnsymmetrie
B
Draaisymmetrie
C
Lijnsymmetrie en draaisymmetrie
D
Geen van beiden

Slide 17 - Quizvraag

Welke symmetrie
heeft dit figuur?
A
lijnsymmetrie
B
draaisymmetrie
C
geen symmetrie
D
spiegel en draaisymmetrie

Slide 18 - Quizvraag

Deze figuur heeft draaisymmetrie.
Wat is de kleinste draaihoek?
A
30
B
60
C
180
D
72

Slide 19 - Quizvraag


Wat is de kleinste draaihoek?
A
60°
B
90°
C
120°
D
180°

Slide 20 - Quizvraag

Wat voor symmetrie heeft het figuur hiernaast?
A
Geen symmetrie
B
Lijnsymmetrie
C
Draaisymmetrie
D
Lijnsymmetrie én draaisymmetrie

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de kleinste draaihoek?

A
45
B
90
C
180
D
360

Slide 22 - Quizvraag

Kleinste draaihoek?
A
360 : 2 = 180 º
B
360 : 3 = 120 º
C
360 : 4 = 90 º
D
Niet draaisymmetrisch

Slide 23 - Quizvraag

Wat is de kleinste draaihoek?
A
90 graden
B
60 graden
C
72 graden
D
36 graden

Slide 24 - Quizvraag

Lesdoelen deze les:
Je kunt een schuifsymmetriesch figuur uitbereiden.

Je kunt in een draaisymmetrisch figuur de kleinste draaihoek berekenen.

Slide 25 - Tekstslide

Ik kan aangeven of een figuur draaisymmetry heeft.
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Ik kan aangeven de kleinste draaihoek van een figuur met draaisymmetrie
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Wat?
Maak som #: 17, 18 en 19 blz. 214
                    # : 23, 26, 27 en 28 blz. 217
waar?
blz. 214
Hulp?
-Boek en/of aantekeningen
-Buurtjonge/ buurtmeisje
-Docent
Klaar?
-Nakijken en indien nodig corrigeren
maak testopgave blz 217
Niet af?
Huiswerk
Aan de slag:

Slide 28 - Tekstslide

Wat weet je nog?

Slide 29 - Tekstslide