13 september Rekenen opdracht 1

• Rekenen
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

Rond het bedrag af (welk getal ligt het dichts bij?)
€3,10

1. €4,00
2. €2,00
3. €3,00
4. €3,50

Rond het bedrag af (welk getal ligt het dichts bij?)
€15,85

1. €16,00
2. €15,50
3. €15,00
4. €15,90

Rond het bedrag af (welk getal ligt het dichts bij?)
€6,25

1. €6,30
2. €6,00
3. €7,00
4. €10,50

Rond het bedrag af (welk getal ligt het dichts bij?)
€9,15

1. €9,00
2. €9,10
3. €9,20
4. €10,00

Rond het bedrag af (welk getal ligt het dichts bij?)
€13,85

1. €13,50
2. €13,80
3. €13,90
4. €14,00

Rond het bedrag af (welk getal ligt het dichts bij?)
€9,95

1. €9,90
2. €10,00
3. €9

Rond het getal af op een:
heel getal.
€122,30

1. €120,00
2. €122,00
3. €125,00
4. €130,00

Rond het getal af op een:
heel getal.
€1.900,95

1. €1.900,90
2. €1.900,00

€1.900,00 +
€122,00
=

1. €2,000
2. €3,000
3. €4,000
4. €5,000

Dit getal ligt het dichtbij:
€234,30

1. €200,-
2. €300,-
3. €230,-
4. €250,-

Dit getal ligt het dichtbij:
€100,90

1. €100,-
2. €110,-
3. €200,-
4. €101,-

Reken uit:
€101,- +
€230,-
=

1. €431,-
2. €331,-
3. €231,-
4. €131,-

Rond af
€566,80

1. €560
2. €567
3. €570
4. €600

Rond af
€1.000,95

1. €1.000
2. €1.100
3. Geen idee
4. €1.001,-

Reken uit:
€1.001 +
€567 =

1. €1568
2. €1569
3. €1566
4. €1567

Maak opdracht 

Opdracht 2 op bladzijde 4

Samen bespreken & nakijken

Opdracht maken

Maak opdracht 3 op pagina 6 én 7.