WISK-X telwoorden en rangtelwoorden

wisk-x
telwoorden
en
rangtelwoorden
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

wisk-x
telwoorden
en
rangtelwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Hoe oud ben jij?
(schrijf het in letters)

Slide 3 - Open vraag

3
A
dire
B
drie
C
derie
D
trie

Slide 4 - Quizvraag

20
A
twintig
B
twentig
C
twinteg
D
twenteg

Slide 5 - Quizvraag

negen - drie =
A
vier
B
vijf
C
zes
D
zeven

Slide 6 - Quizvraag

Veertien - vier = elf
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

vijf min vijf is
A
vijf
B
nul
C
tien
D
vijfentwintig

Slide 8 - Quizvraag



Hoeveel blokjes liggen hier?
A
zes
B
vijf
C
acht
D
zeven

Slide 9 - Quizvraag

Hoeveel blokjes liggen hier?
(schrijf in letters)

Slide 10 - Open vraag

telwoorden

Telwoorden zijn cijfers, nummers, aantallen.

Met telwoorden kun je tellen:
1, 2, 3, 4, 5, .....
rangtelwoorden

Rangtelwoorden  geven een volgorde aan.

1e, 2e, 3e, ........

Slide 11 - Tekstslide

Wat zijn de regels om een rangtelwoord te maken?
van 1 - 20:
meestal telwoord + de
4e = vierde
6e = zesde
7e = zevende
eindigt een telwoord op -t, -d, -g ? -> + ste
8e = achtste
20e = twintigste
100e = honderdste

Slide 12 - Tekstslide

van 1 tot 20 :
1e :   eerste                                            6e :   zesde
2e:   tweede                                          7e :   zevende
3e:   derde                                             8e :   achtste
4e:   vierde                                            9e :   negende
5e:   vijfde                                            10e :   tiende

Slide 13 - Tekstslide

van 11 tot 20:
11e :   elfde                                       16e :   zestiende
12e:   twaalfde                                17e :   zeventiende
13e:   dertiende                             18e :   achttiende
14e:   veertiende                           19e :   negentiende
15e:   vijftiende                              20e :  twintigste

Slide 14 - Tekstslide

LET OP!!
1e: eende X = eerste
3e: driede X = derde


Slide 15 - Tekstslide

Dus wat zijn de regels?
Rangtelwoord = getal + de
Maar niet voor:
1e= eerste                              8e = achtste
3e= derde                            20e = twintigste
                                                100e = honderdste

Slide 16 - Tekstslide

= de eerste

Slide 17 - Tekstslide

= middelste

Slide 18 - Tekstslide

= de laatste

Slide 19 - Tekstslide

= de kleinste
= de grootste

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Zes is een rangtelwoord.
A
Goed
B
Fout

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een rangtelwoord?
A
Tien
B
Vijfde
C
100
D
veel

Slide 23 - Quizvraag

Wat is geen rangtelwoord?
A
vierde
B
eerste
C
negentien
D
laatste

Slide 24 - Quizvraag

Zoek het rangtelwoord.

Gisteren wonnen deze elf voetballers hun eerste wedstrijd.
A
eerste
B
elf

Slide 25 - Quizvraag

Wat is hier een rangtelwoord?
A
nul
B
honderd
C
dertien
D
negende

Slide 26 - Quizvraag

eerste
derde
vierde
vijfde
tweede

Slide 27 - Sleepvraag

Maandag is de ________ dag van de week.

Slide 28 - Open vraag

Woensdag is de _________ dag van de week.

Slide 29 - Open vraag

Vrijdag is de ________ dag van de week.

Slide 30 - Open vraag

Zaterdag is de __________ dag van de week.

Slide 31 - Open vraag

Dinsdag is de ___________ dag van de week.

Slide 32 - Open vraag

Zondag is de ______ dag van de week.

Slide 33 - Open vraag

EXTRA OPDRACHT


we spelen een 

Slide 34 - Tekstslide