Conclusie en samenvatting
1. De een had bezwaren tegen de zaterdag, de ander vond het 
    programma niet zo aardig, weer anderen vonden het te duur; 
    kortom: ons klassenweekend ging niet door.
2. Wie veel vrije tijd heeft, heeft vaak veel geld nodig om die vrije 
     tijd aardig te besteden; dus hebben veel scholieren een 
     bijbaantje.