Hoofdstuk 6 paragraaf 1 De gouden eeuw van Nederland

H6 Regenten en vorsten
6.1 De gouden Eeuw van Nederland
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H6 Regenten en vorsten
6.1 De gouden Eeuw van Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen voor deze les: 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

De Gouden eeuw
In de 17de eeuw verzorgde Nederlanders een groot deel van de handel. 

De Republiek was ook het rijkste van Europa. 

De lange periode van bloei wordt de Gouden Eeuw genoemd. 

Slide 4 - Tekstslide

De Gouden eeuw
Tijdens de Goude Eeuw was Amsterdam een stapelplaats

In een Stapelplaats werden handelsproducten bewaard en opgeslagen en na een tijdje weer verkocht en vervoerd naar andere plekken. 

Slide 5 - Tekstslide

De Gouden eeuw
Schepen en handelsgoederen waren bezit van handelaren. 

Om winst te maken staken deze handelaren de winst die ze maakte in een bedrijf. 

Dit heet kapitalisme. 

Slide 6 - Tekstslide

De Gouden eeuw
In de 17de eeuw hadden de handelaren de leiding in de economie. 

Dit wordt handelskapitalisme genoemd. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

De Gouden eeuw
Om winst te maken moesten handelaren rekening houden met concurrenten. 

Een slimme handelaar: 
  1. Liet zijn prijs zakken als er veel aanbod was. 
  2. Liet zijn prijs stijgen als er weinig aanbod was. 

Slide 9 - Tekstslide

Gouden eeuw
Door de bloeiende handel ging het ook goed in de: 
  1. Nijverheid. 
  2. Landbouw. 

Slide 10 - Tekstslide

Groeiende steden
Door de bloeiende economie groeide bevolking omdat: 
  1. Mensen gezonder leefde. 
  2. Mensen ouder werden. 
  3. Immigranten kwamen naar de Republiek. 

Hierdoor moesten steden uitgebreid worden. 

In Amsterdam werd de grachtengordel gebouw. Hierin gingen rijke handelaren wonen waar zij hun goederen opsloegen. 

Slide 11 - Tekstslide

Meer landbouwgrond
Nederlanders gingen polders leegmalen met windenergie om meer voedsel te produceren. 

Rijke Amsterdammers investeerde geld om deze polders leeg te pompen. 

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag: Huiswerk
  • Maken paragraaf 6.1. 
  • Leren leerdoelen 6.1.  

Slide 13 - Tekstslide