René Descartes (1596-1650) -> wij hebben een vrije wil. De ziel bestuurt het lichaam zoals een stuurman zijn schip. (dualisme)
Baruch Spinoza vindt dat inconsequent (1632-1677)-> één, oneindige, allesomvattende substantie: God, oftewel de natuur. (monisme) De vrije wil bestaat niet -> geeft vrijheid.
Arthur Schopenhauer (1819) -> alles draait om overleven en voortplanten. Hier domineert de wil, een onbewust, onverzadigbaar, blind verlangen.
De Amerikaanse filosoof Daniel Dennett (1942). -> Dat het universum in grote mate gedetermineerd is, versterkt in zijn ogen onze vrije wil. In de loop van jaren hebben wij geleerd om steeds beter de consequenties van ons handelen in te schatten. (verantwoordelijkheid = vrije wil).