Examentraining - deel 3 - historische gebeurtenissen

Examentraining - 
Historische gebeurtenissen

4 TL
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 46 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Examentraining - 
Historische gebeurtenissen

4 TL

Slide 1 - Tekstslide

Examentraining TL 4 
  • Examentraining deel 1 - Het Examen
  • Examentraining deel 2 - Historische personen (overzicht)
  • Examentraining deel 3 - Historische Gebeurtenissen (overzicht)
  • Examentraining deel 4 - Staatsinrichting van Nederland
  • Examentraining deel 5 - Eerste Wereldoorlog en interbellum
  • Examentraining deel 6 - Tweede Wereldoorlog
  • Examentraining deel 7  - Koude Oorlog
  • Examentraining deel 8 - Nieuwe Wereldorde

Slide 2 - Tekstslide

Historische gebeurtenissen
Examen TL 4
  • Staatsinrichting van Nederland;
  • Historisch overzicht vanaf 1900.

I

Slide 3 - Tekstslide

1848 - Grondwetswijziging 
  • Door de grondwetswijziging van 1848 werd Nederland een parlementaire democratie.
  • De koning kreeg minder macht. -> Koning werd onschendbaar en de ministers waren verantwoordelijk.
  • Onder leiding van de liberaal Thorbecke kreeg Nederland in 1848 een nieuwe Grondwet.
Democratie waarin burgers via gekozen volksvertegenwoordigers invloed hebben op het bestuur

Slide 4 - Tekstslide

1866- 1867 Luxemburgse kwestie
  • Dit was een politieke kwestie waarbij zowel Frankrijk als Duitsland van koning Willem III eisten dat hij Luxemburg afstond. Luxemburg hoorde bij Nederland.
  • Koning Willem III probeerde de in 1848 ingeperkte macht van de koning weer te vergroten, maar dat mislukte.
  • Willem III hield eerst de Tweede Kamer buiten de kwestie en negeerde daarna het recht van het parlement om de regering weg te sturen.  ->Later ontsloeg hij toch, met tegenzin, zijn ministers en vormde Thorbecke een nieuw kabinet. 

Slide 5 - Tekstslide

Rechten Eerste en Tweede Kamer
  • Eerste en Tweede Kamer: recht van enquête (onderzoek doen), interpellatie (in discussie met ministers), budget (uitgaven controleren) = controlerende rechten.
  • Tweede Kamer: recht van initiatief (wetsvoorstel indienen) en amendement (wetsvoorstel wijzigen).
  • Tweede Kamer heeft dus meer rechten dan de Eerste Kamer

Slide 6 - Tekstslide

Klassieke en sociale grondrechten
Klassieke grondrechten
Vrijheid van onderwijs, meningsuiting, godsdienst, drukpers en van vereniging en vergadering (bescherming tegen de overheid

Sociale grondrechten
Recht op huisvesting, gezondheidszorg en onderwijs (bescherming door de overheid)

Slide 7 - Tekstslide

1887 - Caoutchouc-artikel 
Geleidelijke uitbreiding van het kiesrecht: Caoutchouc-artikel 
  • Wie geschikt was, mocht stemmen (alleen mannen)
  • Dit was lastig te bepalen, het begrip was oprekbaar. (Vandaar 'rubberen' artikel. Caoutchouc betekent rubber in het Frans.)
  • Er werd nu niet meer gekeken naar hoeveel belasting iemand betaalt, maar ook of iemand geschikt was om te stemmen. -> het maakte een geleidelijke uitbreiding van kiesrecht mogelijk. 

Caoutchouc - rubber in het Frans

Slide 8 - Tekstslide

1914 - Moord Frans Ferdinand
28 juni 1914 
  • Troonopvolger Frans Ferdinand uit Oostenrijk -Hongarije werd doodgeschoten in Sarajevo door Gavrilo Princip (nationalist).

Aanleiding WO1
  • Dit was de aanleiding van de Eerste Wereldoorlog. 
  • Daarna verklaarde Oostenrijk-Hongarije de oorlog aan Servië

Slide 9 - Tekstslide

1917 - Russische Revolutie 
  • Russische volk kwam in opstand in 1917.
  • In februari 1917 werd de tsaar afgezet en in oktober 1917 kwam Lenin aan de macht.

