Spelling groep6 - apostrof s vooraan

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

  • Weet je nog wanneer we 's tegen zijn gekomen?
  • Bij de meervouden........
  • Weet jij nog hoe het moet?
Herhaling

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

De sprookjesschrijver

Ik ken een man die verhaaltjes verzint
en ’s morgens al heel in de vroegte begint.

Hij schrijft over heksen en elfen en feeën
van kwart over zessen tot ’s middags bij tweeën.

Hij schrijft over prinsen en over prinsessen
van kwart over tweeën tot ’s avonds bij zessen.

Dan slaapt hij en ’s morgens begint hij weer vroeg.
Hij heeft aan een inktpotje lang niet genoeg.






Hij heeft in zijn tuin dus een vijver vol inkt,
een vijver door donkere struiken omringd,

en altijd, wanneer hij moet denken, die schrijver,
dan doopt hij zijn kroontjespen weer in de vijver.

Hij heeft nu al tienduizend sprookjes verzonnen
en is nu weer pas aan een ander begonnen.

En als hij daar zit tot het eind van zijn leven,
misschien is die vijver dan leeggeschreven.

door Annie M.G. Schmidt

Slide 4 - Tekstslide

Wat is je opgevallen in dit gedichtje?

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Video

Vroeger zei men 

 
Dat ouderwetse taalgebruik is in de loop der jaren aangepast. Nu zeggen we 


Van            hebben we dus twee letters zomaar weggehaald. 
Dat mag niet zomaar. Op de plaats van weggehaalde letters moet je een apostrof (hoge komma) schrijven. Dan krijg je dus:




des morgens
des 
's morgens

Slide 7 - Tekstslide

Let op:

  • tussen de ’s en morgens moet je ook een spatie schrijven.
  • Soms hoor je de ’s niet, maar moet je hem wel schrijven. Bijvoorbeeld bij:
  • ’s zaterdags
  • ’s zondags
  • ’s zomers
  • Als een woord met ’s vooraan in de zin staat, dan schrijf je: ‘s Morgens ...
  • Onthoud waar die ’s vandaag komt: des .......... dan weet je ook waar je de apostrof moet schrijven, namelijk voor de s.

Slide 8 - Tekstslide

Kan jij de woorden in de slang vinden?

Schrijf ze in je schrift.

Slide 9 - Tekstslide

Schrijf met apostrof:
des morgens

Slide 10 - Open vraag

Schrijf met apostrof:
des middags

Slide 11 - Open vraag

Schrijf met apostrof:
des nachts

Slide 12 - Open vraag

Schrijf met apostrof:
des zomers

Slide 13 - Open vraag

Schrijf met apostrof:
des zondags

Slide 14 - Open vraag

tijd voor een spelletje

Slide 15 - Tekstslide

Welk woord is goed geschreven?
A
's zaterdags
B
s' zaterdags
C
szaterdags
D
'szaterdags

Slide 16 - Quizvraag

Welk woord is goed geschreven?
A
s' winters
B
swinters
C
's winters
D
'swinters

Slide 17 - Quizvraag

's ochtends
A
goed
B
fout

Slide 18 - Quizvraag

's nachs
A
goed
B
fout

Slide 19 - Quizvraag

Zullen we een spelletje doen?

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide