spellingappcheck 3

De wond op mijn knie is.....met een bacterie.
A
ge-infecteerd
B
geinfecteerd
C
geïnfecteerd
1 / 18
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

De wond op mijn knie is.....met een bacterie.
A
ge-infecteerd
B
geinfecteerd
C
geïnfecteerd

Slide 1 - Quizvraag

In de ....zitten drie doublanten.
A
vwo-examenklas
B
vwoexamenklas
C
vwoëxamenklas
D
vwo examenklas

Slide 2 - Quizvraag

In de diverse .........vind je een grote verscheidenheid aan schilderijen.
A
galeries
B
galerieën
C
galeriën
D
galerien

Slide 3 - Quizvraag

Er zal een golf .......ontstaan door deze subsidie.
A
bureautjes
B
bureau'tjes
C
burootjes

Slide 4 - Quizvraag

Weinig ingrediënten hebben effect op de ................
A
formules
B
formule's

Slide 5 - Quizvraag

Tot onze schrik was ....broer gister betrokken bij een ongeluk.
A
Aries
B
Arie's

Slide 6 - Quizvraag

De regen kwam via het ... naar binnen.
A
katteluik
B
kattenluik
C
katten luik

Slide 7 - Quizvraag

De ........ die ik online had gezet was snel verkocht.
A
passagiersstoel
B
passagierstoel
C
passagier stoel

Slide 8 - Quizvraag

Mijn vader verzorgt lunches voor ... organisaties.
A
vele
B
velen

Slide 9 - Quizvraag

De Europese Unie is een economische en politieke samenwerking van 28 Lidstaten.
A
wel goed gebruik van hoofdletters
B
niet goed gebruik van hoofdletters

Slide 10 - Quizvraag

De Berkel ontspringt bij Billerbeck in Duitsland en stroomt bij Zutphen in de IJssel.
A
wel goed gebruik van hoofdletters
B
niet goed gebruik van hoofdletters

Slide 11 - Quizvraag

Tijdens de ..... werd marteling ingevoerd als legale straf.
A
middeleeuwen
B
Middeleeuwen

Slide 12 - Quizvraag

Welke zin is goed?
A
Ga jij ’S zomers vaak naar het strand?
B
Ga jij s' zomers vaak naar het strand?
C
Ga jij ’s zomers vaak naar het strand?
D
Ga jij ’S Zomers vaak naar het strand?

Slide 13 - Quizvraag

Hij heeft me uitgenodigd voor het concert....
wat ik echt zo leuk van hem vind!
A
,
B
:
C
;

Slide 14 - Quizvraag

Welke zin is goed?
A
Ik hoorde hem zeggen: Zij heeft het gedaan.’
B
Ik hoorde hem zeggen: ‘Zij heeft het gedaan.’
C
Ik hoorde hem zeggen: zij heeft het gedaan.

Slide 15 - Quizvraag

Wat een fantastische ....
A
scene
B
scène
C
scêne

Slide 16 - Quizvraag

De kachel ....
eindelijk goed.
A
brand
B
brandt

Slide 17 - Quizvraag

Het ...
me dat je dat niet snapt.
A
bevreemd
B
bevreemdt

Slide 18 - Quizvraag