Thuis in je huis les 6

Thuis in je huis 
Leerjaar 1
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Thuis in je huis 
Leerjaar 1

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
1. Bespreken van de gemaakte opdrachten van basisstof 4.5 (milieubewust huishouden)

2. Korte instructie basisstof 4.6 (met geld omgaan)

3. Aan de slag!

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

4.6 met geld omgaan

Slide 7 - Tekstslide

leerdoel
  1. Je kunt de uitgaven van een gezin in groepen indelen.
  2. Je weet hoe je productinformatie kunt krijgen.
  3. Je kunt rechten en plichten van een consument beschrijven.
  4. Je kunt uitleggen waarom je voorzichtig moet zijn met aankopen op afbetaling of abonnementsbasis.
  5.  Je kunt beschrijven hoe je overzicht houdt over je inkomsten en uitgaven.

Slide 8 - Tekstslide

Uitgaven
Wanneer je winkelt is het geld wat je uitgeeft een uitgave

Persoonlijke uitgaven zijn voor één persoon, als je iets voor het gezin koopt zijn het gezinsuitgaven

Slide 9 - Tekstslide

Uitgaven
Wanneer je iets in de winkel of online koopt ben je een consument

De dingen die je koopt zijn producten

Slide 10 - Tekstslide

Consumentenbond
> Prijzen vergelijken
> Kwaliteit en reviews
> Beste koop
https://www.consumentenbond.nl/ 
Veel andere vergelijkingssites, b.v. Tweakers

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

rechten en plichten consument
koopovereenkomst= een koper en een verkoper zijn het eens over een aankoop of bestelling
bon = je bewijs 

Omruilen wanneer dat aangegeven is op de bon en binnen de ruiltermijn (binnen hoeveel dagen je mag ruilen)
> Geld terug

Slide 13 - Tekstslide

Abonnementen en afbetaling
Je kunt een abonnement hebben op een tijdschrift, een club, een maaltijdbox of voor je telefoon. 

Vaak zijn deze producten duur, maar doordat je het per maand betaald merk je dat minder. Eigenlijk leen je geld, en dat kost geld. Als je geld leent heb je schulden, vaak moet je daarover ook rente betalen. Je betaalt dan meer dan je hebt geleend

Slide 15 - Tekstslide

abonnement= eens in de zoveel tijd wordt een product of dienst geleverd

schulden= geleend geld dat moet worden terug betaald

rente= extra geld dat je moet terugbetalen, naast het geleende geld

kopen op afbetaling= achteraf betalen in termijnen

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Budget
Je budget is het geld wat je kunt uitgeven

buget overschot= minder geld uitgeven dan dat je binnenkrijgt(sparen)

budget tekort= meer geld uitgeven dan dat je binnenkrijgt (schulden)

bezuinigen= proberen minder geld uit te geven

Slide 18 - Tekstslide

Wat moet je maken?
1. TL maakt opdracht 1 t/m 6c van basisstof 4.6 (omgaan met geld)
2. KB maakt opdracht 1 - 3 en 4

3. Afmaken infographic over de etiketten
4. Oefentoets ligt klaar, (thuis) maken - huiswerk voor volgende week maandag!

De toets is volgende week woensdag:  KB leren B1 t/m B5 (blz. 214 t/m 252)
                                                                                 TL leren B1 t/m B6 (blz. 214 t/m 258)

Slide 19 - Tekstslide