Hoofdstuk 7 ~ 7.1 t/m 7.5 ~ woordformules

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 7 

woordformules

Wat is een goede berekening om de prijs te berekenen van: Bij de pizzabakker koste een pizza 6 euro.

1. Het aantal pizza's keer vier is de prijs in euro's
2. Het aantal dozen keer zes is de prijs in euro's
3. Het aantal pizza's keer zes is de prijs in euro's
4. Het aantal pizza's keer zeven is de prijs in euro's

Wat is de goede berekening om de prijs te berekenen van: Bij een boer kost een doosje eieren drie euro.

1. Het aantal doosjes keer twaalf is de prijs in euro's
2. Het aantal doosjes eieren keer drie is de prijs in euro's
3. Het aantal doosjes eieren keer vier is de prijs in euro's
4. Het aantal doosjes koeken keer drie is de prijs in euro's

Hoeveel moet ik betalen voor 5 flesjes?

1. 450 cent
2. 400 cent
3. 440 cent
4. 455 cent

Hoeveel grijze tegels heb ik nodig bij 6 rode tegels?

1. 20
2. 24
3. 26
4. 12

Het IN-getal is 8. Wat is de uitkomst van de berekening?

1. 3
2. 1
3. 4
4. 2

120 leerlingen willen een ijsje, er zitten 12 ijsjes in 1 doos. Hoeveel dozen ijs zijn er nodig?

1. 10
2. 9
3. 12
4. 120

Hoeveel euro opbrengst is er bij 15 leerlingen?

1. 30
2. 22
3. 53
4. 35

Hoeveel stoelen heb je bij 5 tafels?

1. 24
2. 21
3. 22
4. 20

klopt de tabel bij de
pijlenketting?

1. treu
2. false

Hoeveel moet je betalen als je 15 keer gaat zwemmen?

1. 30
2. 45
3. 40
4. 50

Hoe vonden jullie deze quiz?