uitrekenen met een formule

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Wiskunde

- Vragen Formules en grafieken (M: H8, HV: H3)

- Formules met letters = variabelen

Formules en grafieken

2e week

Mavo: §8.5 en blz.187-188

Havo: §3.3 en §3.4

Vwo: §3.5

Formules en grafieken

Globale grafieken aflezen

Grafieken tekenen

Lineaire grafieken, tabellen met regelmaat

Verhaal bij een tabel met regelmaat en een lineaire grafiek

Woordformules en grafieken bij woordformules

Formules met letters = variabelen

Vragen?

Tabellen met regelmaat

Inkomsten

=5+3,75⋅tijd(uren)

(in €)

I=5+3,75t

Tabellen met regelmaat

Inkomsten

=3+2,60⋅tijd(uren)

(in €)

I=3+2,60t

Lineaire grafieken

Inhoud

(ml)

olielamp

=75−25⋅tijd(uren)

I=75−25t

Rekenen met woordformules

Prijs

=2+0,50⋅aantal

(in €)

stickers

P=2+0,50a

Rekenen met woordformules

Huurbedrag

=21⋅tijd(dagen)+7,50

(€)

zaag

B=21t+7,50

Woordformule bij regelmaat

4

nummer

aantal stokjes

=1+2⋅

aantal stokjes

nummer

s=1+2n

HV: Berekenen met variabelen

7f−2

f=4

Bereken:

voor

HV: Berekenen met variabelen

7f−2

f=4

Bereken:

voor

Betekent

7⋅

−2

als

=4