laatste les

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

examentraining

+1

0

‘Leg-uit-vragen leveren in het geschiedenisexamen altijd 2 punten op.

De redenering die voor en juist antwoord op een ‘leg-uit-vraag’ vereist is, dient twee stappen te bevatten, met een juist verband tussen deze stappen.

'leg uit vragen'

Geldt de bron voor één uitzonderlijk geval, dan is je bron niet echt representatief.

Geldt de bron voor meer gevallen / voor meer mensen, dan is je bron meer representatief en daardoor waardevoller.

Maar let op: de mening van een willekeurige burger zal vaak niet representatief zijn voor alle burgers terwijl de mening van de leider van een bepaalde partij/groep waarschijnlijk weer wel representatief zal zijn voor die specifieke groep.

-De persoon

Wat voor persoon was de schrijver of maker? Welke rol speelde hij?

-De tijd

Heeft de schrijver/tekenaar de informatie die de bron bevat direct na de gebeurtenissen opgeschreven, of pas vele jaren later? In welke tijd leefde de maker van de bron?

-De informatie zelf

Hoe kwam de schrijver/tekenaar zelf aan de informatie? Was hij er zelf bij? 

- De bedoeling

Met welk doel heeft de schrijver/tekenaar de gegevens vastgelegd?

Was het 'n bewuste of onbewuste bron? Was de bron publieke of privé, of geheim? Onbewuste zijn meestal betrouwbaarder dan bewuste bronnen.

geschiedenisonline.nl/historische-vaardigheden/ 

Historische vaardigheden (met link)