Les 21-8-2020, introductie

Planning voor de les:
5 minuten: Wie ben ik?
5 minuten: Uitleg Itslearning 
20 minuten: Uitleg rekenen met procenten
25 minuten: Aan het werk!
5 minuten: Leerdoelen testen



1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Planning voor de les:
5 minuten: Wie ben ik?
5 minuten: Uitleg Itslearning 
20 minuten: Uitleg rekenen met procenten
25 minuten: Aan het werk!
5 minuten: Leerdoelen testen



Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie ben ik?
- Ties de Boer
- Woonachtig in Groningen
- Gewerkt op het Noorderpoort
- Feyenoord
- Boksen
- Reizen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mijn regels
- Jassen uit, tassen van tafel, mobieltjes weg en spullen voor.
- Je bent op tijd.
- Je gaat met respect met iedereen om.
- Je hebt altijd je laptop opgeladen bij je.
- Je maakt je huiswerk.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Itslearning
- Voor huiswerk en planning, volg de volgende stappen:
1. Ga naar www.aletta.itslearning.com
2. Log in met je schoolaccount
3. Ga naar 'H3A economie BOT 2020-2021'
4. Ga naar 'Planner'

Hier zie je per week al het huiswerk en de leerdoelen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen:
1. Je kan het deel van een geheel berekenen.  
2. Je kan veranderingen uitdrukken in procenten. 

HUISWERK: Opdracht 1 t/m 5
Opdrachten rekenen met procenten

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Een getal berekenen met procenten
21% = 21 : 100 = 0,21

69% van € 85 = 85 / 100 x 69 = € 58,65

Op een school werken 85 leraren. Daarvan is 51% ouder dan 50 jaar. Reken uit hoeveel leraren boven de 50 zijn.
51% van 85 = 85 / 100 x 51 = 43,35 leraren = 43 leraren

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een percentage berekenen
Hoeveel procent is 85 van 200?

200 is dus 100%
Hoeveel procent is dan 85?

Wat / waarvan x 100%
85 / 200 x 100% = 42,6%

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel procent meer of minder?
Stijging of daling in procenten:
(nieuw - oud) : oud x 100%

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als 100% niet bekend is
Latifa verdient 18% van haar al inkomsten per maand met oppassen. Ze verdient met oppassen € 24,30 per maand.

Hoeveel inkomsten heeft ze in totaal per maand?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hoeveel is 18% van € 250?

Slide 12 - Open vraag

33 - Domein: verhoudingen
'Rekenen met procenten’ kent geen specifieke verschillen ten opzichte van 2F. Wel zorg je ervoor dat er in het geval van  een geldbedrag altijd een mooi rond getal uitkomt.
110 leerlingen van een vmbo hebben gekozen voor de sector zorg en welzijn.
De meisjes zijn veruit in de meerderheid: er zijn slechts 25 jongens.

Hoeveel procent van de leerlingen is meisje? Rond af op hele procenten.

Slide 13 - Open vraag

2013 - 36

Fred krijgt 20% korting op alles. 
Hoeveel euro moet hij betalen?

Slide 14 - Open vraag

43 - Domein: verhoudingen (antwoorddia)
Rekenen met procenten kent geen specifieke verschillen ten opzichte van 2F.
Prijs van een brood vorig jaar: € 3
Prijs van een brood dit jaar: € 3,10

Hoeveel procent is de prijs van het brood dit jaar gestegen t.o.v. vorig jaar? Rond af op 1 decimaal.

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Wat? Opdracht 1 t/m 5 van procenten
Hoe? Via Itslearning
Hulp? De docent, je laptop en je medestudent.
Tijd? Tot de timer op 0 staat of de opdrachten af zijn
Uitkomst? Je hebt geoefend met de leerstof.
Klaar? Ga verder met een ander vak of werk verder met de opdrachten over procenten.

timer
25:00

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hoeveel is 25% van 164?

Slide 17 - Open vraag

16 - Domein: verhoudingen
Het onderwerp ‘berekeningen uitvoeren met procenten’ kent geen verschillen ten opzichte van 2F.
In 2015 waren er 12 apen in de dierentuin. In 2014 waren het er 8. Wat is de groei in procenten?
A
25%
B
50%
C
75%
D
2,5 bananen

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met welke formule bereken je de stijging, groei, afname of daling in procenten?
A
nieuw-oud : oud x 100
B
(nieuw-oud) : oud x 100
C
(oud - nieuw) : 100
D
(deel : geheel) x 100

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies