Solvabiliteit en de balans, 31-03-2022

Planning voor de les:
4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor.
5 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
30 minuten: uitleg 
5 minuten: pauze
45 minuten: aan het werk!
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
Commerciële calculatiesMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Planning voor de les:
4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor.
5 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
30 minuten: uitleg 
5 minuten: pauze
45 minuten: aan het werk!

Slide 1 - Tekstslide

Hoeveel zijn de exploitatiekosten in procenten van de omzet?

Slide 2 - Open vraag

Uitwerking
GeheelDeelx100=....
750.000217.500x100=29,00

Slide 3 - Tekstslide

Oefenen
Brent heeft in 2017 de kosten begroot op basis van 2016. Hieronder zie een overzicht van de kosten en bijbehorende omzet. 





 Hoeveel % is de omzet gestegen van 2016 naar 2017?

Slide 4 - Tekstslide

Hoeveel % is de omzet gestegen van 2016 naar 2017?

Slide 5 - Open vraag

Uitwerking
(€370.800 - €360.000) : €360.000 x 100% = 3%

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen:
- Je begrijpt een balans
- Je kan de solvabiliteitsgraad uitrekenen
- Je kan het solvabiliteitspercentage uitrekenen.
- Je kan de debt ratio uitrekenen.


HUISWERK: Opdracht 1 t/m 3 van solvabiliteit.

Slide 7 - Tekstslide

Solvabiliteit
Een ondernemer is solvabel als hij bij bedrijfsbeëindiging alle schulden kan betalen.

Om te bepalen of je voldoende eigen vermogen hebt kijk je niet naar het bedrag van het eigen vermogen, maar naar het kengetal solvabiliteit.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Debetzijde


Creditzijde

Slide 10 - Tekstslide

Verschillende categorieën 
- Vast Activa
- Vlottende activa
 - Liquide middelen

- Kort vreemd vermogen
- lang vreemd vermogen 
- Eigen vermogen 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Vaste Activa
- langer dan 1 jaar door bedrijf gebruikt worden

Staat aan de kant van BEZIT 




Slide 13 - Tekstslide

Vlottende Activa
Minder dan 1 jaar binnen de onderneming blijven. 

Bv: Voorraad, grondstoffen, debiteuren 

Slide 14 - Tekstslide

Liquide Middelen
De posten BANK en KAS 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Lang vreemd vermogen
Geleend geld voor langer dan 1 jaar 

Bv Hypotheek , leningen

Slide 17 - Tekstslide

Kort vreemd vermogen 
Geleend geld voor korter dan 1 jaar 

Bv. Crediteuren

Slide 18 - Tekstslide

Eigen vermogen
Door eigenaren zelf ingebracht 

Schuld aan jezelf


Slide 19 - Tekstslide

Eigen vermogen
Bezit - schuld = EV
  • Bezit is het totale vermogen (TV)
  • Schuld is het vreemd vermogen (VV)
  • Als je van een organisatie alle bezittingen optelt (TV) en daar alle schulden (VV) van aftrekt hou je het eigen vermogen (EV) over.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Liquide middelen
Eigen vermogen
Kort vreemd vermogen
Lang vreemd vermogen
Vaste activa
Vlottende activa

Slide 23 - Sleepvraag

Een balans is een overzicht van
A
bezit, schuld en vreemd vermogen.
B
bezit, winst en vreemd vermogen.
C
bezit, schuld en eigen vermogen.
D
bezit, winst en eigen vermogen.

Slide 24 - Quizvraag

Onder welke categorie valt een hypothecaire lening?
A
Liquide middelen
B
Eigen vermogen
C
Lang vreemd vermogen
D
Kort vreemd vermogen

Slide 25 - Quizvraag

Het eigen vermogen (EV) bereken je door de het vreemd vermogen (VV) van het totale vermogen (TV) af te trekken:
EV = TV - VV
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quizvraag

Onder welke balanspost zetten we de debiteuren
A
Vaste activa
B
Eigen Vermogen
C
Liquide middelen
D
Vlottende activa

Slide 27 - Quizvraag

Solvabiliteit
Een ondernemer is solvabel als hij bij bedrijfsbeëindiging alle schulden kan betalen.

Om te bepalen of je voldoende eigen vermogen hebt kijk je niet naar het bedrag van het eigen vermogen, maar naar het kengetal solvabiliteit.

Het voordeel van een kengetal is, dat je makkelijk gegevens met voorgaande jaren kunt vergelijken (interne vergelijking) en met branchegegevens (benchmarken).

Slide 28 - Tekstslide

Berekenen van solvabiliteit
Voor het berekenen van de solvabiliteit maken we gebruik van drie kengetallen.
Per kengetal staat de uitkomst aangegeven. Elke financierder gebruikt deze normen op zijn eigen manier. 

1.

2.

3.


De solvabiliteitsgraad is verhouding tussen het eigen vermogen en het totale vermogen van een onderneming.
Het solvabiliteitspercentage is de verhouding tussen het eigen vermogen en het vreemd vermogen van een onderneming.
De debt ratio is de verhouding tussen het vreemd vermogen en het totale vermogen van een onderneming.
Debt betekent schuld.

Slide 29 - Tekstslide

Opdracht
Groothandel Works verkoopt bedrijfskleding en bestaat inmiddels 12 jaar.
Het bedrijf heeft de kredietcrisis overleefd, door de grote buffer aan eigen vermogen.
Door de aanwezigheid van voldoende eigen vermogen is het bedrijf solvabel.







a. Hoeveel bedraagt het totaal aan bezittingen (Totaal vermogen)?

Slide 30 - Tekstslide

a. Hoeveel bedraagt het totaal aan bezittingen (Totaal vermogen)?

Slide 31 - Open vraag

Uitwerking

Slide 32 - Tekstslide

Opdracht
Groothandel Works verkoopt bedrijfskleding en bestaat inmiddels 12 jaar.
Het bedrijf heeft de kredietcrisis overleefd, door de grote buffer aan eigen vermogen.
Door de aanwezigheid van voldoende eigen vermogen is het bedrijf solvabel.







b. Hoeveel bedraagt het Eigen vermogen?

Slide 33 - Tekstslide

b. Hoeveel bedraagt het Eigen vermogen?

Slide 34 - Open vraag

Uitwerking

Slide 35 - Tekstslide

Opdracht
Groothandel Works verkoopt bedrijfskleding en bestaat inmiddels 12 jaar.
Het bedrijf heeft de kredietcrisis overleefd, door de grote buffer aan eigen vermogen.
Door de aanwezigheid van voldoende eigen vermogen is het bedrijf solvabel.







c. Hoeveel bedraagt het Vreemd vermogen?

Slide 36 - Tekstslide

c. Hoeveel bedraagt het Vreemd vermogen?

Slide 37 - Open vraag

Uitwerking

Slide 38 - Tekstslide

Opdracht
Groothandel Works verkoopt bedrijfskleding en bestaat inmiddels 12 jaar.
Het bedrijf heeft de kredietcrisis overleefd, door de grote buffer aan eigen vermogen.
Door de aanwezigheid van voldoende eigen vermogen is het bedrijf solvabel.







d. Bereken de solvabiliteitsgraad.

Slide 39 - Tekstslide

d. Bereken de solvabiliteitsgraad.

Slide 40 - Open vraag

Uitwerking

Slide 41 - Tekstslide

Voldoet dit aan de norm?
A
Ja
B
Nee

Slide 42 - Quizvraag

Opdracht
Groothandel Works verkoopt bedrijfskleding en bestaat inmiddels 12 jaar.
Het bedrijf heeft de kredietcrisis overleefd, door de grote buffer aan eigen vermogen.
Door de aanwezigheid van voldoende eigen vermogen is het bedrijf solvabel.







e. Bereken het solvabiliteitspercentage.

Slide 43 - Tekstslide

e. Bereken het solvabiliteitspercentage.

Slide 44 - Open vraag

Uitwerking

Slide 45 - Tekstslide

Voldoet dit aan de norm?
A
Ja
B
Nee

Slide 46 - Quizvraag

Opdracht
Groothandel Works verkoopt bedrijfskleding en bestaat inmiddels 12 jaar.
Het bedrijf heeft de kredietcrisis overleefd, door de grote buffer aan eigen vermogen.
Door de aanwezigheid van voldoende eigen vermogen is het bedrijf solvabel.







f. Bereken de Debt ratio.

Slide 47 - Tekstslide

f. Bereken de Debt ratio.

Slide 48 - Open vraag

Uitwerking

Slide 49 - Tekstslide

Voldoet dit aan de norm?
A
Ja
B
Nee

Slide 50 - Quizvraag

Zijn er vragen?

Slide 51 - Tekstslide

5 minuten pauze
timer
5:00

Slide 52 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat? Opdracht 1 t/m 3 van Solvabiliteit
Hoe? Volgens het stoplicht
Hulp? De docent (tijdens de les), je laptop en je medestudent.
Tijd? Tot de timer op 0 staat 
Uitkomst? Je hebt geoefend met leerstof.
Klaar? Ga verder met een ander vak

timer
30:00

Slide 53 - Tekstslide