Biologie mavo2 Voeding & Vertering 2.4 Gezonde Voeding

Energie voor alle organen
Elke cel doet aan 24/7 verbranding om zichzelf van energie te voorzien.
Het schema voor verbranding moet je kennen!
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Energie voor alle organen
Elke cel doet aan 24/7 verbranding om zichzelf van energie te voorzien.
Het schema voor verbranding moet je kennen!

Slide 1 - Tekstslide

      2.4 Gezonde voeding

Slide 2 - Tekstslide

Gezonde voeding

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Inspanning
Hoe meer je beweegt, hoe meer energie jouw lichaam nodig heeft.

Meer inspanning: meer zuurstof, meer brandstof, meer verbranding en meer energie nodig!

Slide 5 - Tekstslide

Energie in voeding
kilocalorie (kcal)
kilojoule
(kJ)
1 kcal = 4,2 kJ

Slide 6 - Tekstslide

Rekenen met joule en calorieën
50 Kcal
210 kJ

Slide 7 - Tekstslide

Hoeveel energie heb je nodig?
Hoeveel energie je nodig hebt hangt van veel factoren af:
  • Geslacht
  • Leeftijd
  • Activiteit
  • Lichaamsgrootte 
  • Omgevingstemperatuur

Slide 8 - Tekstslide

Energiebehoefte
In de tabel  staat de gemiddelde energiebehoefte voor enkele leeftijdsfasen en leefstijlen.



 




 
 
In de afbeelding zie je hoeveel energie je ongeveer nodig hebt voor verschillende activiteiten.
 Ook in rust heb je energie nodig.

Slide 9 - Tekstslide

Voedingsmiddelentabel
In een voedingsmiddelentabel staat vermeld hoeveel energie (in kilocalorieën of kilojoules) en welke voedingsstoffen het voedingsmiddel per 100 gram bevat.

Slide 10 - Tekstslide

Voedingsmiddelentabel

Slide 11 - Tekstslide

Gezond eten
Voedingsmiddelentabel (Wat er in 100 g. van dit voedingsmiddel zit)

Slide 12 - Tekstslide

Energie door verbranding
Je cellen krijgen energie door verbranding:

Glucose bevat energie. Zuurstof is nodig om glucose te verbranden zodat energie vrijkomt.

Energie gebruik je onder andere voor: beweging, warm blijven, denken en stoffen maken.

Slide 13 - Tekstslide

Adviezen voor gezonde voeding

Slide 14 - Tekstslide

Doen



maken opdracht 1 tm 4 (blz. 130 t/m 132).




Slide 15 - Tekstslide

Gewicht
Iedereen heeft een andere bouw
Erfelijke eigenschappen

Overgewicht en Ondergewicht
BMI

Slide 16 - Tekstslide

Gezond gewicht?
  • Om te bepalen of je een gezond gewicht hebt kun je de BMI (Body Mass Index) bepalen.

  • BMI = gewicht in kg : lengte²(m²)

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Gewicht
Overgewicht
  • Obesitas
  • Diabetes type 2
  • Gewrichten
  • Bepaalde vormen van kanker
  • Hersenbloeding
  • Hartinfarct
Ondergewicht
  • Tekort aan voedingsstoffen Reservestoffen en spierweefsel
  •  Sneller ziek
  •  Meer kans op botbreuken
  •  Ondervoeding 

Slide 19 - Tekstslide

Meer kans op obese
De omgeving waarin de persoon zich bevindt, ligt hieraan vaak ten grondslag. Zo is gebleken dat het leef- en eetpatroon van ouders een grote invloed heeft op de het gedrag van kinderen.      Het hebben van één of twee obese ouders is één van de belangrijkste kenmerken van overgewicht bij kinderen.

Verder is bekend dat een aantal andere factoren de kans op overgewicht sterk kunnen vergroten
Gebruik van medicatie                                                        stoppen met roken                                    
Erfelijkheid                                                                                beïnvloed worden door je cultuur of de media
(Chronische) ziekte of handicap                                     nare gebeurtenissen in je leven
Gebrek aan lichaamsbeweging                                       faalangst of perfectionisme
Ontevreden zijn over jezelf of je uiterlijk


Slide 20 - Tekstslide

Cijfers
Bijna 50 procent van alle Nederlanders van 19 jaar en ouder met kampt overgewicht of obesitas

Het probleem komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. In de leeftijdscategorie 65+ hebben drie van de vijf te maken met overgewicht.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Energie en gewicht
  1. Ben ik dat echt?
  2. Slank of dik?
  3. Aankomen of afvallen?
  4. Diëten of bewegen?
  5. Mode en reclame!
  6. Consumptie-maatschappij









Slide 23 - Tekstslide

Boulimia Nervosa
  • ondervoeding
  • slokdarm onherstelbaar beschadigd
  • 4% overlijdt

Slide 24 - Tekstslide

Boulimia nervosa
  • Constant bezig met eten. Bang om dik te worden, eet te weinig, maar heeft ook regelmatig eetbuien
  • Probeert te compenseren door het eten uit te braken of laxeermiddelen te gebruiken
  • Kans op ondervoeding en beschadiging slokdarm en gebit door het overgeven

Slide 25 - Tekstslide

Anorexia
Krijgt te weinig eten binnen > raakt ondervoed. 
Iemand met anorexia kan niet stoppen met afvallen. 
Je moet een aantal gevolgen van anorexia kunnen noemen, zie plaatje. 

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Eetstoornissen
Anorexia nervosa

  • Constant afvallen
    (lijnen)
  • Je denkt dikker te zijn dan je bent
  • Ondergewicht
Boulimia nervosa

  • Vreetbuien
  • Na de vreetbui 
    - veel sporten
    - overgeven
    - laxeermiddelen
  • Normaal gewicht

Slide 28 - Tekstslide

ondervoeding

= tekort aan bepaalde
 voedingsmiddelen

Slide 29 - Tekstslide

Ondergewicht (wel toets-stof, niet in boek),
zie uitgedeelde samenvatting
  • Weinig vitaminen en mineralen leidt tot bloedarmoede
  • Ondervoeding kan veroorzaakt worden door een tekort aan eiwitten
  • Een tekort aan eiwitten kan leiden tot:
       - Langzame groei en ontwikkeling
       - Beschadigde hersenen
       - Opgezwollen buikje -> hongeroedeem 

Slide 30 - Tekstslide

Huiswerk



maken opdracht 6, 7 en 8 van blz. 133




Slide 31 - Tekstslide