Deviant Procenten

Procenten
Herhalen de stof van vorige keer
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Procenten
Herhalen de stof van vorige keer

Slide 1 - Tekstslide

De doelen van de les:
1. Ik leer rekenen met procenten
2.Ik leer kortingen met de procenten berekenen

Slide 2 - Tekstslide

De instructie
1. De rekenmachine mag
2. Kladpapier mag

Slide 3 - Tekstslide

Uitleg

Slide 4 - Tekstslide

Hoe werkt 1% regel?
Stap 1: Vind 1%: Deel het totaalbedrag door 100.
Voorbeeld: 1% van €250 is €250 / 100 = €2,50.
Stap 2: Bereken het gewenste percentage: Vermenigvuldig de waarde van 1% met het aantal procenten dat je wilt weten.
Voorbeeld: 20% van €250 is €2,50 (1%) x 20 = €50

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld

Slide 6 - Tekstslide

Wat is 25% van 200?
A
75
B
100
C
25
D
50

Slide 7 - Quizvraag

Wat is 10% van 500?
A
50
B
200
C
150
D
100

Slide 8 - Quizvraag

Hoe bereken je 15% van 80?
A
60
B
12
C
12,50
D
35

Slide 9 - Quizvraag

Wat is 54% van 600?
A
324
B
445
C
200
D
156

Slide 10 - Quizvraag

392 is hoeveel procent van 1000?
A
39,2%
B
29,2%
C
49,2%
D
35,2%

Slide 11 - Quizvraag

250 is hoeveel procent van 500?
A
30%
B
40%
C
50%
D
60%

Slide 12 - Quizvraag

165 is hoeveel procent van 300?
A
85%
B
55%
C
70%
D
60%

Slide 13 - Quizvraag

800 is hoeveel procent van 2000?
A
40%
B
30%
C
20%
D
50%

Slide 14 - Quizvraag

600 is hoeveel procent van 1200?
A
50%
B
60%
C
30%
D
40%

Slide 15 - Quizvraag

856 leerlingen van Grece College zijn vandaag aanwezig. De college heeft totaal 3452 leerlingen. Hoeveel procent van de leerlingen zijn afwezig? Rond af het antwoord op 1 decimaal.

Slide 16 - Open vraag

Wat betekent 30% korting?
A
Je betaalt de volle prijs
B
Je betaalt 70% van de prijs
C
Je krijgt 30 euro korting
D
Je betaalt 30% meer

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de korting op 80 euro met 25%?
A
10 euro
B
25 euro
C
20 euro
D
15 euro

Slide 18 - Quizvraag

Wat is 20% korting op €150?
A
€150
B
€120
C
€100
D
€30

Slide 19 - Quizvraag

Hoe bereken je 15% van €200?
A
€20
B
€40
C
€25
D
€30

Slide 20 - Quizvraag

Hoeveel is €300 met 30% korting?
A
€300
B
€210
C
€240
D
€270

Slide 21 - Quizvraag

Een pot pindakaas kostte vorig jaar €2,40. Door inflatie is de prijs met 12,5% gestegen. Wat is de nieuwe prijs?
A
2,70
B
2,85
C
2,95
D
3,20

Slide 22 - Quizvraag

Een laptop van €1.299 wordt tijdens een actie met 18% korting verkocht. Wat betaal je uiteindelijk?
A
1094,18
B
1085,20
C
1061,18
D
1065,20

Slide 23 - Quizvraag

De maandhuur van een appartement is €860. De verhuurder verhoogt de huur met 2,4%. Wat is de nieuwe maandhuur?

Slide 24 - Open vraag

Een winkel verkocht vorig jaar 1.200 paar schoenen. Dit jaar zijn de verkopen met 17,5% gedaald. Hoeveel paar schoenen zijn er dit jaar verkocht?
A
985
B
900
C
990
D
934

Slide 25 - Quizvraag

Een aannemer rekent voor een verbouwing €4.750 exclusief BTW. De BTW is 21%. Wat is het totaalbedrag inclusief BTW?
A
5772,50
B
5750
C
574,7
D
5747,5

Slide 26 - Quizvraag

Tim verdient bruto €3.600 per maand. Hij betaalt 37,07% belasting over zijn inkomen. Wat is zijn netto salaris?Rond af het antwoord op m1 decimaal.

Slide 27 - Open vraag

Moet jij nog meer oefenen met procenten?
A
ja
B
nee

Slide 28 - Quizvraag

Afsluiting
Wat hebben we vandaag geleerd?
Wat vonden jullie lastig?


Slide 29 - Tekstslide

oefenen
Maak volgende de opdrachten in je schrift

Slide 30 - Tekstslide

Reken uit!
timer
5:00

Slide 31 - Tekstslide

Controleren
1.  €35
2. €87.600
3. €660.000
4. €49.597,20
5. €30.000
6. €59,375

Slide 32 - Tekstslide

Maak opdrachten

Slide 33 - Tekstslide