Lekker eten en drinken!

Lekker eten en drinken!
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lekker eten en drinken!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je:
- Iemand iets vragen en de vraag begrijpen
- Iets aangeven en bedanken
- Zeggen dat je iets niet begrijpt
- Zeggen wat je wel en niet lekker vindt

Slide 2 - Tekstslide

Introduceer de leerdoelen van de les en zorg dat de studenten begrijpen wat ze aan het eind van de les geleerd moeten hebben.
Wat weet je al over eten en drinken?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Vragen stellen
Hoe vraag je om eten of drinken?
- Mag ik een glas water alsjeblieft?
- Heb je misschien een appel?
- Is er nog koffie?

Slide 4 - Tekstslide

Laat de studenten voorbeelden bedenken van hoe ze om eten of drinken kunnen vragen. Oefen vervolgens het stellen van vragen met elkaar.
Iets aangeven
Hoe geef je aan wat je wilt eten of drinken?
- Ik wil graag een broodje ham.
- Doe mij maar een kopje thee.
- Ik neem een stukje taart.

Slide 5 - Tekstslide

Laat de studenten voorbeelden bedenken van hoe ze kunnen aangeven wat ze willen eten of drinken. Oefen vervolgens het aangeven van keuzes met elkaar.
Bedanken
Hoe bedank je iemand voor het eten of drinken?
- Dank je wel voor de koffie.
- Bedankt voor het broodje.
- Ik waardeer het dat je me te eten hebt gegeven.

Slide 6 - Tekstslide

Laat de studenten voorbeelden bedenken van hoe ze iemand kunnen bedanken voor het eten of drinken. Oefen vervolgens het bedanken met elkaar.
Niet begrijpen
Hoe geef je aan dat je iets niet begrijpt?
- Sorry, ik begrijp niet wat je bedoelt.
- Kun je dat nog een keer uitleggen?
- Ik snap niet wat je zegt.

Slide 7 - Tekstslide

Laat de studenten voorbeelden bedenken van situaties waarin ze iets niet begrijpen en hoe ze dat kunnen aangeven. Oefen vervolgens het aangeven dat je iets niet begrijpt met elkaar.
Lekker vinden
Hoe geef je aan wat je wel en niet lekker vindt?
- Ik vind appels lekker.
- Ik hou niet van pindakaas.
- Ik ben dol op pizza!

Slide 8 - Tekstslide

Laat de studenten voorbeelden bedenken van eten en drinken dat ze lekker vinden en niet lekker vinden. Oefen vervolgens het aangeven wat je wel en niet lekker vindt met elkaar.
Woordenschat
Nieuwe woorden:
- Aanbieden
- Uitleggen
- Waarderen
- Dol zijn op

Slide 9 - Tekstslide

Introduceer nieuwe woorden die tijdens de les zijn behandeld. Bespreek de betekenis van de woorden en laat de studenten voorbeelden geven van hoe ze de woorden kunnen gebruiken.
Quiz
Test je kennis!
Welke zin is correct?
- a) Mag ik een kopje koffie alsjeblieft?
- b) Ik wil graag een kopje thee, dank je wel.
- c) Geef me een glas melk.

Slide 10 - Tekstslide

Sluit de les af met een quiz om te zien of de studenten de nieuwe woorden en zinnen goed hebben begrepen. Bespreek de antwoorden en eventuele fouten.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.