18. November Kapitel 3 die Wochentage

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Es ist ........                                        

Der Bus kommt um ..............

Der Film beginnt um ..............

Mondeling

alleen 

of

met z'n tweeën?

Aan het einde van de les

• Ken je enkele vakken in het Duits
• ken je de dagen van de week

Wie?

• Je gaat luisteren naar een fragment
• je kunt vertellen welke vakken je op welke dagen hebt.

Auftrag

Was? die Aufgabe 11 zu C Hören

Wie? zusammen

Auftrag

Was? 

• Mache die Aufgabe 12 und 13
• Mit wem? zu zweit
• Hilfsmittel? Lernliste Du-NL Teil C
• Wie lange: 10 Minuten
• Ergebnis? >75%
• Fertig? Slim stampen

Aufgabe: zu zweit

1. Heute ist .....................
2. Welcher Tag ist es morgen?
3. Welcher Tag war gestern?
4. Welche Tage gibt es im Wochenende?

Aufgabe: zu zweit

1. Wann habt ihr Französisch?

2. Wann habt ihr Deutsch?

3. Welche Fächer habt ihr am Freitag?

4. Welche Fächer habt ihr am Montag?

Auftrag

Was? Stel jezelf voor

Wie? Mit Hilfe der Stichwörter nebenan

Mit wem? zu zweit

Wie lange? 10 Minuten

Ergebnis? Gesprekje voor de                                   klas uitvoeren

Persoon A vraagt, persoon B geeft antwoord

Vraag naar:

Naam

leeftijd

waar persoon B woont

wat zijn/haar hobby's zijn

hoe oud hij/zij is

welke vakken hij/zij heeft

op welke dagen hij/zij de vakken heeft

wanneer hij/zij pauze heeft