Tijdvak 9. Wereldoorlogen

Tijdvak 9
Tijdvak 9: De tijd van wereldoorlogen
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Tijdvak 9
Tijdvak 9: De tijd van wereldoorlogen

Slide 1 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten tijdvak 9
37. Het voeren van twee wereldoorlogen 
38. De crisis van het wereldkapitalisme 
39. Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën: communisme en nationaalsocialisme 40. De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie
41. Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme 
42. Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering
43. Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de joden
44. De Duitse bezetting van Nederland

Slide 2 - Tekstslide

Tijdvak 9

Slide 3 - Tekstslide

Oorzaken Eerste Wereldoorlog

Slide 4 - Tekstslide

Oorzaken Eerste Wereldoorlog
  • Industrialisatie
  • Nationalisme
  • Militarisme
  • Modern Imperialisme
  • Bondgenootschappen

Slide 5 - Tekstslide


Aanleiding (WO I)
1914: moord op Franz  Ferdinand (O-H)

    Oorzaken (WO I)
nationalisme
militairisme
imperialisme
wapenwedloop etc.





Gevolgen (WO I)
miljoenen doden
veel materiële schade
andere kijk op oorlog
nieuwe rol voor vrouwen
Oorzaken, aanleiding en gevolgen
Kenmerken voor de aanleiding

- Eén moment of gebeurtenis
- Er is één datum voor te noemen
- Het is er altijd één.
Kenmerken voor oorzaken:

- Ze zijn vaak al langdurig bezig.
- Er is moeilijk één datum voor te noemen.
- Het zijn er meerdere samen.
Alle oorzaken samen > gevaarlijk mengsel wat tot ontploffing kan komen onder de juiste omstandigheid
- nationalisme
- militairisme etc.
De aanleiding > de lont die wordt aangestoken waardoor het kruitvat explodeert, de laatste spreekwoordelijke druppel die de emmer doet overlopen.

1914: Moord op Franz Ferdinand (troonopvolger Oostenrijk-Hongarije)

Slide 6 - Tekstslide

Verdediging de beste aanval
  • De wapens zijn zo krachtig geworden, dat vechten op een open veld zelfmoord zou zijn

  • Loopgraven zorgen voor meer beschutting

  • In totaal wordt er aan het Westfront 40.000 km aan loopgraven aangelegd
sR4. Ik kan uitleggen wat kenmerkend was voor de manier van vechten tijdens de Eerste Wereldoorlog.

Slide 7 - Tekstslide


Loopgravenoorlog


  • Het Von Schlieffenplan mislukt: de opmars van Duitsland loopt vast bij de rivier de Marne in Noord-Frankrijk (Slag bij de Marne, 1914)
  • Aan beide kanten van het front worden loopgraven gegraven
Kenmerkende aspecten Eerste Wereldoorlog.

Slide 8 - Tekstslide

Een zinloos gevecht
  • Generaals geloven dat massale aanvallen vanuit de loopgraven effectief zijn. Dit is maar zelden het geval: soldaten worden kanonnenvoer

  • Het gebied tussen de loopgraven wordt in vier jaar tijd compleet omgeploegd. Er ontstaat een niemandsland

sR4. Ik kan uitleggen wat kenmerkend was voor de manier van vechten tijdens de Eerste Wereldoorlog.

Slide 9 - Tekstslide

Nieuwe wapens
  • Om de loopgravenoorlog te doorbreken worden uitvindingen gedaan die zorgen voor nieuwe wapens.

  • Naast generaals bepalen ook steeds meer wetenschap en techniek het verloop van de oorlog.

  • De Eerste Wereldoorlog wordt 'de oorlog van de uitvinders'

Slide 10 - Tekstslide

Verdrag van Versailles
Duitsland mag geen groot leger meer hebben. 
Duitsland moet een Enorme schadevergoeding betalen.
Duitsland raakt haar kolonies kwijt. 
Duitsland wordt kleiner, hieruit is polen ontstaan. 

Slide 11 - Tekstslide

Gevolgen

  • Economische crises en armoede

  • Diepe wens om Verdrag Versailles op te heffen en wraak te nemen

  • Opkomst van Hitler: hij speelt in op de Duitse onvrede over het Verdrag van Versailles

Slide 12 - Tekstslide

Totalitaire ideologieën 

Slide 13 - Tekstslide


Totalitaire samenleving

  • Onder Stalin werd de Sovjet-Unie een totalitaire samenleving

  • In een totalitaire samenleving is het individu onbelangrijk, de staat bepaald.

  • De staat heeft altijd gelijk.                                     Zo niet, dan toch....


Slide 14 - Tekstslide

Fascisme
Democratie is schuldig
  • Politiek is onnodig

Samenleving volgens het fascisme:
  • Één sterke leider
  • Geen gelijkheid
  • Nationalistisch
  • Geweldgebruik

Slide 15 - Tekstslide

Stalinisme 
  • Geheime Politie
  • Strafkampen
  • Censuur
  • Propaganda
  • Persoonsverheerlijking

Slide 16 - Tekstslide

Fascisme (ideologie Mussolini)
Kenmerken fascisme:

  • Extreem nationalistisch
  • Militaristisch
  • Antidemocratisch
  • Eén sterke leider

Slide 17 - Tekstslide

Nationaalsocialisme
Persoonsverheerlijking 
Totalitaire staat
Dictatuur
Indoctrinatie
Gelijkschakeling
Verschil met fascisme: de rassenleer, met als gevolg de Shoah

Slide 18 - Tekstslide

Holocaust/Shoah
De Jodenvervolging noemen we ook wel de Holocaust/ Shoah. Dit was een genocide/ volkerenmoord op 6 miljoen Joodse mensen (en anderen).

