Zouten, rekenen en koolstofchemie

Lesdoelen: herhalen
~15 min: Je leert hoe je een oplosvergelijking, indampvergelijking en neerslagreactievergelijking opstelt.

~10 min: Je leert rekenen aan de concentratie van zoutoplossingen.

~20 min: Je kunt de structuurformule / systematische naam van een
 koolstofverbinding bepalen.


1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lesdoelen: herhalen
~15 min: Je leert hoe je een oplosvergelijking, indampvergelijking en neerslagreactievergelijking opstelt.

~10 min: Je leert rekenen aan de concentratie van zoutoplossingen.

~20 min: Je kunt de structuurformule / systematische naam van een
 koolstofverbinding bepalen.


Slide 1 - Tekstslide

Zouten en oplosvergelijkingen
Dit is ook voor hoofdstuk 5 nuttig =)
Begin: vaste stof
Eind: opgeloste stof

Slide 2 - Tekstslide

Geef de oplosvergelijking van natriumacetaat

Slide 3 - Open vraag

De oplosvergelijking van natriumacetaat

Slide 4 - Tekstslide

Indampvergelijkingen
Bij indampen verdampt water
Opgeloste stof heeft plots geen oplosmiddel meer

Slide 5 - Tekstslide

Geef de indampvergelijking voor het verwarmen van een oplossing van kaliumsulfaat

Slide 6 - Open vraag

Neerslagreacties
In tabel 45A kun je combinaties van ionen checken op oplosbaarheid. Lossen ze slecht of matig op? Dan volgt er een neerslagreactie:

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Geef de neerslagreactie bij samenvoegen van koper(II)bromide-oplossing en zilverchloride-oplossing

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Geef de neerslagreactie bij samenvoegen van koper(II)bromide-oplossing en zilverchloride-oplossing

Slide 11 - Tekstslide

Geef de indampvergelijking voor het verwarmen van een oplossing van kaliumsulfaat 

Slide 12 - Tekstslide

Molrekenen
Jaap lost 2,50 g kaliumsulfaat op in 2,00 L water. Wat is de molariteit van K

Slide 13 - Tekstslide

Jaap lost 2,50 g kaliumsulfaat op in 2,00 L water. Wat is de molariteit van K+ ?

Slide 14 - Open vraag

Aanpak

Slide 15 - Tekstslide

Uitwerking 

Slide 16 - Tekstslide

Uitwerking

Molverhouding Kaliumsulfaat : K+ = 1:2
Dus 2 x 0,00717 = 0,0143 mol K+
 

Slide 17 - Tekstslide

Hoeveel g kaliumsulfaat moet Kees toevoegen om een concentratie K+ van 0,0200 M te krijgen?

Slide 18 - Open vraag

Aanpak

Slide 19 - Tekstslide

Uitwerking
Je hoeft niet alle stappen te doorlopen!

Slide 20 - Tekstslide

Uitwerking
Vergeet niet... Er werd gevraagd hoeveel kaliumsulfaat nog moest worden toegevoegd! 

3,48-2,50 = 0,98 g kaliumsulfaat 

Slide 21 - Tekstslide

Wat is hier de stamnaam?
A
But-
B
Hex-
C
Hept-
D
Pent-

Slide 22 - Quizvraag

Wat is hier de systematische naam?
A
4-methylhexaan
B
3-methylhexaan
C
1,2,4-dimethylbutaan
D
heptaan

Slide 23 - Quizvraag

Geef de structuurformule van 2-methylbutaan-1-ol

Slide 24 - Open vraag

2-methylbutaan-1-ol

Slide 25 - Tekstslide

Wat is de correcte naamgeving?
A
4-methylhex-4-een-2-ol
B
3-methylhex-2-een-5-ol
C
1,2-dimethylpent-2-een-4-ol
D
4,5-dimethylpent-4-een-2-ol

Slide 26 - Quizvraag

Lesdoelen: herhalen
~15 min: Je leert hoe je een oplosvergelijking, indampvergelijking en neerslagreactievergelijking opstelt.

~10 min: Je leert rekenen aan de concentratie van zoutoplossingen.

~20 min: Je kunt de structuurformule / systematische naam van een
 koolstofverbinding bepalen.


Slide 27 - Tekstslide