Scheikunde quiz

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

H2 Scheidingsmethoden

Slide 2 - Tekstslide

Een suspensie is .....
A
Helder
B
Troebel

Slide 3 - Quizvraag

Benzine en water zijn dus slecht te mengen, ze gaan steeds weer uit elkaar. Je moet een stof toevoegen om dit mengsel egaal te houden, hoe heet zo'n stof?
A
Katalysator
B
Emulgator
C
Centrifigator
D
Extractie middel

Slide 4 - Quizvraag

Een suspensie kun je scheiden door
A
indampen
B
extraheren/ extractie
C
filtreren
D
destilleren

Slide 5 - Quizvraag

Een tweede manier om een suspensie te scheiden
A
residu
B
destillaat
C
bezinken en afschenken
D
scheiden

Slide 6 - Quizvraag

Van welke scheidingsmethode(n) maken we gebruik bij het zetten van koffie?
A
Bezinken
B
Filtreren
C
Extraheren
D
Extraheren & filtreren

Slide 7 - Quizvraag

Hoe heet de vaste stof die achterblijft bij filtreren?
A
bezinksel
B
residu
C
filtraat
D
extract

Slide 8 - Quizvraag

Waar staat de juiste omschrijving
A
A = filter B= filtraat C = residu
B
A = filtraat B = filter C = residu
C
A = filter B = residu C = filtraat
D
A = filtraat B = residu C = filter

Slide 9 - Quizvraag

Op welk verschil berust indampen?
A
Deeltjesgrootte
B
Aanhechtingsvermogen
C
Oplosbaarheid
D
Kookpunt

Slide 10 - Quizvraag

Welke scheidingsmethode gebruik je om uit zeewater drinkwater te maken?


A
condenseren
B
destilleren
C
filtreren
D
indampen

Slide 11 - Quizvraag

een oplossing van een vloeistof in een vloeistof scheid je met
A
indampen
B
destilleren

Slide 12 - Quizvraag

Destilleren heeft veel overeenkomsten met indampen, maar er is ook een belangrijk verschil.
Wat is het verschil tussen destilleren en indampen?
A
Bij destilleren vang je de vloeistof die verdampt is weer op.
B
Bij indampen vang je de vloeistof die verdampt is weer op.
C
Destilleren gebeurt bij een hogere temperatuur.
D
Bij indampen kookt de vloeistof bij een lagere temperatuur.

Slide 13 - Quizvraag

Een chocoladeletter weegt 180 gram. Daar zit 91300 milligram suiker in. Wat is het massapercentage suiker?
A
197,2%
B
50,7%
C
0,51%
D
19,7%

Slide 14 - Quizvraag

In 750 mL wijn zit 90 mL alcohol.
Het volumepercentage alcohol in de wijn is:
A
12 vol%
B
66 vol%
C
68 vol%
D
83 vol%

Slide 15 - Quizvraag

3.Oplossen van suiker
A
Chemische reactie
B
Geen chemische reactie

Slide 16 - Quizvraag

Een ei bakken
A
Chemische reactie
B
Geen chemische reactie

Slide 17 - Quizvraag

Water koken
A
Chemische reactie
B
Geen chemische reactie

Slide 18 - Quizvraag


A
vormingsreactie
B
verbrandingsreactie
C
ontledingsreactie

Slide 19 - Quizvraag


A
vormingsreactie
B
verbrandingsreactie
C
ontledingsreactie

Slide 20 - Quizvraag

Bij een verbrandingsreactie komt warmte vrij. Deze reactie is...
A
exotherm
B
endotherm

Slide 21 - Quizvraag

Welke coëfficiënten moet je invullen om de reactie kloppend te maken?

....P(s)+....Cl2....PCl5
A
1 - 2 - 5
B
2 - 5 - 2
C
2 - 2 - 5
D
1 - 5 - 2

Slide 22 - Quizvraag

maak reactie kloppend:

Cu(s)+O2(g)>CuO(s)
timer
5:00
A
Cu(s)+O2(g)>2CuO(s)
B
Cu(s)+O(g)>2CuO(s)
C
2Cu(s)+O2(g)>2CuO(s)
D
2Cu(s)+3O2(g)>6CuO(s)

Slide 23 - Quizvraag

maak reactie kloppend:

C3H8(g)+O2(g)>CO2(g)+H2O(l)
timer
3:00
A
2C3H8(g)+10O2(g)>6CO2(g)+8H2O(l)
B
C3H8(g)+5O2(g)>3CO2(g)+4H2O(l)
C
C3H8(g)+3O2(g)>3CO2(g)+2H2O(l)
D
C3H8(g)+7O2(g)>5CO2(g)+4H2O(l)

Slide 24 - Quizvraag