Programma + eerste literatuurlessen V4

Kennismaking
namen, plattegrond
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Kennismaking
namen, plattegrond

Slide 1 - Tekstslide

naam en typerende eigenschap

Slide 2 - Woordweb

Programma vwo-4 
Nieuw Nederlands: toetsen: Tekstbegrip, Spelling, Formuleren, Woordenschat, Schrijfvaardigheid
Literatuurcijfer, daarin ook: Participatiecijfer= boeken mee, huiswerk  maken, werkhouding in de les, + verplichte opdrachten voor je leesdossier

Slide 3 - Tekstslide

Leesdossier: A4-map, met 2 afdelingen
1: Aantekeningen, opdrachten, kopieën
2: Leesverslagen voor je mondelinge tentamen in 6-vwo




Slide 4 - Tekstslide

Laagland: Literatuur en lezer, p.11
Lezers
1. Waarom lees je?

Noteer de 4 belangrijkste leesmotivaties in volgorde van belangrijkheid voor jou.

Slide 5 - Tekstslide

2. Wie ben je als lezer?

Slide 6 - Tekstslide

Van welk soort boeken houd jij?

Slide 7 - Woordweb

3. Wat verwacht je als lezer?
Waardoor heb je bepaalde verwachtingen?
Waarom zijn die verwachtingen belangrijk?

Slide 8 - Tekstslide

Literaire teksten, p. 14 
Fictie = 
Meerduidigheid =
Open plekken = 
Open plekken zorgen ervoor dat ...

Slide 9 - Tekstslide

Het lezen van verhalen
lees tekst 1, blz. 20, 21

Slide 10 - Tekstslide

I Waarover wordt verteld?
1. Reeks gebeurtenissen (rond thema)
2. Personages:
Hoofdpersoon heeft een bepaald doel, heeft helpers/tegenstanders. Maken meestal een ontwikkeling door.

Slide 11 - Tekstslide

Waardoor identificeer je je wel of niet met de hoofdpersoon?

Slide 12 - Open vraag

3. Setting:

A. Historische tijd: wanneer speelt het zich af?
B. Ruimte: waar speelt het zich af? Functie?

Slide 13 - Tekstslide

II Hoe wordt verteld?

Slide 14 - Tekstslide

Tijd
1. verteltijd: leestijd
2. vertelde tijd: tijd die gebeurtenissen in beslag nemen
3. versnelling: samenvattend vertellen
4. vertraging: gedetailleerd vertellen

Slide 15 - Tekstslide

Volgorde
chronologisch: evt. met kleine vooruitwijzingen, korte terugblikken
niet-chronologisch: met grote flasbacks (functie?)

Slide 16 - Tekstslide

Motieven 
1. verhaalmotief: terugkerende situatie/gebeurtenis
2. leidmotief: herhaling van concreet voorwerp/woord

Slide 17 - Tekstslide

III Wie vertelt?
1. Auctoriale (alwetende) verteller, geen personage, geeft soms commentaar op gebeurtenissen. Effect?
2. Ik-verteller = ik-persoon; je beleeft het verhaal vanuit hem/haar. Effect? 
3. Personale verteller = hij/zij; je beleeft het verhaal vanuit hem/haar.

Slide 18 - Tekstslide

4. Meervoudig perspectief: per hoofdstuk andere verteller
Pas op de onbetrouwbare verteller: sommige vertellers houden info achter, om het spannend te maken of omdat ze bijv. geheugenverlies hebben.

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht: je leesniveau bepalen
Bepaal via de site Lezen voor de lijst je leesniveau. 
Houd rekening met je niveau als je straks boeken gaat kiezen, zoek boeken van je eigen niveau of iets daarboven. 3-punters op de lijst zijn moeilijker dan 1-punters!

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht 1 leesdossier:
Werk je antwoorden op de vragen 1 t/m 6 uit op de computer in een verzorgd verslag van 1 A4 (6 alinea's) en stop dat in je leesdossier, in afdeling 1.
Praat hiervoor ook eens met je ouders/verzorgers over wat, hoe, wanneer jij als kind las (of voorgelezen werd) .


Slide 21 - Tekstslide

Opdracht 2
Download via Werenwiki>Bibliotheek>Aura online de Uittrekselbank het uittreksel van Het gouden ei.
Onderstreep de hoofdzaken en schrijf een uitgebreide eigen mening (1A4), gebruik de onderdelen van de verhaalanalyse. Stop het geheel in de tweede afdeling vsn je dossier, noteer het boek op het blauwe lijstje.

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht 3: Thema en boek kiezen


Neem (samen) het boekje Lezen voor de lijst voor vwo door. Kies een thema en kies 3 á 4 boeken uit die je leuk lijken. Kijk op de website Lezen voor de lijst voor meer informatie over het boek (inhoud, niveau etc.),  ga naar de mediatheek , bekijk de boeken, bevraag je docent, maak uiteindelijk een keuze! Noteer bij vraag 6  welk thema je hebt gekozen, welke 3 boeken (titels en auteurs) je leuk lijken en waarom je voor dit thema en deze boeken hebt gekozen,

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide