Debatteren

1 / 29
volgende
Slide 1: Video
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Debatteren

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Je leert meedoen aan een debat

Slide 3 - Tekstslide

Overleggen en besluiten nemen
Je moet samen met drie klasgenoten een werkstuk maken. In een haastig moment verdelen jullie de taken. Achteraf blijkt dat jij het meeste moet doen en twee anderen bijna niets. Hoe los jij dit op? Denk hier in stilte 1 minuut over na. 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Afspraken
* je steekt je vinger op als je       
   iets wil zeggen

* je luistert naar elkaar

Slide 6 - Tekstslide

Op deze manier misschien?
  • Ik roep mijn groepje bij elkaar en probeer nieuwe afspraken te maken.
  • Ik houd mijn mond en doe mijn taken zoals afgesproken.
  • Ik ga naar de docent om te vragen of ik in een ander groepje mag.
  • Ik zeg niks, maar voer mijn taken expres slordig uit. Dat zal ze leren!
  • Iets anders, namelijk ...




Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Standpunt - argument
  • Om te leren debatteren, moet je leren argumenteren!
  • Standpunt = je mening over iets
  • Argument = de onderbouwing van je standpunt
  • In een argument staan vaak signaalwoorden, zoals omdat, daarom, want, namelijk, etc.

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht in tweetallen
Tijdens wat gestoei is één van jullie door een ruit gevallen. Gelukkig is alleen de ruit kapot en raakte niemand gewond. Helaas moeten jullie de ruit zelf betalen, maar jullie hebben op dit moment geen geld. Daarom besluiten jullie om dit weekend geld te gaan verdienen.

Overleg met elkaar over een eerlijke taakverdeling. Jullie doen allebei vier klusjes uit het lijstje hiernaast en moeten daar ongeveer evenveel tijd aan besteden. Soms is het lastig om in te schatten hoeveel tijd je moet besteden aan een bepaalde taak of klus. Bekijk de klusjes daarom goed, voordat jullie een verdeling maken. Vul na overleg de klusjes in die jij gaat doen.

Slide 10 - Tekstslide

Klusjeslijst

○ boodschappen halen voor buurvrouw (€ 5,-)
○ caviahok schoonmaken voor zusje (€ 5,-)
○ 40 lege flessen verzamelen voor statiegeld (€ 10,-)
○ hond uitlaten voor oma (€ 2,-)
○ de hele zondag oppassen op buurjongetje (€ 30,-)
○ auto schoonmaken voor buurman (€ 5,-)
○ verse limonade maken en verkopen (€ 10,-)
○ vijftig wijkkranten bezorgen (€ 5,-)







Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Opdracht in tweetallen
Kijk en luister goed naar het filmpje.
Na het filmpje krijgen julle acht minuten de tijd om  voor- én tegenargumenten te verzinnen bij de stelling. Schrijf ze op!

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Tekstslide

Stelling
Een extra jaar op het vmbo is een goed idee! 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Afspraken
* je gaat staan als je iets wil zeggen
* je luistert naar elkaar
* je laat elkaar uitspreken

Slide 18 - Tekstslide

STELLING
Alle scholen in Nederland moeten worden beveiligd met detectiepoortjes

Slide 19 - Tekstslide

Schrijf bij elke stelling jouw voor- en tegenargumenten op
- Kinderen mogen pas vanaf hun 12e jaar te zien zijn op sociale media
- Op je 18e verjaardag moet de overheid je gehele digitale geschiedenis wissen
- Als een docent examens kwijtraakt, moeten alle leerlingen een voldoende krijgen
- Eindexamenleerlingen moeten worden vrijgesteld van het volgen van lessen
- Scholen moeten pas om 10 uur beginnen

Slide 20 - Tekstslide

Wat ging er goed deze les en wat kan beter?

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

4.  Warming up: Het ballondebat
Neem een bekend persoon in gedachten.
(bijvoorbeeld Justin Bieber, Ronaldo, Koning Willem Alexander, Maxima, Billy Elish, Messi, Leonardo di Caprio, Elon Musk, etc.)

Het is een mooie dag en zit rustig in de luchtballon. Maar dan gaat het helemaal fout! De ballon vliegt bijna tegen een kerk. Om snel op te stijgen moeten twee bekende personen uit de ballon worden gegooid.

Slide 23 - Tekstslide

Ronde 1
Elke ballonvaarder moet in een speech van maximaal één minuut aangeven waarom hij beslist in de ballon moet blijven zitten. Waarom is hij of zij onmisbaar.

Slide 24 - Tekstslide

Aan het werk
  • Bedenk wie jij in de ballon wil houden       1 minuut                          
  • Bedenk minstens drie argumenten waarom hij/zij absoluut moet blijven.   
    
      Tip: schrijf niet alles op, alleen steekwoorden
timer
1:00
timer
5:00

Slide 25 - Tekstslide

... moet blijven, omdat...
Eerst persoon 1                                                                Dan persoon 2, 3, 4

De juryleden overleggen wie het meest overtuigend was: 
  • Wie heeft de beste argumenten?
  • Wie heeft de origineelste argumenten?
  • Wie spreekt het beste?  
  • Wie is non-verbaal het beste?
  • Wie kan het zonder papier/lezen?
                                        Let op: gelijkspel is niet mogelijk
timer
1:00

Slide 26 - Tekstslide

Ronde 2
Elke ballonvaarder moet dit keer een speech houden over waarom de andere twee beslist niet in de ballon mogen blijven zitten – waarom zij misbaar zijn! 

Slide 27 - Tekstslide

Aan het werk
  • Bedenk welke twee personen die jij uit de ballon                                wil gooien.      (1 minuut)                          
  • Bedenk minstens drie argumenten waarom zij eruit moeten.  (4 minuten)
    
      Tip: schrijf niet alles op, alleen steekwoorden
timer
1:00
timer
5:00

Slide 28 - Tekstslide

... moeten eruit, omdat...
Eerst persoon 1                                                                Dan persoon 2, 3, 4

De juryleden overleggen wie het meest overtuigend was: 
  • Wie heeft de beste argumenten?
  • Wie heeft de origineelste argumenten?
  • Wie spreekt het beste?  
  • Wie is non-verbaal het beste?
  • Wie kan het zonder papier/lezen?
                                        Let op: gelijkspel is niet mogelijk
timer
1:00

Slide 29 - Tekstslide