In 1942 werd in de Wannsee Conferentie besloten door de Nazi's dat Joodse mensen uitgeroeid moesten worden.
  •  Endlösung: eindoplossing

In Oost-Europa werden Einsatzgruppen (moordcommando’s) ingesteld. Daar werden ook vernietigingskampen gebouwd zoals Auschwitz.
Aantekening voor het examen

Slide 19 - Tekstslide

Oorzaken en aanleiding 
van de Tweede Wereldoorlog

Slide 20 - Tekstslide

Oorzaken Tweede Wereldoorlog
  • Boosheid over de afloop van de Eerste Wereldoorlog

  • Economische crisis

  • Politieke crisis

  • De opkomst van het nationaalsocialisme

Slide 21 - Tekstslide

Appeasementpolitiek
  • De toegeeflijke politiek die vooral gevoerd werd door de Engelse premier Chamberlain noemen we ook wel appeasementpolitiek
  • Toegeven aan Hitler om oorlog te voorkomen

Slide 22 - Tekstslide

Molotov- Ribbentroppact
In augustus 1939 sloten Duitsland en de Sovjet-Unie een niet-aanvalsverdrag: het Molotov- Ribbentroppact.

Hitler en Stalin kwamen overeen dat zij ieder een deel van Polen zouden bezetten.

Slide 23 - Tekstslide

Duitsland valt Polen aan
1 september 1939



Engeland en Frankrijk kunnen nog maar één ding doen: 
Duitsland de oorlog verklaren...

Dit was de aanleiding van de WOII, Zo begint de Tweede Wereldoorlog


Slide 24 - Tekstslide

Keerpunten Tweede Wereldoorlog
De oorlog verliep lang goed voor de Asmogendheden - de Blitzkriegtactieken en verrassingsaanvallen werkten goed.
Hier kwam in 1942 een einde aan.
Na 3 slagen (keerpunten) verloren de Asmogendheden steeds meer terrein. De opmars was voorbij en de verdediging werd ingezet.
  1. Midway (Stille Oceaan) - juni 1942
  2. El Alamein (Egypte) - okt. 1942 - nov. 1942
  3. Stalingrad (Sovjet-Unie) - aug. 1942 - feb 1943

Slide 25 - Tekstslide

Belangrijke momenten in een kort overzicht:

 
  • 1. Aanval op Polen, Blitzkrieg --> oorlogsverklaring Fr en Eng --> begin WO II (3 sept 1939)
  • 2. Duitse aanval op Noorwegen, Denemarken, Benelux en Frankrijk (vanaf april 1940)
  • 3. Slag om Engeland (juni - oktober 1940) --> D-Day mogelijk  (6 juni 1944)
  • 4. Operatie Barbarossa (juni 1941)    --> Duitsland valt Rusland aan
  • 5. Pearl Harbor (7 december 1941)     --> Japan valt marinebasis VS aan, Amerikaanse deelname aan WO II
  • 6. Slag om Midway (Stille Oceaan)    --> Amerika verslaat groot deel van de Japanse vloot
  • 7. Slag om El Alamein (Egypte)          --> Britten verslaat Italië en Duitsland in Noord-Afrika
  • 8. Slag om Stalingrad (winter '42-'43)  --> 1e grote nederlaag Hitler > opmars Russen richting Duitsland
  • 9. D-Day  (6 juni 1944)                           --> Landing Geallieerden op Normandië (Tweede Front); begin bevrijding West-                                                                      Europa
  • 10. Inname Berlijn Russen (april 45)       --> Hitler pleegt zelfmoord > capitulatie Duitsland
  • 11. Atoombommen (6/9 aug '45)           --> capitulatie Japan, einde WO II

Slide 26 - Tekstslide

Bezet Nederland

Slide 27 - Tekstslide

Houding Nederlanders
Meeste Nederlanders gingen door met het leven 

Verzet
  • Onderduikers helpen 
  • Illegale kranten en aanslagen plegen 

Collaboratie 
  • Bunkers bouwen 
  • Helpen met razzia's 

Slide 28 - Tekstslide

  • Totale oorlog: is een oorlog waarbij de hele samenleving te maken krijgt met de oorlog.
    Economisch kenmerk totale oorlog: Oorlogseconomie
  • fabrieken schakelde over op productie voor oorlog (munitie, medicijnen) 
  • Vrouwen namen mannenwerk over, bijv. wapenfabrieken.
    Politiek kenmerk totale oorlog
  • Propaganda: reclame om zoveel mogelijk mensen te overtuigen van politieke ideeën (door bijv. regeringen) 
  • Censuur: regering controleert alle pers
    Culturele kenmerk totale oorlog:
  • Door propaganda: vijandbeeld van andere landen, een heel negatief beeld neerzetten van andere landen 

Slide 29 - Tekstslide