Mens en natuur basisstof 5

Basisstof 5
Transport door het lichaam 
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Basisstof 5
Transport door het lichaam 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Belangrijke begrippen
slagader                                                                        ader
haarvaten                                    grote bloedsomloop
kleine bloedsomloop       dubbele bloedsomloop
kleppen (in aders)                                      

Slide 3 - Tekstslide

0

Slide 4 - Video

Slagaders
  • Hart pompt bloed met veel kracht in de slagader
  • Hoge druk in de slagader
  • Bloed stroomt snel
  • Dikke, gespierde wand
  • Vervoert bloed naar organen
  • Is meestal zuurstofrijk (wel een uitzondering?)

Slide 5 - Tekstslide

Aders
Door de aders stroomt het bloed van de organen weg terug naar het hart.

  • Liggen minder diep in je lichaam dan de slagaders
  • Bevatten aderkleppen

Aderkleppen zorgen ervoor dat het bloed in de aders niet terugstroomt naar de organen.

Slide 6 - Tekstslide

Aderkleppen
aderkleppen
  • zitten vooral in aders in je armen en benen
  •  zorgen ervoor dat het bloed in de aders niet terugstroomt naar de organen

Slide 7 - Tekstslide

longblaasjes
-omringt door netwerk van bloedvaatjes (longhaarvaatjes)
-Uitwisseling O2 en CO2 in longblaasjes (gaswisseling)

Slide 8 - Tekstslide

Haarvaten
Slagader wordt steeds kleiner: haarvaten.

Dun, bijna alle cellen orgaan bij haarvat.

Wand is dun. Zuurstof & voedingsstoffen naar orgaan, afvalstoffen vanaf orgaan.

Slide 9 - Tekstslide

Longblaasjes
  • Via de longhaarvaatjes kunnen stoffen in en uit het bloed. 
  • Zuurstofrijke lucht gaat in het bloed
  • Zuurstofarme lucht, met veel koolstofdioxide, gaat uit het bloed

Slide 10 - Tekstslide

20. Wat is de stroomrichting van de kleine bloedsomloop?
1.
2
3.
4.
5.
Rechterkamer
Longslagader
Longen
Longader
Linkerboezem

Slide 11 - Sleepvraag

Dubbele en enkelvoudige bloedsomloop

Dubbele: hart - longen (kleine bloedsomloop) - hart - lichaam (grote bloedsomloop)

Enkelvoudige: hart - kieuwen - lichaam

Slide 12 - Tekstslide

Enkele en dubbele bloedsomloop

Slide 13 - Tekstslide

Bij welke bloedsomloop horen de haarvaten van de longen?
A
Bij de grote bloedsomloop
B
Bij de kleine bloedsomloop
C
Bij de kleine en grote bloedsomloop

Slide 14 - Quizvraag

Ademhalingsstelsel

Organen: neusholte, mondholte, luchtpijp, longen

orgaanstelsel: ademhalingsstelsel

Taak: zuurstof in je lichaam opnemen en 

koolstofdioxide uit halen 

Slide 15 - Tekstslide

0

Slide 16 - Video

Gesloten bloedsomloop:

Slide 17 - Tekstslide

Open bloedsomloop
Gesloten bloedsomloop

Slide 18 - Tekstslide

Waar vervoert de aorta bloed naar?
A
Naar de rechterharthelft
B
Naar de lever
C
Naar de dunne darm
D
Vanuit je linkerharthelft naar de slagaders

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Video

Lymfestelsel

Slide 21 - Tekstslide

Welke twee functies heeft een lymfeknoop? (kies dus twee letters)
A
Het onschadelijk maken van ziekteverwekkers
B
Het vervoeren van CO2
C
Het verwijderen van zuurstof
D
Het reinigen van lymfevloeistof

Slide 22 - Quizvraag

namen bloedvaten
slagaders
ader
aorta
holle ader
poortader

Slide 23 - Tekstslide

Basisstof 6
Transport door het hart 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Welke kant van het hart en de bloedsomloop is zuurstofrijk?
A
rechterkant
B
linkerkant
C
allebei de kanten
D

Slide 26 - Quizvraag


Bestaat het hart alleen uit kamers?
A
Ja
B
Nee

Slide 27 - Quizvraag

Het hart zit in de ...
A
Borstholte
B
Buikholte

Slide 28 - Quizvraag

Hoeveel kamers heeft het hart?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Video

Wat doet een AED?

Slide 31 - Open vraag

Uitleg keuzeopdrachten

Slide 32 - Tekstslide

Volgende les:
  • Bassistof 8 bespreken
  • Vragen beantwoorden over keuzeopdrachten

Slide 33 - Tekstslide

Huiswerk
Module 11 afronden
Oefentoetsen en basisstoffen maken

Slide 34 - Tekstslide