Melkveemanagement - les 3

Melkveemanagement - les 3
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
MelkveehouderijMBOStudiejaar 2,3

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Melkveemanagement - les 3

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Herhalen vorige week

Snelzicht - verder


Denk aan je BPV opdracht!! Neem de MPR mee naar de les!

Slide 2 - Tekstslide

Vorige les
Vet/eiwit/lactose
NO/LW/BSK


Slide 3 - Tekstslide

Rollend jaargemiddelde

Slide 4 - Tekstslide

Rollend jaargemiddelde
Van alle bekende monsternames over de periode van het afgelopen jaar de totale dagproductie van het bedrijf (kg melk, vet, eiwit) bij elkaar opgeteld --> gedeeld door het aantal melkkoeien én droge koeien



Slide 5 - Tekstslide

Economisch jaar resultaat (EJR)

Slide 6 - Tekstslide

Economisch jaarresultaat
Hiervoor worden de kilogrammen melk van het bedrijfsgemiddelde vermenigvuldigd met € -0,05, de kilogrammen vet met € 3,25 en de kilogrammen eiwit vermenigvuldigd met € 4,58.




Slide 7 - Tekstslide

Signalering afwijkingen

Slide 8 - Tekstslide

Signalering afwijkingen
Opdracht in 2 tallen

Zoek uit wat dit betekend: Signalering afwijkingen
Zoek op wanneer koeien een + of - krijgen
Wat zegt het als koeien <0,5% verschil hebben tussen vet en eiwit?
Wat zegt het als koeien >1,25% verschil hebben tussen vet en eiwit?
Wat zegt het als het eiwitgehalte <3%?





Slide 9 - Tekstslide

Signalering afwijkingen
Bij pensverzuring is het criterium dat het vetpercentage lager is dan het eiwitpercentage en vetgehalte lager dan 4,00 procent. Vetgehalte gehalte lager dan 3 procent, nauwe vet-eiwitverhouding (0,5%): structuurtekort met kans op pensverzuring.

Een mogelijke indicatie voor slepende melkziekte is wanneer er meer dan 1,50 procent (is veel! vanaf 1,25% al een waarschuwing!) verschil zit tussen het vet- en eiwitpercentage en het eiwitpercentage lager is dan 3,25 procent.

Laag eiwitgehalte: energietekort, weinig eiwit in rantsoen


Slide 10 - Tekstslide

Signalering afwijkingen
Lage vetgehalten in de weide-periode--> door een structuurtekort op bedrijven waar koeien vers gras (met weinig structuur) en eventueel krachtvoer krijgen.

Het eiwitgehalte varieert in het algemeen minder en is het hoogst in de herfst.

Slide 11 - Tekstslide

BSK overzicht - wat valt op?

Slide 12 - Tekstslide

BSK overzicht - wat valt op?
Opdracht: 

Kijk naar jullie eigen MPR --> Wat valt daar aan op als je over de maanden heen kijkt?

Hoe kun je dat verklaren? 

Bespreek dit in tweetallen!


Slide 13 - Tekstslide