TOETS HST 2 Voeding en vertering BK

Toets thema 2 Voeding en vertering
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Toets thema 2 Voeding en vertering

Slide 1 - Tekstslide

Is een ei een dierlijk voedingsmiddel?
A
Ja
B
Nee

Slide 2 - Quizvraag

Noem je dingen die je eet en drinkt voedingsmiddelen?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quizvraag

Is brood een dierlijk voedingsmiddel?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quizvraag

Zijn deze roerbak-
blokjes een dierlijk
voedingsmiddel?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quizvraag

Is een indicator een stof waarmee je een andere stof aantoont?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

Is voedingsvezel een voedingsstof?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

Is joodoplossing lichtbruin van kleur?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

Gebruik je je hoektanden om voedsel fijn te malen?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quizvraag

Gebruik je snijtanden om stukken van je voedsel af te bijten?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Is de galblaas een verteringsklier?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

Is voedsel kneden een functie van darmperistaltiek?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Is kalk een voorbeeld van een mineraal?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quizvraag

Welke stoffen zorgen ervoor dat vertering sneller gaat?
A
Brandstoffen
B
Enzymen
C
Verteringssappen

Slide 14 - Quizvraag

Welke van de volgende klieren is geen verteringsklier?
A
Alvleesklier
B
Speekselklier
C
Zweetklier

Slide 15 - Quizvraag

In je voeding zit voedingsvezel.
In welke voedingsmiddelen zit voedingsvezel?
A
In dierlijk voedsel
B
In plantaardig voedsel
C
In beide

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een koolhydraat?
A
Kalk
B
Suiker
C
Water
D
Zetmeel

Slide 17 - Quizvraag

Welke zes groepen voedingsstoffen zijn er?

Slide 18 - Open vraag

Welke stof kun je aantonen met jodiumoplossing?

Slide 19 - Open vraag

Slokdarm
Lever
Dikke darm
Galblaas
Maag
Alvleesklier
Dunne darm

Slide 20 - Sleepvraag

Sleep de namen naar de juiste organen(verteringsstelsel)
Maag
Nieren
Lever
Dunne darm
Dikke darm

Slide 21 - Sleepvraag

Zet de onderdelen van de spijsvertering in de goed volgorde.
mond
slokdarm
maag
12-vingerige darm
dunne darm
dikke darm
endeldarm
anus

Slide 22 - Sleepvraag

Wat gebeurt er in je maag?
A
Zetmeel en koolhydraten worden verteert
B
Bacteriën worden gedood
C
Eiwitten worden afgebroken
D
Emulgeert vet

Slide 23 - Quizvraag

De alvleesklier maakt alvleessap.

Waar in het verteringskanaal komt alvleessap voor het eerst in aanraking met de voedselbrij?
A
in de maag
B
in de lever
C
in de twaalfvingerige darm
D
in de dikke darm

Slide 24 - Quizvraag

Wat is een voedingsmiddel?
A
eiwit
B
vet
C
koekje
D
koolhydraten

Slide 25 - Quizvraag

In je voeding zit voedingsvezel.
In welke voedingsmiddelen zit voedingsvezel?
A
In dierlijke voedsel
B
In plantaardig voedsel
C
In beide
D
In geen van beide

Slide 26 - Quizvraag

Voedingsstoffen 
opnemen
Water onttrekken 
uit de voedselbrij
Voedsel gelijk door 
het verteringsstelsel 
laten gaan
Dunne darm
Dikke darm
Maag

Slide 27 - Sleepvraag

Zet de organen van
het verteringsstelsel
in de juiste volgorde. 
Dunne darm
Slokdarm
Endeldarm
Dikke darm
Twaalfvingerige
darm
Maag

Slide 28 - Sleepvraag

De vertering begint in de mond.
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quizvraag

Klieren geven verteringssappen met enzymen af aan de inhoud van de delen Q en R van het verteringsstelsel.
Welke zijn dit?
A
gal, darmsap en alvleessap
B
alvleessap, maagsap en gal
C
alvleessap, speeksel en gal
D
maagsap en alvleessap

Slide 30 - Quizvraag

De functie van het verteringsstelsel is het omzetten van ..................................... in ..........................................
Speeksel en maagsap zijn voorbeelden van .......................

De enzymen in ........................ zorgen ervoor dat voedingsstoffen ..................... worden afgebroken. Voedingsstoffen die ....................... door de darmwand heen kunnen, worden omgezet in verteringsproducten. Verteringsproducten kunnen ............................. door de darmwand heen. 
Voedingsstoffen
Verteringsproducten
sneller
niet
verteringssappen
verteringssappen
wel
langzamer

Slide 31 - Sleepvraag

Menno zegt: Wanneer je je anus-kringspier aanspant ga je poepen
Annie zegt: De dikke darm bevat veel bacterien die helpen bij de afbraak van plantaardig materiaal
Wie heeft er gelijk?
A
Allebei
B
Alleen Annie
C
Alleen Menno
D
Geen van beide

Slide 32 - Quizvraag

Enzymen verteren voedingsstoffen. In welke verteringssappen zitten enzymen die vetten verteren?

Slide 33 - Open vraag

Welk orgaan van het verteringsstelsel moet nummer 6 voorstellen?
A
Dikke darm
B
Mondholte
C
Slokdarm
D
Endeldarm

Slide 34 - Quizvraag

Welk verteringssap wordt er in de mond toegevoegd?
A
alvleessap
B
gal
C
maagsap
D
speeksel

Slide 35 - Quizvraag

Van welk dier is
deze schedel?
A
Herbivoor
B
Carnivoor
C
Omnivoor
D
Geen van alle

Slide 36 - Quizvraag