Hoofdstuk 3.1: Omzet en kosten

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

3.1: Omzet en kosten

Je kunt de omzet berekenen

Je weet wat een marktaandeel is

Hoe bereken je omzet?

Omzet = p x q

q  = afzet --> hoeveelheid stuks

P = prijs

Het totale geldbedrag uit verkoop. Let op: Geen winst. 

Totale Opbrengst (omzet) 

Totale Opbrengst (ook wel omzet genoemd) is het geld dat een ondernemer verdient met al zijn verkopen.

Formule TO = P x Q

Gemiddelde opbrengst (GO)

De gemiddelde opbrengst per verkocht artikel

TO/ q = GO

Marginale opbrengst (MO)

• Opbrengst per extra verkocht product
• MO = Verschil TO / verschil q 

Marktaandeel

Het % deel van de markt wat een bedrijf in handen heeft.

Totale markt van smartphones: 1000

Apple heeft er 400. 

Marktaandeel: 400/1000 x 100 = 40%

Marktaandeel

Belasting Toegevoegde Waarde (BTW)

9% BTW of 21% BTW

1. 9%
2. 21%

Consumentenprijs berekenen

Een prijs van EA sports FC is €50 exclusief 21% btw. 

Bereken de consumentenprijs inclusief btw. 

Verkoopprijs exclusief btw = 100%

Btw = 21%

Consumentenprijs = 121%

BTW =

Belasting Toegevoegde Waarde = omzetbelasting

Wat is het verschil tussen constante en variabele kosten?

Totale kosten

TK = Constante kosten + Variabele kosten

Constante kosten: Hangen niet af van de productie. Heb je sws. (Huur, Loon vaste werknemers, verzekeringen)

Variabele kosten: hoe hoger de afzet (q), hoe hoger de kosten. (Inkoop, flexwerkers, energie, ...)

Maken:

Startopdracht pagina 76

Vraag 3.1 en 3.2, 3.4 en 3.5

Totale kosten

- Totale constante kosten (TCK)

- Totale variabele kosten (TVK)

- Totale kosten

TCK + TVK = TK

Voorbeeld: TK = 500.000(TCK) + 2q (TVK)

variabele kosten

constante kosten

Inkoopkosten

huurkosten

Verzekeringspremie

loonkosten

Rentekosten

reclamekosten

Degressief, proportioneel en progressief variabele kosten

GTK: Gemiddelde totale kosten

           GTK = TK : q (Totale kosten : afzet)

Bij 1 stuk: €34:1 = €34

Bij 2 stuks: €64:2 = €32

Bij 3 stuks: €114:3 = €38

Bij 4 stuks: €184:4 = €46

Marginale kosten

De marginale kosten zijn de extra kosten die een onderneming heeft als de productie met één product wordt uitgebreid.

MK= ΔTK/ Δq

 

MK: Marginale kosten

Extra kosten volgend product

1e product kost €10 (34-24)

2e product kost €30 (64-34)

3e product kost €50 (114-64)

4e product kost €70 (184-114)

TK = 5q+20
Hoeveel zijn de variabele kosten per product?

1. 20
2. 5
3. 1/4
4. 4

TK = 5q+20
Hoeveel zijn de constante kosten?

1. 20
2. 5
3. 1/4
4. 4

Bakker Sis&Bro heeft de volgende kostenfunctie : TK = 0,50q + 14.000. Wat zijn de marginale kosten?

1. 0,50
2. 0,50q
3. 14.000
4. 7.000

3.1 t/m 3.5 maken (3.3 overslaan)

Weektaak: t/m 3.10