H8 Straling (deel 1 van 2)

Natuurkunde H8
8.1 Eigenschappen van straling
8.2 Radioactiviteit

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Natuurkunde H8
8.1 Eigenschappen van straling
8.2 Radioactiviteit

Slide 1 - Tekstslide

Planning
- Binas nodig
- Herhaling Isotopen
- Nieuwe lesstof H8.1 en H8.2
- Vragen vooraf?

Slide 2 - Tekstslide

Na de les kan je:
  • een aantal soorten straling met hun bron benoemen. 
  • beschrijven welke soorten straling voor mens en dier waar te nemen zijn. 
  • situaties benoemen waarbij straling wordt doorgelaten of geabsorbeerd. 
  • de risico’s van het werken met röntgenstraling beschrijven. 
  • het verschil beschrijven tussen stabiele en instabiele kernen. 
  • berekenen hoe de activiteit van radioactief materiaal in de loop van de tijd afneemt. 

Slide 3 - Tekstslide

Wat was ook alweer een isotoop? Schrijf op wat je je nog herinnert.

Slide 4 - Open vraag

Hoeveel isotopen heeft het atoom zilver volgens Binas 32?
A
1
B
0
C
2
D
3

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Ioniserende straling



Straling die de moleculen kapot kan maken, wordt ioniserende straling genoemd.



Slide 7 - Tekstslide

Uv straling

Slide 8 - Tekstslide

UV straling 
Deze straling zorgt er voor dat je bruin wordt. Ook is dit de bron van vitamine D voor je lichaam. 

Zonlicht bestaat uit:
95% UV-A straling: huidveroudering
5% UV-B straling: bruin worden (en ook verbranden en daaropvolgend huidkanker) en vitamine D productie


Slide 9 - Tekstslide

Rontgenstraling

Slide 10 - Tekstslide

Rontgen
In 1894 nam Wilhelm Rontgen de eerste rontgenfoto van de hand van zijn vrouw. Tegenwoordig maken we nog steeds gebruik van deze techniek om naar beenderen te kijken. 

Slide 11 - Tekstslide

Radioactiviteit


Radioactieve stoffen zenden ook sterk een ioniserende straling uit.

Slide 12 - Tekstslide

Instabiele kernen

Een radioactief isotoop heeft atoomkernen die instabiel zijn. Daarmee wordt bedoeld dat die kernen spontaan (dus zonder invloed van buitenaf) veranderen.


Op het moment dat zo'n atoomkern verandert, zendt deze een kleine hoeveelheid straling uit. Dit wordt radioactief verval genoemd.

Slide 13 - Tekstslide

Meten van radioactiviteit


Je meet radioactiviteit met een geigerteller.


Je meet dit in Bequerel (Bq)

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Wat was ook alweer een isotoop? Schrijf op wat je je nog herinnert.

Slide 16 - Open vraag

En wat was ioniserende straling?

Slide 17 - Open vraag

Wat zijn instabiele atoomkernen?

Slide 18 - Open vraag

Halfwaardetijd - Halveringstijd

Instabiele atoomkernen raken energie (activiteit) kwijt naarmate de tijd verstrekt. 

De halveringstijd geeft aan hoe lang het duurt voordat de activiteit van een instabiel atoom gehalveerd is.

Slide 19 - Tekstslide

Halverings/halfwaardetijd

De kernen van een isotoop gaan steeds door de helft.


Dus een halveringstijd van 300 Bq per dag houdt in:

0 dagen - 300 Bq - 100%

1 dag - 150 Bq - 50% 

2 dagen - 75 Bq - 25%

 etc etc etc

Slide 20 - Tekstslide

Wat is de halfwaardetijd van Zilver-110?
A
1 dag
B
24sec
C
9,7min
D
2,6jaar

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de halfwaardetijd van Uranium-238?
A
7,04*10^8 jaar
B
45 dagen
C
80540000 jaar
D
4,47*10^9 jaar

Slide 22 - Quizvraag

Soorten straling

Straling die moleculen kapot maakt:

- deeltjesstraling (alfa- en bètastraling)
- elektromagnetische straling (gammastraling en Röntgenstraling)

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Welke straling zendt tin-121 uit?
A
alfa
B
beta
C
gamma
D
röntgen

Slide 25 - Quizvraag

Weektaak
Lezen H8.1 en H8.2
Maken: zie leerdoelen

Slide 26 - Tekstslide