Herhalen thema 6 Ecologie BS 1 tot en met BS 3

Herhalen thema 6 Ecologie BS 1 tot en met BS 3
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhalen thema 6 Ecologie BS 1 tot en met BS 3

Slide 1 - Tekstslide

BS 1 Ecologie
Overleven van een wild konijn hangt af van aantal vijanden, maar ook van hoeveelheid eten en andere konijnen in het gebied. Ecologie gaat over hoe organismen met elkaar samenleven en de invloed van de levenloze natuur daarop.

Slide 2 - Tekstslide

Voedselketen
Een reeks soorten waarbij elke soort voedsel is voor de volgende soort heet een voedselketen
Een voedselketen bestaat uit schakels
Eerste schakel is altijd een plant/alg (=producent)
Pijl => wordt gegeten door...

Slide 3 - Tekstslide

Voedselweb
In een voedselweb staan alle
voedselketens van een bepaald gebied (ecosysteem)

Wat is de langste keten die je kunt maken? Hoeveel schakels?
(Plaatje in boek blz. 71)

Slide 4 - Tekstslide

Formule fotosynthese:
Bij fotosynthese verbruikt een plant de energiearme stoffen koolstofdioxide en water. Energiearme stoffen bevatten weinig energie.

Bij fotosynthese ontstaan glucose en zuurstof. Zuurstof is energiearm, maar glucose bevat veel energie. Glucose is een energie-rijke stof.

Slide 5 - Tekstslide

Verbranding (=bij alle organismen)
Om alles te kunnen doen wat ons lichaam doet (vb. bewegen, groeien, eten verteren, ademhalen, enz. ) hebben we energie nodig.
Deze energie krijgen we door glucose te verbranden in al onze lichaamscellen (daarom eten we), verbranding gebeurd 24/7.
Glucose is onze brandstof.
Zuurstof is ook altijd nodig bij verbranding.

Slide 6 - Tekstslide

Stofwisseling
Stofwisseling: het omzetten van stoffen in andere stoffen. 

Twee vormen:
  • Fotosynthese
  • Verbranding

Slide 7 - Tekstslide

Producenten
  • Organismen die zelf eten maken zijn producenten
  • Planten of algen
  • Planten zetten energiearme stoffen in  energierijke stoffen
Planten zijn altijd eerste schakel in voedselketen

Slide 8 - Tekstslide

Dieren zijn altijd consumenten





producenten    -->    consumenten vd 1e orde (planteneters)    --> consumenten vd 2e orde (vleeseters) 

Slide 9 - Tekstslide

Planteneter (tweede schakel)
Vleeseter (derde schakel of hoger)

Slide 10 - Tekstslide

Alleseters

Alleseters zijn dieren die planten en dieren eten.

 Alleseters kunnen de tweede schakel zijn, of hoger.

Slide 11 - Tekstslide

Afvaleters
  • Dode resten van organismen -> afvaleters.

  • De afvaleters zijn net als alle andere dieren consumenten in de voedselketen.

Slide 12 - Tekstslide

Reducenten
Bacteriën en schimmels
ruimen dode organismen
op. --> reducenten
Hierbij komen energiearme
stoffen vrij (koolstofdioxide, water, mineralen), die worden opgenomen door planten

Slide 13 - Tekstslide

Kringloop van producenten, consumenten en reducenten

Slide 14 - Tekstslide

BS 2 Piramide van biomassa
Biomassa totale hoeveelheid energierijke stoffen in een organisme

Piramide van biomassa = biomassa per schakel van de voedselketen

Slide 15 - Tekstslide

Energie in de voedselketen
De energie van de zon die via de producenten in de voedselketen komt, gaat niet allemaal naar de volgende schakel in de voedselketen. Een deel verdwijnt door verbranding en een deel wordt afgebroken door reducenten. Voor elke volgende schakel in de voedselketen blijft dus minder energie over. 

Slide 16 - Tekstslide

Koolstofkringloop
Koolstof = C
zit in CO2
Glucose = C6H12O6

Slide 17 - Tekstslide

Vragen?
Heb je nog vragen?

Slide 18 - Tekstslide

Aan het werk:
Controleer of je de volgende opdrachten gemaakt hebt:
BS 1: 1, 3, 5, 6
BS 2: 1, 2, 3, 5, 7
BS3: 1, 2, 3, 4!!!, 5

Klaar?-> Vraag nakijkboek
Klaar?-> Ga oefenen met flitskaarten (op laptop)

Slide 19 - Tekstslide