1.2 Socialisatie

• MAW
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Deze week: H1.2

- gebruik kernconcept identiteit en socialisatie

- Socialisatie 

- Vormen van socialisatie 

- reproductietoets: donderdag 16 oktober:

Hoofd - en Kernconcepten vorming: H1 begrippen t/m 1.3:

- Donderdag huiswerk controle

leerdoelen

- Gebruik van hoofd - en kernconcepten in je antwoord bij een opdracht of toetsvraag: vandaag identiteit

- weten wat socialisatie is en welke vormen er zijn

Zie de hand out van het kc identiteit. Pas het KC identiteit toe op de tekst

Een juist antwoord bevat: ( EJB)

- elementen uit de definitie van het kernconcept identiteit

- voorbeelden uit de bron die passen bij deze elementen

- Bij het kc identiteit gebruik je de elementen: 

Welk beeld heeft iemand van zichzelf

Van welke groep is dit beeld afgeleid.

Oefenen kernconcept identiteit

Bron (persoonlijk verhaal)

“Toen ik als kind met mijn ouders vanuit Turkije naar Nederland kwam, vond ik het in het begin lastig om mijn plek te vinden. Thuis aten we Turks eten, spraken we Turks en vierden we onze eigen feesten. Op school leerde ik Nederlands spreken en deed ik mee met Koningsdag en Sinterklaas. Lange tijd voelde het alsof ik moest kiezen tussen twee werelden. Nu zie ik dat beide culturen onderdeel zijn van wie ik ben. Mijn identiteit bestaat uit elementen van beide: ik ben zowel Turks als Nederlands, en daar ben ik trots op.”

Een juist antwoord bevat

- het beeld wat: de schrijver heeft een beeld van zichzelf dat hij/zij zowel de Turkse als Nederlandse identiteit heeft.

- Hij maakt deel uit van zowel de Turkse groep ( dat zijn zijn ouders) als van de Nederlandse groep.

1.2 Socialisatie

Socialisatie

Het proces van overdracht en verwerving van de cultuur van de groep(en) en de samenleving waar mensen toe behoren. Het proces bestaat uit opvoeding, opleiding en andere vormen van omgang met anderen.

Heeft dus niet te maken met leren sociaal te doen/ zijn 

In het filmpje willen de jongens duidelijk maken dat witte jongens op een andere manier zich gedragen dan zwarte jongens. Op welke manier is dit aan hen overgedragen of hebben ze dit verworven?

Socialisatoren zijn mensen of groepen die een cultuur overdragen. Van wie leer jij de Nederlandse cultuur?

Socialisatie

Het proces van overdracht en verwerving van de cultuur van de groep(en) en de samenleving waar mensen toe behoren. Het proces bestaat uit opvoeding, opleiding en andere vormen van omgang met anderen.

Heeft dus niet te maken met leren sociaal te doen/ zijn 

Een juist antwoord bevat de elementen

- Wat wordt er overgedragen of verworven?

- Hoe vindt de socialisatie plaats? Door opvoeding, opleiding of omgang met anderen?

Leg uit dat het kc socialisatie te herkennen is in deze bron: bekijk de hand out voor welke elementen van het kc je moet gebruiken in je antwoord

“Toen ik op de middelbare school kwam, veranderde er veel in mijn leven. Thuis had ik altijd geleerd om netjes en beleefd te zijn, maar op school merkte ik dat mijn klasgenoten heel direct met elkaar praatten. In het begin voelde ik me onzeker, maar al snel nam ik dat gedrag over. Via mijn vrienden leerde ik welke kleding populair was, welke muziek ‘in’ was en hoe je je in de groep hoorde te gedragen. Tegelijkertijd bleven mijn ouders benadrukken dat ik respectvol moest zijn en hard moest werken voor mijn toekomst. Door die combinatie van thuis, school en vrienden leerde ik wie ik was en hoe ik me moest gedragen. Pas later begreep ik dat dit proces socialisatie heet: stap voor stap neem je waarden, normen en gedragingen over van de groepen waartoe je behoort.”

Een juist antwoord bevat de elementen

- Wat wordt er overgedragen of verworven?

- Hoe vindt de socialisatie plaats? Door opvoeding, opleiding of omgang met anderen?

Voorbeeld van een juist antwoord

- de persoon heeft in omgang met zijn  vrienden de volgende dingen overgedragen gekregen en verworven: direct antwoorden, muziek, kledingstijl en hoe je je in een groep gedraag.

- in zijn opvoeding heeft hij van zijn ouders overgedragen ( geleerd) gekregen: netjes, beleefd en respectvol te zijn en hard te werken.

bespreken huiswerk week 1

Opdracht 1, 3, 4 en 5