Communisme
  • Lenin voerde het communisme in -> Rusland werd Sovjet-Unie. 
ideologie die streeft naar een klasseloze samenleving

Slide 10 - Tekstslide

1914 - 1918 Eerste Wereldoorlog
  • Aanleiding: moord Frans Ferdinand.
  • Eerste periode van de oorlog: eerst enthousiasme door nationalisme
  • Nederland bleef neutraal, maar maakte zich wel klaar voor een oorlog (mobilisatie)
  • WO1 was een totale oorlog: oorlog waaraan de hele maatschappij meedoet
  • Er was bij WO1 sprake van een wapenwedloop: strijd om het sterkste bewapend te worden (+ militarisme)
 sterke liefde voor het eigen volk, het verlangen naar een eigen staat en het streven om de eigen staat sterker te maken. 

deze mannen zagen een kans om zich in te zetten voor de ‘grotere zaak’ en zich verbonden te voelen met hun vaderland.

Slide 11 - Tekstslide

1917 - Onbeperkte Duikbotenoorlog 
  • In 1917 besloot de Duitse keizer tot een onbeperkte duikbotenoorlog.
Wat hield dat in?
  • Duitse oorlogvoering op zee vanaf 1917 waarbij onderzeeërs alle vijandelijke schepen, ook vrachtschepen en passagiersschepen, tot zinken brachten.
-> De onbeperkte duikbotenoorlog was bedoeld om de Britten, die het grootste deel van hun voedsel overzee haalden, uit te hongeren. Maar dat mislukte.
Gevolg?

Slide 12 - Tekstslide

1917 - Pacificatie 
  • Politiek akkoord in 1917 over de invoering van het algemeen mannenkiesrecht en de financiële gelijkstelling van het openbaar en bijzonder onderwijs.
  • Er kwam dus een einde aan de schoolstrijd. -> Dat was de strijd tussen liberalen en confessionelen om de financiële gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs. 

Slide 13 - Tekstslide

Pacificatie = grondwet van 1917
  • Er kwam algemeen kiesrecht voor mannen -> actief en passief kiesrecht voor mannen / vrouwen alleen passief
kiesrecht)
(Let op: vrouwen kregen pas in 1919 actief kiesrecht!)
  • De vervanging van het districtenstelsel door
een stelsel van evenredige vertegenwoordiging 
Kiessysteem waarbij het aantal zetels van partijen afhankelijk is van het aantal landelijk behaalde stemmen. 
Kiessysteem waarin het land is verdeeld in districten, die elk een of meer afgevaardigden kiezen. 

Slide 14 - Tekstslide

1918 - Vergissing van Troelstra
  • Met als voorbeeld de Russische Revolutie van 1917
  • Mislukte revolutie, Nederland was hier niet klaar voor. Dit had Troelstra verkeerd ingeschat.  -> vergissing van Troelstra

  • Tijd van WO1 > in Nederland vluchtelingen vanuit België en mobilisatie (klaarmaken en voorbereiden op oorlog)

Slide 15 - Tekstslide

1919 Verdrag van Versailles

  • Duitsland werd gezien als schuldige in WO1 en moest herstelbetalingen doen.
  • Duitsland moest grote stukken land en koloniën afstaan.
  • Duitsland leger en vloot verkleinen (demilitarisatie)
  • Oprichting Volkenbond. 






 betalen voor het herstel van de toegebrachte schade.
Bekijk de korte video over het Verdrag van Versailles
https://schooltv.nl/video/het-verdrag-van-versailles-vredesondertekening-na-de-eerste-wereldoorlog/#q=verdrag%20van%20versailles

Slide 16 - Tekstslide

1919 - Oprichting Volkenbond
  • Deze volkenorganisatie moest bemiddelen bij ruzies tussen landen.  
  • De oprichting van de Volkenbond was één van de punten uit het Verdrag van Versailles 
  • Het doel van de Volkenbond was het voorkomen van oorlog. 
  • Sovjet-Unie en Duitsland mochten eerst geen lid worden van de Volkenbond (gevaar communisme en rol WO1)
het vredesverdrag waarmee de Eerste Wereldoorlog werd afgesloten.

Slide 17 - Tekstslide

1923 - Bezetting van het Ruhrgebied
  • Na WO1 werd Duitsland als schuldige gezien en moesten zij herstelbetalingen doen. 
  • Duitsland kwam in een economische crisis. 
  • Duitsland kon niet meer aan de herstelbetalingen voldoen, waarop Frankrijk het Ruhrgebied bezette.

Slide 18 - Tekstslide

1923 - Mislukte staatsgreep van Hitler
  • Ook wel Bierkeller Putsch  genoemd. 
  • Hitler probeerde in München een staatsgreep te plegen, dit mislukte. 
  • Hitler kwam in de gevangenis terecht en schreef toen 'Mein Kampf'

Slide 19 - Tekstslide

1924 - Dawesplan
  • Na WO1 kwam Duitsland in een economische crisis terecht.

Oplossing:
1924 Dawesplan (steun van VS) om economie op gang te helpen.
1926 Duitsland lid van de Volkenbond

Slide 20 - Tekstslide

1929 - Beurskrach Wallstreet
  • Plotselinge daling van de koersen op de aandelen beurzen (New York- Wallstreet)
  • Ook wel genoemd wereldcrisis van 1929
  • Wereldeconomie stoort in door de waarde vermindering van aandelen. 

