Klinisch redeneren
1 / 15
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
wat weet je al over de ABCDE-methode?
Slide 4 - Woordweb
Wat wordt er gecontroleerd in de B?
A
vrije luchtweg
B
Luisteren naar de longen
C
pupil controle
D
inspectie mond-keelholte
Slide 5 - Quizvraag
Wat heeft invloed op het bewustzijn?
A
vermoeidheid
B
medicatie
C
hypoglykemie
D
alle bovenstaande
Slide 6 - Quizvraag
hoeveel parameters zijn afwijkend?
Ademfrequentie= 25
Hartfrequentie=120
Bloeddruk 120/80
Saturatie 98%
Ademfrequentie= 25
Hartfrequentie=120
Bloeddruk 120/80
Saturatie 98%
A
1
B
2
C
3
D
5
Slide 7 - Quizvraag
Wat word er gecontroleerd in de A
A
vrije luchtweg
B
luisteren naar de longen
C
de bloeddruk
D
de saturatie
Slide 8 - Quizvraag
Wat heeft deze man?
A
gebroken kaak
B
allergische reactie
C
astma aanval
D
geen van bovenstaande
Slide 9 - Quizvraag
Kun je de ABCDE-methode toepassen bij een bewusteloze patiënt?
A
ja
B
nee
C
soms
D
ik weet het niet
Slide 10 - Quizvraag
Treat first what kills first...
A
slaat nergens op
B
zegt mij niks
C
ken ik
D
zegt mij wel wat, maar weet niet wat het betekend
Slide 11 - Quizvraag
Van fors braken en diarree kan je in welke shock raken?
A
hypovolemische shock
B
cardiogene shock
C
distributieve shock
D
obstructieve shock
Slide 12 - Quizvraag
Wat zijn pinpoints?
A
wijde pupillen
B
grote pupillen
C
kleine pupillen
D
niet reactieve pupillen
