Les 8 Taalverzorging/ verkleinwoorden; afkortingen en tussenletters

Welkom M3
Taalverzorging 
Verkleinwoorden; afkortingen en tussenletters in samenstellingen (H4 &H5)
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom M3
Taalverzorging 
Verkleinwoorden; afkortingen en tussenletters in samenstellingen (H4 &H5)

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Huiswerk nakijken + vragen 
Uitleg verkleinwoorden en afkortingen (h5- deel 1) (5min) filmpje
Uitleg tussenletters in samenstellingen (h5- deel 2) (5min) filmpje
Zelfstandig aan het werk/ LessonUp = gedeeld
Extra filmpjes met uitleg laatste dia's LessonUp (vanaf dia 13!)
Antwoorden morgen in mentorles! 
Huiswerk




Slide 2 - Tekstslide

Herhaling 
Regels apostrof meervoud (blz.110)

  • om uitspraakproblemen te voorkomen als er een 's' achter woorden op a, e, i, o, u en y komt, bijvoorbeeld: Kaja's vriendin, ski's, sudoku's, hobby's. 

  • Met het meervoud moet je een ’s achter het zelfstandig naamwoord plaatsen, bij de I,O,U,A,Y .    Ezelsbruggetje:Ik hOU vAn Y’s

  • in  meervouden van afkortingen, bijvoorbeeld: vwo'er, AOW'er en dvd'tje



Slide 3 - Tekstslide

Herhaling
Bijzondere meervouden (alle theorie op blz. 110): 

-Woorden met 2 meervouden: seconden/secondes, heiden/heides, datums/data, museums/musea

-Woorden op -man-   -zeeman-zeelieden/zeelui
                                   -timmerman- timmerlui/timmerlieden
-Anders:  kind-kinderen, blad-bladeren, rund-runderen

-Latijnse woorden- historicus- historici
                                  - medicus- medici


Slide 4 - Tekstslide

Doel



Je weet wat verkleinwoorden zijn en kunt deze correct spellen


Je weet wat afkortingen zijn en kunt deze correct spellen


Je kan samenstellingen met en zonder tussenletters correct spellen

Slide 5 - Tekstslide

Verkleinwoorden?
Afkortingen?


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Verkleinwoorden (blz.134)

Een verkleinwoord maak je door achter het zelfstandig naamwoord een achtervoegsel te plaatsen. Meestal schrijf je het zoals het klinkt.


dop -> dopje

slak -> slakje

boom -> boompje

Slide 8 - Tekstslide

Verkleinwoorden

Bij sommige woorden kan je niet horen hoe je het verkleinwoord spelt :

Regels:

  •  woorden eindigend op -ng                             -->       -nkje of -etje                               vb. koning -> koninkje
         vb. wang ->   wangetje   
  • woorden eindigend op een lange klinker  -->       verdubbeling klinker               vb. foto -> fotootje                                                                                                                            café -> cafeetje



Slide 9 - Tekstslide

Verkleinwoorden

Bij sommige woorden kan je niet horen hoe je het verkleinwoord spelt :

Regels :

  • woorden eindigend op -i                -->              + etje
              vb. taxi -> taxietje
                     ski ->   skietje

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag 
Lezen: theorie over verkleinwoorden en afkortingen op blz. 134
Maken: opdracht 1, 3, 4  en 5


Klaar?
Theorie lezen 'Tussenletters in samenstellingen' op blz. 136
Maak alvast je huiswerk voor de volgende les Nederlands
timer
20:00

Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk
Lezen: theorie op blz. 136 - 137
Maken: opdracht 1, 2, 3, 4 en 5

Extra oefenen voor de toets?
Doorloop de LessonUp-lessen nog eens en beantwoord daar de vragen uit de lessen.
Bekijk de filmpjes die ik op SOM heb geplaatst bij de toets!

Slide 12 - Tekstslide

Op welke dia staan de filmpjes?
Dia 13: Uitleg tussenletters in samenstellingen (=blz.136 boek)
Dia 14: Uitleg over verkleinwoorden (= blz.134 boek)
Dia 15: Uitleg over de meervoudsvormen (= blz. 110 boek)


Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video