Persoonlijke identiteit H2 Waar ben ik?

1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
FilosofieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de hoofdvraag van
H2 Waar ben ik?

Slide 2 - Open vraag

Wat maakt dat je door de tijd heen hetzelfde blijft?
Welke filosofen komen allemaal voor in H2: Waar ben ik?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Over welke vraag gaat het gedachte-experiment waarbij het brein van Dennett achterblijft in een vat?
A
Zijn lichaam en geest twee subsstanties?
B
Is het lichaam een narratief zwaartepunt?
C
Zijn we een brein in een vat?
D
Kan het zelf bestaan zonder lichaam & brein?

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je over de
breinreductionisten?

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke kritiek kun je geven
op de breinreductionisten?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgens de breinreductionisten
is het zelf een illusie want:
A
Je kunt het zelf niet ervaren.
B
Het zelf is geen onderdeel van de geest.
C
Het zelf is nergens te vinden in de hersenen.
D
Het ervaren van een zelf bewijst nog geen zelf.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je
overHume?

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarmee vergelijkt Hume het zelf?

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je
over Kant?

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat vindt Kant van Hume?

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom kun je het zelf volgens
Kant niet waarnemen?
A
Het zelf bestaat niet.
B
't zelf is mogelijkheids-voorwaarde voor de ervaring.
C
Het zelf is een narratief zwaartepunt.
D
Het zelf bevindt zich in de grot van Plato.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je
over Descartes?

Slide 19 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

De mens bestaat uit twee substanties: lichaam en geest.
EENS
ONEENS
SUB-WAT?

Slide 20 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar is de universiteit?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom maakt Descartes volgens Sellars een categoriefout?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je
over Dennett?

Slide 24 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kan een zelf volgens Dennett doorleven op een computer?
A
Ja, want het lichaam is nodig voor een zelf.
B
Nee, want het is geen narratief zwaartepunt.
C
Nee, want het zelf is een illusie.
D
Ja, als het hetzelfde functioneert.

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke kritiek kun je geven op de functionalistische opvatting over het zelf van Dennett?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je
over Merleau-Ponty?

Slide 30 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke zin past het beste bij
Merleau-Ponty?
A
Ik heb niet alleen een lichaam, ik ben een lichaam.
B
Het lichaam is de voorwaarde voor de ervaring.
C
Het ik is een illusie want er is alleen een lichaam.
D
Het lichaam is gelijk aan de geest.

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik is een fictief / narratief zwaartepunt.
Het lichaam is een mogelijkheids-
voorwaarde voor het zelf.
Vanuit het manifeste wereldbeeld is het zelf niet te ontkennen.
Ik is illusie want ik kan het niet ervaren.
Ik bestaat niet want niet te vinden in de hersenen.
Ik bestaat in de geest als aparte substantie. 

Slide 34 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Link

Vraag 4 van opgave 1

Slide 36 - Link

Deze slide heeft geen instructies

H2 Waar ben ik?
IN DE POCKET!
NOG STEEDS MATIG
ER BEGINT EEN LICHTJE TE BRANDEN
IK GA OP ZOEK NAAR EEN ANDERE DOCENT
WELK HOOFDSTUK?

Slide 37 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies