1 tegen 100 hst 1 en 7

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Geef het hellingsgetal
bij deze tabel
A
-2
B
+5
C
-5
D
+2

Slide 2 - Quizvraag

Geef het startgetal
bij deze tabel
A
-12
B
3
C
-2
D
+5

Slide 3 - Quizvraag

Geef de lineaire formule
bij deze tabel
A
y = 3x + 6
B
y = 3x + 12
C
y = 12x + 3
D
y = 6x + 3

Slide 4 - Quizvraag

Geef de lineaire formule
bij de tabel
A
y = -8x + 4
B
y = 4x - 8
C
y = -8x + 0,4
D
y = 0,4x - 8

Slide 5 - Quizvraag

Los de volgende vergelijking op:

4x - 8 = 2x + 5
A
x = -1,5
B
x = 6,5
C
x = 2,75
D
x = -6,5

Slide 6 - Quizvraag

Iemand fietst 52 km op een dag. Deze persoon doet hier 7896 seconden over. Bereken de snelheid in m/s.
A
0.00066 m/s
B
151.85 m/s
C
410592 m/s
D
6,59 m/s

Slide 7 - Quizvraag

Geef de periode van
deze grafiek?
A
6
B
7
C
3
D
4,5

Slide 8 - Quizvraag

Geef de evenwichtstand
en amplitude?
A
Evenwichtstand = 3,5 Amplitude = 4
B
Evenwichtstand = 4 Amplitude = 3,5
C
Evenwichtstand = 4,5 Amplitude = 7
D
Evenwichtstand = 4,5 Amplitude = 3,5

Slide 9 - Quizvraag

Koppel de juiste formule aan de grafiek:

A:

B:

C:

D:
y=(x2)
y=x
y=(x+2)
y=(x=1)
A
Zie antwoord bij de vraag
B
Zie antwoord bij de vraag
C
Zie antwoord bij de vraag
D
Zie antwoord bij de vraag

Slide 10 - Quizvraag

Koppel de juiste formule aan de grafiek:

A:

B:

C:

D:
y=(x2)21
y=x2
y=x21
y=(x=1)21
A
Zie antwoord bij de vraag
B
Zie antwoord bij de vraag
C
Zie antwoord bij de vraag
D
Zie antwoord bij de vraag

Slide 11 - Quizvraag

Geef de groeifactor bij deze tabel?
aantal dagen
1
2
3
4
5
aantal bloemen
40
42
44,1
46,3
48,6
A
1.05
B
1.1
C
1.2
D
1.15

Slide 12 - Quizvraag

Geef de beginwaarde bij deze tabel?
aantal dagen
1
2
3
4
5
aantal bloemen
40
42
44,1
46,3
48,6
A
33,33
B
38,1
C
34,8
D
36,4

Slide 13 - Quizvraag

Geef de exponentiële formule bij de tabel?

A:

B:

C:

D:
aantal weken
1
2
3
4
5
aantal cm haargroei
7
8.75
10,94
13,67
17,09
H=5,61,25t
H=71,25t
H=5,61,2t
H=71,25t
A
Zie antwoord bij de vraag
B
Zie antwoord bij de vraag
C
Zie antwoord bij de vraag
D
Zie antwoord bij de vraag

Slide 14 - Quizvraag

Pieter heeft momenteel 1350 euro op de bank staan. Hij wil graag weten na hoeveel jaar dit bedrag voor het eerst verdubbeld is met een rente van 7,8% per jaar?
A
In 8 jaar
B
In 9 jaar
C
In 10 jaar
D
In 11 jaar

Slide 15 - Quizvraag

Colin wil heel graag weten wanneer er minder dan 6000 besmettingen zijn per dag. Momenteel is de R-waarde = 0.9. Vandaag zijn 8674 mensen positief getest. Hoeveel dagen duurt het voordat we op 6000 besmettingen zitten per dag?
A
Voor het eerst na 3 dagen
B
Voor het eerst na 4 dagen
C
Voor het eerst na 5 dagen
D
Voor het eerst na 6 dagen

Slide 16 - Quizvraag