H4.1 Elektrische lading en spanning
1 / 12
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Elektronen hebben een .... lading
A
negatieve
B
positieve
C
neutrale
Slide 2 - Quizvraag
Voorwerpen stoten elkaar af als...
A
de lading gelijk is
B
de lading ongelijk is
Slide 3 - Quizvraag
Om een positieve lading te maken...
A
Voeg ik protonen toe
B
Haal ik protonen weg
C
Voeg ik elektronen toe
D
Haal ik elektronen weg
Slide 4 - Quizvraag
Tussen de onderkant van een onweerswolk en de aarde bestaat een grote spanning.
Leg uit waardoor het aardoppervlak onder de wolk positief geladen wordt.
Leg uit waardoor het aardoppervlak onder de wolk positief geladen wordt.
Slide 5 - Open vraag
Het symbool voor spanning is
A
U
B
V
C
R
D
A
Slide 6 - Quizvraag
De eenheid van stroomsterkte is...
A
Volt
B
Ampère
C
Coulomb
D
Ohm
Slide 7 - Quizvraag
Stroomsterkte is
A
de energie per elektron
B
aantal elektronen per seconde
C
de energie per seconde
D
de moeilijkheid van de schakeling
Slide 8 - Quizvraag
91 V is gelijk aan
A
9,1 mV
B
91 mV
C
91000 mV
D
0,091 mV
Slide 9 - Quizvraag
56 mA is gelijk aan
A
0,056 A
B
0,56 A
C
5,6 A
D
560 A
Slide 10 - Quizvraag
U = 9,0 V
R = 30 mΩ
I = ?
R = 30 mΩ
I = ?
A
300 A
B
300 mA
C
270 A
D
0,27 A
Slide 11 - Quizvraag
R = 4 Ω
I = 8,6 mA
U = ?
I = 8,6 mA
U = ?
A
34 V
B
0,0344 V
C
465 V
D
34,4 V
