Les 21

Les 21

Detailhandel

10.15 uur tot 11.45 uur: 2
11.45 uur tot 13.45 uur: 1/2
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomiePraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Les 21

Detailhandel

10.15 uur tot 11.45 uur: 2
11.45 uur tot 13.45 uur: 1/2

Slide 1 - Tekstslide

Gedragsverwachtingen
Ik luister naar de uitleg.
Ik gebruik mijn Chromebook op de juiste manier.
Ik steek mijn vinger op als ik iets wil vragen.
Tijdens het zelfstandig werken ben ik stil.
Ik ruim mijn spullen stil op.

Slide 2 - Tekstslide

Doel - klas 1

- Aan het eind van de les weet ik welke functies er in de winkel zijn.
- Aan het eind van de les heb ik geoefend in de praktijk.
Doel - klas 2

- Aan het eind van de les heb ik geoefend in de praktijk.
- Aan het eind van de les weet ik hoe ik de verschillende soorten vuil schoon moet maken.

Slide 3 - Tekstslide

Klas 1:
- 1e uur theorie
- 2e uur praktijk
Klas 2:
- 1e uur praktijk
- 2e uur theorie

Slide 4 - Tekstslide

Theorie klas 1:

- Schrijf de begrippenlijst over in je boekje (blz. 3)
Praktijk klas 2:

- Herhalen praktijkopdrachten + afspraken

Slide 5 - Tekstslide

Theorie - klas 1
Even herhalen....


Slide 6 - Tekstslide

Wat is representatief?
A
Aanwezig zijn op je werk
B
Een presentatie geven
C
Er verzorgd uit zien en op een goede manier contact maken
D
Schone kleren aan hebben

Slide 7 - Quizvraag

Bladzijde 11
- Opdracht 6 is straks jullie praktijkopdracht. Deze leg ik jullie zo meteen uit :)

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een functie?
A
Een supermarkt
B
Alles wat de winkelmedewerker doet
C
Het beroep dat iemand in de winkel heeft
D
Je salaris/loon/geld dat je krijgt

Slide 9 - Quizvraag

Wat doet een winkelmedewerker allemaal in de supermarkt?

Slide 10 - Open vraag

Wat is zijn taken?
A
Een supermarkt
B
Alles wat de winkelmedewerker doet
C
Het beroep dat iemand in de winkel heeft
D
Je salaris/loon/geld dat je krijgt

Slide 11 - Quizvraag

Welke functies in een winkel ken je nog meer?

Slide 12 - Open vraag

Vulploegleider

Slide 13 - Tekstslide

Kassamedewerker

Slide 14 - Tekstslide

Assistent filiaalmanager

Slide 15 - Tekstslide

Filiaalmanager

Slide 16 - Tekstslide

13 maart TOETS module 3
Schrijf dit op je leer-briefje.
Neem dat briefje mee naar huis, zodat je de begrippen kunt leren.

Als we nog tijd over hebben, ga je alvast leren.

Slide 17 - Tekstslide

Praktijk klas 1:

- Opdracht 8 bladzijde 13 (gebruik internet!) 
- Opdracht 6 uit je boekje. Je gaat dit interview ook verwerken in WORD.
- Interview per persoon iemand uit klas 4.

Klaar?
Dan leer je alvast voor de toets van volgende week.
Theorie klas 2:

- Maak de woordzoeker verder af. 
- Zorg dat je blz. 48 + een pen op tafel hebt!

Slide 18 - Tekstslide

Theorie - klas 2
Schoonmaken
Droog vuil
Reinigen
Gevarensymbool
Zichtbaar vuil
Aangekleefd vuil
Reinigingsmiddel
Schoonmaakplan




Slide 19 - Tekstslide

Even herhalen...

Slide 20 - Tekstslide

Wat is schoonmaken?
A
Het weghalen van vuil
B
Dingen opruimen
C
Met een sopje poetsen
D
Stofzuigen

Slide 21 - Quizvraag

Vraag 3
Waarom is het opruimen en schoonmaken van de winkel belangrijk?

Slide 22 - Tekstslide

In een winkel....
A
hoef je nooit schoon te maken
B
maak je alleen schoon als iets zichtbaar vies is
C
maak je schoon om de artikelen heen
D
wordt elke dag schoongemaakt

Slide 23 - Quizvraag

Wat is derving?
A
Ander woord voor schoonmaken
B
Verlies doordat iets vuil of kapot is
C
Dozen op een rolcontainer
D
Een manier van klanten aanspreken

Slide 24 - Quizvraag

Onzichtbaar vuil
Zichtbaar vuil
Koffievlek
Dode huidcellen
Prop papier

Slide 25 - Sleepvraag

Droog vuil
Aangekleefd vuil
Koffievlek
Prop papier
Kauwgom

Slide 26 - Sleepvraag

Vraag 5
Wat is zichtbaar vuil?

Slide 27 - Tekstslide

Vraag 6
Wat is onzichtbaar vuil?

Slide 28 - Tekstslide

Vraag 7
Welke twee soorten zichtbaar vuil zijn er?

Slide 29 - Tekstslide

Vraag 8
Geef 4 voorbeelden van zichtbaar vuil in een winkel

Slide 30 - Tekstslide

Nieuwe theorie!
Eens even kijken wat jullie al weten! :)

Slide 31 - Tekstslide

Droog vuil verwijder je...
A
Nat (dus met een sopje/dweil)
B
Droog (dus met een stofzuiger/bezem)
C
Met een kauwgomkrabber
D
Niet.. Dat laat je gewoon liggen ;)

Slide 32 - Quizvraag

Aangekleefd vuil verwijder je...
A
Nat (dus met een sopje/dweil)
B
Droog (dus met een stofzuiger/bezem)
C
Met een kauwgomkrabber
D
Niet.. Dat laat je gewoon liggen ;)

Slide 33 - Quizvraag

Als je aangekleefd vuil verwijdert (nat, dus met een sopje), dan noem je dat: reinigen.

Slide 34 - Tekstslide

Zichtbaar vuil
Onzichtbaar vuil
Reinigingsmiddel
Desinfecteermiddel

Slide 35 - Sleepvraag

Zichtbaar vuil
Voor badkamer/toilet
Voor de vloeren
Voor al het overige schoonmaakwerk
Sanitairreiniger
Vloerreinigingsmiddel
Interieurreiniger

Slide 36 - Sleepvraag

Zelfstandig werken (vorige week)

- Maak opdracht 1 t/m opdracht 8 (blz. 48 t/m blz. 51)

Klaar?
- Maak je woordzoeker verder af.
Zelfstandig werken (deze week)

- Maak opdracht 9 t/m 13 (blz. 53 en 54) 

Eduhint:
- Waarom schoonmaken

Slide 37 - Tekstslide

Dit vond ik vandaag het leukste:

Slide 38 - Open vraag

Hier ga ik volgende week aan werken:

Slide 39 - Open vraag