In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Argumenteren is te leren!
Slide 1 - Tekstslide
Waarom heb jij het nodig om goed te leren argumenteren?
Slide 2 - Open vraag
Slide 3 - Video
welk signaalwoord kun je tussen de volgende twee zinnen zetten?
Er komt geen poes.
Ik ben daar al jaren allergisch voor en dat weet je.
Slide 4 - Tekstslide
want-dus proef
Slide 5 - Tekstslide
Er komt geen poes. Ik ben daar al jaren allergisch voor en dat weet je.
A
Standpunt
B
Argument
Slide 6 - Quizvraag
Het Nederlands verloedert (want jongeren gebruiken steeds meer Engelse woorden als spam, hacken, gamen, cool, relaxed en chill.)
A
Argument
B
Standpunt
Slide 7 - Quizvraag
Leerlingen op de havo moeten in vier in plaats van vijf jaar hun opleiding kunnen afmaken. (Je kunt eerder aan een vervolgstudie beginnen en je zit je minder te vervelen.)
A
Standpunt
B
Argument
Slide 8 - Quizvraag
Als je een tegenargument weerlegt, dan ontkracht je het gegeven tegenargument en zeg je dus dat het tegenargument niet klopt.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quizvraag
weerlegging: gaat in tegen het argument
tegenargument: gaat in tegen het standpunt
Slide 10 - Tekstslide
Formuleer je eigen mening over de boete voor appen op de fiets. Onderbouw je mening met minimaal twee argumenten.
Slide 11 - Open vraag
Soorten argumenten
Bekijk het filmpje over de verschillende soorten arugmenten.
Noteer welke verschillende soorten argumenten in het filmpje aan bod komen.
In de volgende video wordt uitleg gegeven over de verschillende redeneringen die er zijn. Noteer de vijf redeneringen die in het filmpje aan bod komen.
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Het Nederlands verloedert want jongeren gebruiken steeds meer Engelse woorden als spam, hacken, gamen, cool, relaxed en chill.
A
argumentatie op basis van voorbeelden
B
argumentatie op basis van oorzaak-gevolg
C
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
D
argumentatie op basis van overeenkomst
Slide 17 - Quizvraag
Als Jett Rebel volgend jaar optreedt op Lowlands gaan we zeker weer naar het festival. Vorige keer was hij ook top.
A
argumentatie op basis van voorbeelden
B
argumentatie op basis van oorzaak-gevolg
C
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
D
argumentatie op basis van overeenkomst
Slide 18 - Quizvraag
Volgens zijn arts heeft hij bloedarmoede. Hij had namelijk allerlei symptomen die er op wijzen: last van vermoeidheid, hartkloppingen, duizeligheid, oorsuizingen en hoofdpijn.
A
argumentatie op basis van voorbeelden
B
argumentatie op basis van oorzaak-gevolg
C
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
D
argumentatie op basis van overeenkomst
Slide 19 - Quizvraag
Het wordt warmer op aarde en dat komt door het broeikaseffect.
A
argumentatie op basis van voorbeelden
B
argumentatie op basis van oorzaak-gevolg
C
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
D
argumentatie op basis van overeenkomst
Slide 20 - Quizvraag
Geloofwaardigheid
De schrijver van een betoog wil zijn publiek overtuigen van zijn mening. Hij moet geloofwaardig over komen als hij dit doel wil bereiken --> daarom dus goed onderbouwen!
Slide 21 - Tekstslide
Argumentatiestructuur
Een argumentatiestructuur is een schema waarin je duidelijk maakt op welke manier argumenten met elkaar en met het standpunt samenhangen.
Slide 22 - Tekstslide
Argumentatiestructuren
Enkelvoudige argumentatie = één standpunt en één argument
Onderschikkende argumentatie = een argument wordt ondersteund door één of meer subargumenten (=ketenargumentatie)
Nevenschikkende argumentatie = twee of meer argumenten ondersteunen gezamenlijk het standpunt
Slide 23 - Tekstslide
Argumentatiestructuren
Enkelvoudige argumentatie
Je kunt beter geen alcohol drinken.
Het is slecht voor je gezondheid.
Slide 24 - Tekstslide
Argumentatiestructuren
Onderschikkende argumentatie
Je kunt beter geen alcohol drinken.
Het is slecht voor je gezondheid.
Het is slecht voor je lever.
Slide 25 - Tekstslide
Argumentatiestructuren
Nevenschikkende onafhankelijke argumentatie
Je kunt beter geen alcohol drinken.
Het is slecht voor je gezondheid.
Het is gevaarlijk in het verkeer.
Slide 26 - Tekstslide
Argumentatiestructuren
Nevenschikkende afhankelijke argumentatie
Heel Nederland heeft last van het slechte weer.
In Noord-Nederland hadden ze te maken met veel schade door de harde wind.
Terwijl Zuid-Nederland met name te maken had met wateroverlast.
Slide 27 - Tekstslide
Argumentatiestructuren
Combinatie van argumentaties
Je kunt beter geen alcohol drinken.
Het is slecht voor je gezondheid.
Het is gevaarlijk in het verkeer.
Het is duur.
Het is slecht voor je lever.
Met drank op moet je een taxie nemen.
Een taxie kost meer dan zelf rijden.
Slide 28 - Tekstslide
Argumentatiestructuren
Stelling: Het festival van afgelopen weekend was niet leuk.
Het regende drie dagen onafgebroken.
Een flesje water kostte 5 euro.
Het vliegtuig had vertraging.
Het was erg duur.
De hoofdact kwam niet opdagen.
Slide 29 - Tekstslide
Argumentatiestructuren
Het festival van afgelopen weekend was niet leuk.
Het vliegtuig had vertraging.
Het was erg duur.
De hoofdact kwam niet opdagen.
Een flesje water kostte 5 euro.
Het regende drie dagen onafgebroken.
Slide 30 - Tekstslide
Drogredenen
Wat klopt er niet aan onderstaande argumentaties (= redeneringen)?
Veel ouderen die op een e-bike rijden hebben een ongeval gehad, dus is het rijden met een e-bike gevaarlijk.
Dit is een saai boek, want ik vind er niks aan.
Slide 31 - Tekstslide
Drogredenen
Filmpje Arjen Lubach
https://www.youtube.com/watch?v=hSz7yO7bckI
Filmpje met uitleg over de negen belangrijkste drogredenen