Vwo 4 Nectar 8.2

Paragraaf 8.2
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 8.2

Slide 1 - Tekstslide

Deze periode (TW4)

Slide 2 - Tekstslide

Deze periode (TW4)

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Organisch of anorganisch?
Anorganisch

Organisch

Slide 5 - Sleepvraag

Organisch of anorganisch?
Anorganisch

Organisch
Eiwit
Zetmeel
Zout
Glucose
DNA
Koolstofdioxide

Slide 6 - Sleepvraag

Leerdoelen 8.1

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen 8.2

Slide 8 - Tekstslide

Kringlopen in een ecosysteem

Slide 9 - Tekstslide

Voedselketen en energie

Slide 10 - Tekstslide

Productie
  • Bruto primaire productie (BPP)
  • Netto primaire productie (NPP)
  • NPP = BPP - dissimilatie

Slide 11 - Tekstslide

Primaire Productie
Bruto Primaire Productie = 
energie vastgelegd in organische stoffen 

Netto Primaire Productie = 
energie die is vastgelegd minus de energie die verloren is gegaan bij de dissimilatie

Slide 12 - Tekstslide

Energiestroom
Bruto primaire productie= alles wat dmv fotosynthese gemaakt wordt aan organische stoffen. 
Netto primaire productie is voor de volgende schakel beschikbaar.

Slide 13 - Tekstslide

Voedselpiramide
BiNaS 93E2

Slide 14 - Tekstslide

Biomassa

Slide 15 - Tekstslide

Energiestroming in de Waddenzee

Slide 16 - Tekstslide

Wat is bruto primaire productie?
A
Al het organische materiaal dat niet gedissimileerd wordt in een ecosysteem
B
Alle reactieproducten die ontstaan in een bepaalde soort
C
Al het organisch materiaal dat gebruikt wordt voor de dissimilatie in een ecosysteem
D
Alle biomassa dat gevormd wordt door producenten

Slide 17 - Quizvraag

Welke bewering is waar?
A
netto productie=bruto productie - assimilatie
B
netto productie=bruto productie - dissimilatie
C
netto productie=bruto productie + assimilatie
D
netto productie=bruto productie + dissimilatie

Slide 18 - Quizvraag

Hoe groot is de bruto primaire productie van het ecosysteem dennenbos?
2/13
A
55.2
B
77.3
C
91.2
D
232.4

Slide 19 - Quizvraag

Wat betekent trofisch niveau?
A
De hoeveelheid energie in een organisme
B
Het aantal organismen in een ecosysteem
C
De hoeveelheid aan soorten in een ecosysteem
D
De plek van het organisme in de voedselketen

Slide 20 - Quizvraag

Wat is het trofisch niveau van een plant?
A
Producent
B
Carnivoor
C
Reducent
D
Consument

Slide 21 - Quizvraag

In welk trofische niveau is de biomassa het grootst?
A
1e trofische niveau
B
2e trofische niveau
C
3e trofische niveau
D
4e trofische niveau

Slide 22 - Quizvraag

Welk trofisch niveau is de boom?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 23 - Quizvraag

Welk trofisch niveau is de leeuw?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 24 - Quizvraag

Waardoor is een hoger trofisch niveau altijd kleiner dan een lager trofisch niveau?
(meerdere antwoorden!)
A
er treed energieverlies op door dissimilatie
B
energieverlies door onverteerde resten
C
doordat niet alles gegeten wordt.
D
er treed energieverlies op door assimilatie

Slide 25 - Quizvraag

Leerdoelen 8.2

Slide 26 - Tekstslide

  • Doornemen 8.3 (5 min!)
  • Maken 8.2: opdracht 22, 24-26, 29-32, 34-37
Aan het werk

Slide 27 - Tekstslide