In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Tijd van Burgers en Stoommachines
8.2 Een nieuwe samenleving
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
1. Je weet welke groepen zich inzetten voor de emancipatie van arbeiders en hoe zij dit deden.
2. Je begrijpt de theorie van Marx en je kunt uitleggen in welk opzicht sociaaldemocraten afwijken van Marx' ideeen.
Slide 2 - Tekstslide
Theorie
vakbonden zijn organisaties (voorlopers van politieke partijen) die groepen arbeiders vertegenwoordigen en zich hiervoor inzetten.
Slide 3 - Tekstslide
Theorie
De overheid zagen dit als een belemmering van de vrije economie en zagen vakbonden liever verdwijnen. Toch vond er in die lange 19e eeuw een omwenteling plaats. Steeds meer vakbonden kregen steeds meer invloed. De positie van de arbeider werd beetje bij beetje beter. Omwenteling mede door het rode spook dat over Europa waart.
Slide 4 - Tekstslide
Theorie
Door de hele sociale kwestie ontstond er bovendien een nieuwe politiek-maatschappelijke stroming. Zo was daar het ontstaan van het socialisme.
Het socialisme stond voor het verbeteren van de levensomstandigheden voor arbeiders en het aanvechten van maatschappelijke ongelijkheid.
Slide 5 - Tekstslide
Theorie
Het socialisme werd net als het liberalisme, confesionalisme en feminisme een emancipatiebeweging.
Opschrijven:
Emanicpatiebeweging: Dit is wanneer een beweging zich inzet voor verbetering van de maatschappelijke positie van een bepaalde groep.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Vanaf 1890, ontwikkelen zich twee vormen van socialisme:
Communisme (geweld)
Sociaal-democratie of socialisme (geweldloos)
Slide 8 - Tekstslide
Socialisme
Hoe moest dit bereikt worden?
Twee stromingen:
Communisme
Sociaal-democratie
Bij welke stroming hoort de poster?
Slide 9 - Tekstslide
Sociaal-democratie
Mensen zijn gelijkwaardig
Actieve rol van de overheid: mensen helpen die niet voor zichzelf kunnen zorgen
Meer gelijkheid tussen mensen (ook in lonen)
Slide 10 - Tekstslide
Leerdoelen nabespreken
Je weet welke groepen zich inzetten voor de emanicpatie van arbeiders en hoe zij dit deden.
2. Je begrijpt de theorie van Marx en je kunt uitleggen in welk opzicht sociaaldemocraten afwijken van Marx' ideeen.