Slide 21 - Tekstslide

1933 - Hitler aan de macht
  •  Na de economische crisis belooft Hitler het volk te helpen. Aanpak economie een succes.
  • Groei NSDAP
  • 1933 door democratische verkiezingen aan de macht.
  • Schaft de democratie bij benoeming tot  Rijkskanselier af. Hitler krijgt de titel: Führer.  

Slide 22 - Tekstslide

1938  - Kristallnacht
  • 9-10 november 1938
  • ''nacht van het gebroken glas.''
  • Een door Nazi's georganiseerde actie tegen Joden in Duitsland.
  • Zichtbare uiting van antisemitisme met fysiek geweld.
  • Verwoesting van synagoge 's, joodse winkels, begraafplaatsen etc.

Slide 23 - Tekstslide

1938 - Conferentie van München
Appeasment politiek: Frankrijk en Engeland geven toe aan Hitler om de vrede te bewaren.
- Tjecho-Slowakije moet Sudeten Duitsland afstaan

Slide 24 - Tekstslide

1938 - Anschluss 
  • (afgedwongen) Aansluiting van  Oostenrijk bij Duitsland. 
  • Heim ins Reich: Alle Duitssprekende volken (landen) aansluiten bij het Duitse rijk.

Slide 25 - Tekstslide

1939 - Inval van Duitsland in Polen
  • 1 september 1939 invasie van Polen.
  • Engeland en Frankrijk verklaren Duitsland de oorlog
  • Start van de Tweede Wereldoorlog .
  • Toepassing Blitzkrieg door Nazi Duitsland.

Slide 26 - Tekstslide

1939 - Niet-aanvalsverdrag
  • Geheim verdrag tussen Duitsland en de Sovjet Unie
  • Stalin en Hitler verdelen Polen
  • Mislukt: Duitsland valt de Sovjet Unie binnen in 1942.
  • Begin 2 fronten oorlog voor Duitsland  

Slide 27 - Tekstslide

1940 - Bombardement Rotterdam 
  • Duitsland dreigt met het bombardement op Rotterdam (en overige steden) als Nederland niet snel zou capituleren.
  •  Nederland capituleert op 14 mei 1940
  • Door onduidelijke communicatie werd Rotterdam gebombardeerd.  

Slide 28 - Tekstslide

1941 - Pearl Harbor 
  • Verrassingsaanval van Japan op de Amerikaanse marinebasis Pearl Harbor op Hawaii. 
  • Datum: 7 december 1941 
  • Groot deel van de Amerikaanse vloot wordt verwoest.
  • Door de aanval raakt Amerika betrokken bij de Tweede Wereldoorlog 

Slide 29 - Tekstslide

1942 - 1943 - Slag bij Stalingrad
  • Keerpunt aan het Oostfront
  • Slechte voorbereiding op de Winter door Nazi Duitsland
  • langdurige en bloedige strijd waarbij de Sovjet Unie de overhand krijgt.
  • Duitse militaire nederlaag. Start van de opmars van de Sovjet Unie. 

Slide 30 - Tekstslide

1944 - Slag om Arnhem

Slide 31 - Tekstslide

5 mei 1945

Slide 32 - Tekstslide

15 augustus 1945

Slide 33 - Tekstslide

1947 - 1948 - Politionele acties

Slide 34 - Tekstslide

1948 - 1949 Blokkade van Berlijn

Slide 35 - Tekstslide

1949 - Soevereiniteitsoverdracht

Slide 36 - Tekstslide

1956 - Hongaarse Opstand

Slide 37 - Tekstslide

1961 - Bouw Berlijnse Muur

Slide 38 - Tekstslide

1962 - Cubacrisis

Slide 39 - Tekstslide

1968 - Praagse Lente

Slide 40 - Tekstslide

1983 - Grondwetswijziging
grondwetswijziging 1983: opnemen van sociale
grondrechten (bescherming door de overheid): recht op
bestaanszekerheid / recht op onderwijs / recht op
gezondheidszorg / recht op woongelegenheid / recht op
bewoonbaarheid van het land / recht op werk / recht op
rechtsbijstan

Slide 41 - Tekstslide

1989 Berlijnse Muur

Slide 42 - Tekstslide

1990 - 1991 - Uiteenvallen Sovjet Unie

Slide 43 - Tekstslide

1993  
De Nederlandse autonomie onder druk door de
verandering van EG naar EU (1993)

Slide 44 - Tekstslide

11-9-2001 

Slide 45 - Tekstslide

2002

Slide 46 - Tekstslide